Onderwijs

‘Ik geloof het pas als we in China aan de start liggen’

Vanuit een weinig hoopvolle situatie in tien dagen toewerken naar de alles beslissende olympische kwalificatiewedstrijd. En die nog winnen ook. Het lukte de Holland Acht met als kersverse krachten Lagaaier Olivier Siegelaar op boeg en Proteër Peter Wiersum als stuur.

Hoe hoorden jullie dat jullie in de acht werden gevraagd?

Siegelaar: “Tien dagen voor het OKT, het olympisch kwalificatietoernooi, in Poznan hoorde ik dat Meindert Klem en ik niet als dubbeltwee aan de kwalificatiewedstrijden mochten meedoen, omdat we in Luzern negende waren geworden. Dat was een plaats te laag, al zaten we dicht bij de goede ploegen. Ik werd gebeld door de topsportcoördinator die daarover had overlegd met het NOC. Nog geen uur later belde Jan Klerks mij, toen nog de coach van de Holland Acht. Jammer dat jullie je niet gekwalificeerd hebben, zei hij, maar jullie mogen mee met de Holland Acht.”

Wiersum: “Ik werd de maandag na Luzern gebeld door Titus Weijschede, een van de coaches. ’s Avonds laat, ik lag al op bed. Hij kon moeilijk uit zijn woorden komen: of ik eventueel interesse zou hebben in een mogelijke selectie bij een eventuele optie tot bezettingswijziging en of ik misschien bereid zou zijn daarover na te denken. Ik zei hem meteen dat ik daarover niet hoefde na te denken.”

Was dat een complete verrassing?

Siegelaar: “Nee, totaal niet. Het ging niet goed met de acht, terwijl die boot toch alle prioriteit kreeg. Er kwamen steeds slechte berichten over binnen. In Luzern eindigde de boot als laatste. Meindert en ik waren blij dat we in de twee zaten en niet op eerdere verzoeken om in de acht te gaan zitten waren ingegaan. Wij dachten de Spelen wel in die dubbeltwee te kunnen halen. Dat ging, bij vlagen, best goed. Anderen zeiden steeds tegen ons: jullie moeten ook in die acht.”

Wiersum: “Ik was compleet verrast.”

Siegelaar: “Het zoemde in het roeicircuit al rond dat de stuurman niet voldeed, dus het zat erin.”

Wiersum: “Dat wist ik niet.”

Was hiermee de teleurstelling van de niet-kwalificatie als dubbeltwee weg?

Siegelaar: “Nee, zeker niet. Je hebt een jaar keihard getraind. Voor niet-roeiers is het nauwelijks voor te stellen hoevéél je daarin stopt. Je leeft naar een doel toe. We hadden een stappenplan gemaakt. Alle stappen lukten, behalve de laatste. Je weet intussen dat je de acht kunt verbeteren, al is dat geen garantie voor succes. Zoals ze er na de tweede wereldbekerwedstrijd in Luzern voorstonden, hadden ze geen schijn van kans in China.”

Wiersum: “Ze verloren zelfs van de Fransen.”

Met de nieuwe bezetting moesten jullie binnen tien dagen op een niveau komen om in Poznan eerste te worden. Klem en Siegelaar moesten van scullen (roeien met twee riemen) overstappen op boordroeien (roeien met één riem). Hoe kan zoiets binnen tien dagen goed komen?

Siegelaar: “Het gevoel van een boot heb je al, als je eenmaal goed kan roeien. Dan maakt het niet uit wat je in handen hebt. Het is even wennen, maar na een week heb je de slag feilloos te pakken. Bovendien heb ik met Peter diverse malen in de Universiteitsacht gezeten. Met hem is het zóveel motiverender werken dan met een andere stuurman. Belangrijk was, dat alle koppen één kant op moesten. Er zat gewoon iets scheef in de oude acht. Als alles fout gaat móet er iets veranderen. Het was alleen rijkelijk laat.”

Wiersum: “Jan Klerks werd als coach vervangen, door David McGowan. Met hem zijn we ook nog een paar dagen op trainingskamp gegaan in Maasdam. Even uit de gebruikelijke routine.”

Siegelaar: “McGowan zei dingen als: ‘Gisteren hebben jullie van de Russen verloren met tweetiende seconde verschil. Ga maar zo hard trainen dat je sneller wordt.’ We hebben in die tien dagen keihard getraind. Meindert en ik hebben in de twee geleerd te vechten voor wat je waard bent. Als dubbeltwee hebben we alles zelf gedaan, buiten de bondsploeg om. De jongens in de acht zijn stuk voor stuk goed, het gaat erom hoe je ermee omgaat. Een goede haal kun je in een jaar leren. Het moet in je hoofd rechtzitten.”

Om je te kwalificeren moesten jullie per se winnen in Poznan. Hoe beleefden jullie die race?

Siegelaar: “Iedereen wist volgens mij dat het zou lukken.”

Wiersum: “We wisten niet wat we aan tegenstand konden verwachten. We wisten wel dat we zelf heel erg vooruit waren gegaan in die tien dagen.”

Siegelaar: “We wonnen de voorwedstrijd, zodat we ons automatisch plaatsten voor de finale. Dat was lekker, omdat je dan relaxt kan toekijken hoe de concurrentie het doet in de herkansingsrace. We wisten dat we snel waren, we moesten alleen geen fouten maken. Het was wel een extreem gekke race. Ik kon mij niet voorstellen hoe blij ik zou zijn als we zouden winnen. Als je ‘m verliest is het over en uit. Ik denk dat er nog nooit een winnende boot zó blij is geweest als wij na die finale.”

Wiersum: “Roeiers zijn geneigd om gekke dingen te doen op zo’n OKT, waar het alles of niets is. Net iets te hard van start gaan bijvoorbeeld.”

Siegelaar: “Na vijfhonderd meter wist ik het al: we gaan winnen. Na zevenhonderd meter kregen we een push, het leek wel alsof de andere ploegen ankers uitgooiden. De laatste vijfhonderd meter van de tweeduizend moesten we alleen geen gekke dingen meer doen.”

Hoe was de ontlading na de finish?

Wiersum: “Ik zag ineens de kop van Olivier langs komen dobberen aan de achterkant van de boot.”

Siegelaar: “Ik was zó ontzettend blij! Ik zat tijdens de laatste twee slagen al keihard te schreeuwen.”

Wiersum: “Er staat zó’n druk op. Dat komt allemaal naar boven op zo’n moment.”

Siegelaar: “Na de finish wilde ik naar Meindert toe, maar er zat iemand tussen. Ik kon niet bij hem komen, dus toen ben ik maar in het water gesprongen. Het is gewoon onbeschrijfelijk, ik kan het nog steeds niet geloven.”

Wiersum: “Ik geloof het pas als we in China aan de start liggen. Ik heb wel Diederik Simon, onze ervaren slagman, een hand gegeven. Die zat nog enorm na te hijgen.”

Siegelaar: “Simons kwaliteit is, dat hij twee keer per jaar ongelofelijk kan pieken. Wij hebben nu mee mogen maken hoe dat ging. Hij is een enorme scharrelaar, maar een geweldige atleet. Voor de wedstrijd zat hij nog een Red Bull te drinken. Dat moeten anderen niet proberen. Hij is 38 en gaat voor de vierde keer naar de Spelen.”

Wiersum (lachend): “Hij zei tegen mij zuchtend: Fuck, moeten we wéér!”

Daarna hebben jullie de bloemetjes flink buitengezet?

Siegelaar: “We hebben flink gefeest. We hadden lang niet gedronken, dus we stonden in no time op onze kop. Pools bier is ook lekker goedkoop. Met de Russen hebben we ’s avonds naar de EK-wedstrijd Rusland-Zweden zitten kijken. We kregen steeds wodka van ze.”

Wiersum: “Olivier kreeg nog ruzie met een paar Polen.”

Siegelaar: “Iedereen raakt elkaar kwijt op zo’n avond, maar viert gewoon zijn eigen feestje. Al staat-ie in zijn eentje in een lege straat.”

Wat is het verdere traject?

Siegelaar: “We gaan nog acht weken hard trainen. Maandag zijn we weer begonnen op de Bosbaan. Verder staat ons van alles te wachten. Er gebeurt iets met de burgemeester van Amsterdam, er komt een pastaparty en we krijgen koffers met onze equipekleren. Ik geloof dat die wel zestien kilo wegen bij elkaar. Op 17 juli gaan we naar Zuid-Korea, om alvast te acclimatiseren. Van daaruit vliegen we op 3 augustus rechtstreeks naar China.”

Wiersum: “Ik heb een dubbele nationaliteit en moet snel een Nederlands paspoort regelen in verband met de accreditatie. De Chinezen hebben mijn ID afgekeurd.”

Hebben jullie er zin in?

Siegelaar: “Waanzinnig veel! Ik beleef alles als een droom. We zijn focking jong en we gaan naar de Spelen! Er zijn maar driehonderd Nederlanders die daarheen mogen.”

Hoe schatten jullie je kansen in?

Wiersum: “We hebben in Poznan niet alleen gewonnen, maar gehéérst. We hebben de Russen naar huis geroeid, waren elf seconden sneller dan de Zwitsers. We hebben een grote kans om voorin mee te varen. Fysiek waren we heel sterk in Poznan, roeitechnisch kunnen we nog veel verbeteren. Aan de andere kant, iedereen zal in China op scherp staan. Het zijn de beste achten van de wereld. De Canadezen zijn wereldkampioen, de Amerikanen olympisch kampioen. De Britten, Australiërs en Duitsers zijn ook allemaal kanshebbers. En dan zijn er nog de Chinezen die op thuiswater varen.”
WIE ZIJN OLIVIER SIEGELAAR EN PETER WIERSUM?

De in Engeland geboren globetrotter Peter Wiersum (1984) maakte, na zijn aanmelding als lid van Proteus Eretes in 2004, snel carrière als stuurman van de nationale lichte acht. Met die boot veroverde de vijfdejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek onder meer goud op het WK roeien in Múnchen, vorig jaar.

Lagaaier Olivier Siegelaar (1986), vierdejaars werktuigbouwkunde, deed met de in Boston studerende Meindert Klem een gezamenlijke poging om buiten de bondsselectie om als dubbeltwee de Spelen in China te halen. Hun olympische missie strandde vier weken geleden tijdens de wereldbekerwedstrijden in Luzern, waar het koppel één plaats te laag eindigde om aan het olympische kwalificatietoernooi van vorige week in Poznan mee te mogen doen.

Na Luzern ontving zowel het duo Siegelaar/Klem als Wiersum een telefoontje of ze zich beschikbaar wilden stellen voor de prestigieuze Holland Acht. De tot dan toe teleurstellende zware acht behaalde in de nieuwe formatie, mét Klem en de twee Delftenaren, na slechts tien dagen trainen op de valreep het olympisch ticket door in Poznan de vereiste overwinning te behalen.

Hoe hoorden jullie dat jullie in de acht werden gevraagd?

Siegelaar: “Tien dagen voor het OKT, het olympisch kwalificatietoernooi, in Poznan hoorde ik dat Meindert Klem en ik niet als dubbeltwee aan de kwalificatiewedstrijden mochten meedoen, omdat we in Luzern negende waren geworden. Dat was een plaats te laag, al zaten we dicht bij de goede ploegen. Ik werd gebeld door de topsportcoördinator die daarover had overlegd met het NOC. Nog geen uur later belde Jan Klerks mij, toen nog de coach van de Holland Acht. Jammer dat jullie je niet gekwalificeerd hebben, zei hij, maar jullie mogen mee met de Holland Acht.”

Wiersum: “Ik werd de maandag na Luzern gebeld door Titus Weijschede, een van de coaches. ’s Avonds laat, ik lag al op bed. Hij kon moeilijk uit zijn woorden komen: of ik eventueel interesse zou hebben in een mogelijke selectie bij een eventuele optie tot bezettingswijziging en of ik misschien bereid zou zijn daarover na te denken. Ik zei hem meteen dat ik daarover niet hoefde na te denken.”

Was dat een complete verrassing?

Siegelaar: “Nee, totaal niet. Het ging niet goed met de acht, terwijl die boot toch alle prioriteit kreeg. Er kwamen steeds slechte berichten over binnen. In Luzern eindigde de boot als laatste. Meindert en ik waren blij dat we in de twee zaten en niet op eerdere verzoeken om in de acht te gaan zitten waren ingegaan. Wij dachten de Spelen wel in die dubbeltwee te kunnen halen. Dat ging, bij vlagen, best goed. Anderen zeiden steeds tegen ons: jullie moeten ook in die acht.”

Wiersum: “Ik was compleet verrast.”

Siegelaar: “Het zoemde in het roeicircuit al rond dat de stuurman niet voldeed, dus het zat erin.”

Wiersum: “Dat wist ik niet.”

Was hiermee de teleurstelling van de niet-kwalificatie als dubbeltwee weg?

Siegelaar: “Nee, zeker niet. Je hebt een jaar keihard getraind. Voor niet-roeiers is het nauwelijks voor te stellen hoevéél je daarin stopt. Je leeft naar een doel toe. We hadden een stappenplan gemaakt. Alle stappen lukten, behalve de laatste. Je weet intussen dat je de acht kunt verbeteren, al is dat geen garantie voor succes. Zoals ze er na de tweede wereldbekerwedstrijd in Luzern voorstonden, hadden ze geen schijn van kans in China.”

Wiersum: “Ze verloren zelfs van de Fransen.”

Met de nieuwe bezetting moesten jullie binnen tien dagen op een niveau komen om in Poznan eerste te worden. Klem en Siegelaar moesten van scullen (roeien met twee riemen) overstappen op boordroeien (roeien met één riem). Hoe kan zoiets binnen tien dagen goed komen?

Siegelaar: “Het gevoel van een boot heb je al, als je eenmaal goed kan roeien. Dan maakt het niet uit wat je in handen hebt. Het is even wennen, maar na een week heb je de slag feilloos te pakken. Bovendien heb ik met Peter diverse malen in de Universiteitsacht gezeten. Met hem is het zóveel motiverender werken dan met een andere stuurman. Belangrijk was, dat alle koppen één kant op moesten. Er zat gewoon iets scheef in de oude acht. Als alles fout gaat móet er iets veranderen. Het was alleen rijkelijk laat.”

Wiersum: “Jan Klerks werd als coach vervangen, door David McGowan. Met hem zijn we ook nog een paar dagen op trainingskamp gegaan in Maasdam. Even uit de gebruikelijke routine.”

Siegelaar: “McGowan zei dingen als: ‘Gisteren hebben jullie van de Russen verloren met tweetiende seconde verschil. Ga maar zo hard trainen dat je sneller wordt.’ We hebben in die tien dagen keihard getraind. Meindert en ik hebben in de twee geleerd te vechten voor wat je waard bent. Als dubbeltwee hebben we alles zelf gedaan, buiten de bondsploeg om. De jongens in de acht zijn stuk voor stuk goed, het gaat erom hoe je ermee omgaat. Een goede haal kun je in een jaar leren. Het moet in je hoofd rechtzitten.”

Om je te kwalificeren moesten jullie per se winnen in Poznan. Hoe beleefden jullie die race?

Siegelaar: “Iedereen wist volgens mij dat het zou lukken.”

Wiersum: “We wisten niet wat we aan tegenstand konden verwachten. We wisten wel dat we zelf heel erg vooruit waren gegaan in die tien dagen.”

Siegelaar: “We wonnen de voorwedstrijd, zodat we ons automatisch plaatsten voor de finale. Dat was lekker, omdat je dan relaxt kan toekijken hoe de concurrentie het doet in de herkansingsrace. We wisten dat we snel waren, we moesten alleen geen fouten maken. Het was wel een extreem gekke race. Ik kon mij niet voorstellen hoe blij ik zou zijn als we zouden winnen. Als je ‘m verliest is het over en uit. Ik denk dat er nog nooit een winnende boot zó blij is geweest als wij na die finale.”

Wiersum: “Roeiers zijn geneigd om gekke dingen te doen op zo’n OKT, waar het alles of niets is. Net iets te hard van start gaan bijvoorbeeld.”

Siegelaar: “Na vijfhonderd meter wist ik het al: we gaan winnen. Na zevenhonderd meter kregen we een push, het leek wel alsof de andere ploegen ankers uitgooiden. De laatste vijfhonderd meter van de tweeduizend moesten we alleen geen gekke dingen meer doen.”

Hoe was de ontlading na de finish?

Wiersum: “Ik zag ineens de kop van Olivier langs komen dobberen aan de achterkant van de boot.”

Siegelaar: “Ik was zó ontzettend blij! Ik zat tijdens de laatste twee slagen al keihard te schreeuwen.”

Wiersum: “Er staat zó’n druk op. Dat komt allemaal naar boven op zo’n moment.”

Siegelaar: “Na de finish wilde ik naar Meindert toe, maar er zat iemand tussen. Ik kon niet bij hem komen, dus toen ben ik maar in het water gesprongen. Het is gewoon onbeschrijfelijk, ik kan het nog steeds niet geloven.”

Wiersum: “Ik geloof het pas als we in China aan de start liggen. Ik heb wel Diederik Simon, onze ervaren slagman, een hand gegeven. Die zat nog enorm na te hijgen.”

Siegelaar: “Simons kwaliteit is, dat hij twee keer per jaar ongelofelijk kan pieken. Wij hebben nu mee mogen maken hoe dat ging. Hij is een enorme scharrelaar, maar een geweldige atleet. Voor de wedstrijd zat hij nog een Red Bull te drinken. Dat moeten anderen niet proberen. Hij is 38 en gaat voor de vierde keer naar de Spelen.”

Wiersum (lachend): “Hij zei tegen mij zuchtend: Fuck, moeten we wéér!”

Daarna hebben jullie de bloemetjes flink buitengezet?

Siegelaar: “We hebben flink gefeest. We hadden lang niet gedronken, dus we stonden in no time op onze kop. Pools bier is ook lekker goedkoop. Met de Russen hebben we ’s avonds naar de EK-wedstrijd Rusland-Zweden zitten kijken. We kregen steeds wodka van ze.”

Wiersum: “Olivier kreeg nog ruzie met een paar Polen.”

Siegelaar: “Iedereen raakt elkaar kwijt op zo’n avond, maar viert gewoon zijn eigen feestje. Al staat-ie in zijn eentje in een lege straat.”

Wat is het verdere traject?

Siegelaar: “We gaan nog acht weken hard trainen. Maandag zijn we weer begonnen op de Bosbaan. Verder staat ons van alles te wachten. Er gebeurt iets met de burgemeester van Amsterdam, er komt een pastaparty en we krijgen koffers met onze equipekleren. Ik geloof dat die wel zestien kilo wegen bij elkaar. Op 17 juli gaan we naar Zuid-Korea, om alvast te acclimatiseren. Van daaruit vliegen we op 3 augustus rechtstreeks naar China.”

Wiersum: “Ik heb een dubbele nationaliteit en moet snel een Nederlands paspoort regelen in verband met de accreditatie. De Chinezen hebben mijn ID afgekeurd.”

Hebben jullie er zin in?

Siegelaar: “Waanzinnig veel! Ik beleef alles als een droom. We zijn focking jong en we gaan naar de Spelen! Er zijn maar driehonderd Nederlanders die daarheen mogen.”

Hoe schatten jullie je kansen in?

Wiersum: “We hebben in Poznan niet alleen gewonnen, maar gehéérst. We hebben de Russen naar huis geroeid, waren elf seconden sneller dan de Zwitsers. We hebben een grote kans om voorin mee te varen. Fysiek waren we heel sterk in Poznan, roeitechnisch kunnen we nog veel verbeteren. Aan de andere kant, iedereen zal in China op scherp staan. Het zijn de beste achten van de wereld. De Canadezen zijn wereldkampioen, de Amerikanen olympisch kampioen. De Britten, Australiërs en Duitsers zijn ook allemaal kanshebbers. En dan zijn er nog de Chinezen die op thuiswater varen.”
WIE ZIJN OLIVIER SIEGELAAR EN PETER WIERSUM?

De in Engeland geboren globetrotter Peter Wiersum (1984) maakte, na zijn aanmelding als lid van Proteus Eretes in 2004, snel carrière als stuurman van de nationale lichte acht. Met die boot veroverde de vijfdejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek onder meer goud op het WK roeien in Múnchen, vorig jaar.

Lagaaier Olivier Siegelaar (1986), vierdejaars werktuigbouwkunde, deed met de in Boston studerende Meindert Klem een gezamenlijke poging om buiten de bondsselectie om als dubbeltwee de Spelen in China te halen. Hun olympische missie strandde vier weken geleden tijdens de wereldbekerwedstrijden in Luzern, waar het koppel één plaats te laag eindigde om aan het olympische kwalificatietoernooi van vorige week in Poznan mee te mogen doen.

Na Luzern ontving zowel het duo Siegelaar/Klem als Wiersum een telefoontje of ze zich beschikbaar wilden stellen voor de prestigieuze Holland Acht. De tot dan toe teleurstellende zware acht behaalde in de nieuwe formatie, mét Klem en de twee Delftenaren, na slechts tien dagen trainen op de valreep het olympisch ticket door in Poznan de vereiste overwinning te behalen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.