Campus

‘Ik ben er naartoe geleid’

Bart Borsboom, de ‘superhuisvrouw’ van het hoofdgebouw, verruilt zijn TU-carrière voor het wethouderschap in Bodegraven. ,,Nu mag ik voor de maatschappij wat gaan betekenen.”

Bart Borsboom, de ‘superhuisvrouw’ van het hoofdgebouw, verruilt zijn TU-carrière voor het wethouderschap in Bodegraven. ,,Nu mag ik voor de maatschappij wat gaan betekenen.”

De kantoren van de financiële afdeling in het hoofdgebouw zijn de enige die hij nog niet onder handen heeft genomen. Als hoofd interne bedrijfsvoering (verantwoordelijk voor onder meer kantoorinrichting, telefonie, postkamer en een deel automatisering) begon Bart Borsboom zeven jaar geleden aan de upgrading van het pand aan de Julianalaan. Dat veranderde naar zijn zeggen van ‘een varkensstal’ in ‘een goed geoutilleerd bureau met het beste netwerk van Europa’ – ,,ook al is niet iedereen het daar mee eens”.

Aan de laatste vierkante meters komt Borsboom niet meer toe. Dinsdag werd bekend dat veel financiële medewerkers naar de faculteiten verhuizen. En zelf verkast de facilitymanager (‘ik noem het ook wel superhuisvrouw’) naar het gemeentehuis van Bodegraven, om wethouder te worden.

Een nieuwe carrière op z’n vijfenvijftigste. Werd het niet tijd om rustiger aan te doen? ,,Dat heeft wel gespeeld. Met de reorganisatie kwam natuurlijk de 55+-regeling. Maar ik concludeerde dat ik daar nog te jong voor was. Dus een paar weken geleden zei ik hier tegen de collega’s: ‘Jongens, we gaan ervoor’.” En toen kwam ineens het wethouderschap.

Borsboom heeft er zin in. De kroon op zijn maatschappelijk leven. Die verantwoordelijkheid wil hij graag nemen. Toch zegt hij: ,,Politiek vind ik niet leuk. Nog steeds niet. Het machtsdenken speelt er een rol; daar houd ik niet van. Ik wil mensen overtuigen met argumenten.”
Leger-coupe

Zijn politieke activiteit (twaalf jaar in de gemeenteraad) komt voort uit bewogenheid. Als kritisch en betrokken RPF-lid werd hij al snel gevraagd om actief te worden. Betrokkenheid, vertelt Borsboom, zit er van jongsafaan in. ,,Ik heb een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Wanneer iemand onrecht wordt aangedaan, spring ik daarop in. Ik ben de oudste uit een gezin van zeven kinderen. Daardoor had ik veel verantwoordelijkheid – dat drukt een stempel op je. Ik ben altijd een zeer ernstige, serieuze knul geweest. Dat was al zo op de ambachtsschool.”

Toen hij na de hts-elektro en vier jaar militaire dienst bij Lucht- en Ruimtevaart terechtkwam, belandde de bewogen technicus al snel in de personeelsraad van de TU. Het was de tijd van de democratisering, van de rooie rakkers. Borsboom, met zijn korte leger-coupe, was vice-voorzitter in een bestuur van veelal langharigen. ,,De personeelsraad had een vrij linkse neiging. Zelf neig ik juist naar compromissen. Ik ben een bindende, stabiliserende factor. Die rol heb ik in de personeelsraad in het bijzonder kunnen vervullen. Tussen types van linkse signatuur vormde ik met mijn rechtse signatuur eentegenwicht.”

De RPF was toen al zijn partij. ,,Van huis uit ben ik rooms-katholiek. Belijdend, ja. In 1966 trouwde ik een hervormde vrouw, gereformeerd, en na zeven jaar ben ik ook overtuigd hervormd geworden.” De liefde voor de KVP, later CDA, was al definitief bekoeld toen deze partij abortus aanvaardde. Even zocht hij zijn heil bij D66 – zij het niet actief – maar toen kwam de RPF opzetten. ,,Dat was mijn stekje. Ik vond weer een dak boven mijn hoofd.”
Puzzel

De Bijbel is zijn belangrijkste wegwijzer. ,,Gods geboden zijn leidend.” Dat het wethouderschap nu zijn pad kruist, beziet Borsboom ook vanuit zijn geloofsovertuiging. ,,Als ik terugblik, denk ik dat het zo heeft moeten zijn. Hier is de leiding van God aanwezig. Terwijl het je overkomt merk je het niet, maar achteraf zie ik: ik ben er gewoon naartoe geleid. Het is een wonderlijke puzzel die precies in elkaar past. Op mijn vijfenvijftigste ga ik een nieuwe uitdaging aan. Nu mag ik voor de maatschappij wat gaan betekenen.”

Desalniettemin: de abruptheid van het vertrek speelt hem parten. Afscheid na 28 jaar valt zwaar. ,,Ik wist niet dat het zo diep zat.” De TU loslaten ging niet een-twee-drie.

Een vakantie bij vrienden in Duitsland gaf de doorslag. Zij stelden hem de Levitische priesters ten voorbeeld. Rond hun dertigste jaar zijn deze volwaardig priester en op hun vijftigste gaan ze afbouwen. ,,Het is heel bijbels om te constateren dat er een periode is van groei en van afbouw. Nu is het mijn tijd om het arbeidsleven af te bouwen. Ik mag het wethouderschap accepteren.”

,,Maar op hetzelfde moment dacht ik ook: er is nog geen opvolger. Daarom heb ik voorlopig iedere woensdag vrij. Om tot rust te komen en eventueel beschikbaar te zijn voor mijn opvolger.” Borsboom wil een overzichtelijke erfenis achterlaten. Zijn kamer is daarom van boven tot onder bezaaid met mapjes, enveloppen, memo’s. Drie volle dozen zijn al richting oud papier gegaan. Maar niks verdwijnt ongezien in de prullenmand. Ondertussen staan de collegeonderhandelingen en het ‘normale’ werk aan de TU niet stil.

,,Ja, ik had gedacht dat ik langzamerhand wat meer tijd zou krijgen. Maar ja… Binnenkort mag ik voor het eerst in 28 jaar weer tussen de middag thuis eten. En ik hoef niet meer in de ochtend- en avondspits staan. Ik vind het alleen wel jammer voor mijn poolmakker. Bijna vijfentwintig jaar rijd ik al samen met hem naar de TU. Misschien moet ik maar met mijn afscheid wachten tot dat jubileum.”

Bart Borsboom, de ‘superhuisvrouw’ van het hoofdgebouw, verruilt zijn TU-carrière voor het wethouderschap in Bodegraven. ,,Nu mag ik voor de maatschappij wat gaan betekenen.”

De kantoren van de financiële afdeling in het hoofdgebouw zijn de enige die hij nog niet onder handen heeft genomen. Als hoofd interne bedrijfsvoering (verantwoordelijk voor onder meer kantoorinrichting, telefonie, postkamer en een deel automatisering) begon Bart Borsboom zeven jaar geleden aan de upgrading van het pand aan de Julianalaan. Dat veranderde naar zijn zeggen van ‘een varkensstal’ in ‘een goed geoutilleerd bureau met het beste netwerk van Europa’ – ,,ook al is niet iedereen het daar mee eens”.

Aan de laatste vierkante meters komt Borsboom niet meer toe. Dinsdag werd bekend dat veel financiële medewerkers naar de faculteiten verhuizen. En zelf verkast de facilitymanager (‘ik noem het ook wel superhuisvrouw’) naar het gemeentehuis van Bodegraven, om wethouder te worden.

Een nieuwe carrière op z’n vijfenvijftigste. Werd het niet tijd om rustiger aan te doen? ,,Dat heeft wel gespeeld. Met de reorganisatie kwam natuurlijk de 55+-regeling. Maar ik concludeerde dat ik daar nog te jong voor was. Dus een paar weken geleden zei ik hier tegen de collega’s: ‘Jongens, we gaan ervoor’.” En toen kwam ineens het wethouderschap.

Borsboom heeft er zin in. De kroon op zijn maatschappelijk leven. Die verantwoordelijkheid wil hij graag nemen. Toch zegt hij: ,,Politiek vind ik niet leuk. Nog steeds niet. Het machtsdenken speelt er een rol; daar houd ik niet van. Ik wil mensen overtuigen met argumenten.”
Leger-coupe

Zijn politieke activiteit (twaalf jaar in de gemeenteraad) komt voort uit bewogenheid. Als kritisch en betrokken RPF-lid werd hij al snel gevraagd om actief te worden. Betrokkenheid, vertelt Borsboom, zit er van jongsafaan in. ,,Ik heb een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Wanneer iemand onrecht wordt aangedaan, spring ik daarop in. Ik ben de oudste uit een gezin van zeven kinderen. Daardoor had ik veel verantwoordelijkheid – dat drukt een stempel op je. Ik ben altijd een zeer ernstige, serieuze knul geweest. Dat was al zo op de ambachtsschool.”

Toen hij na de hts-elektro en vier jaar militaire dienst bij Lucht- en Ruimtevaart terechtkwam, belandde de bewogen technicus al snel in de personeelsraad van de TU. Het was de tijd van de democratisering, van de rooie rakkers. Borsboom, met zijn korte leger-coupe, was vice-voorzitter in een bestuur van veelal langharigen. ,,De personeelsraad had een vrij linkse neiging. Zelf neig ik juist naar compromissen. Ik ben een bindende, stabiliserende factor. Die rol heb ik in de personeelsraad in het bijzonder kunnen vervullen. Tussen types van linkse signatuur vormde ik met mijn rechtse signatuur eentegenwicht.”

De RPF was toen al zijn partij. ,,Van huis uit ben ik rooms-katholiek. Belijdend, ja. In 1966 trouwde ik een hervormde vrouw, gereformeerd, en na zeven jaar ben ik ook overtuigd hervormd geworden.” De liefde voor de KVP, later CDA, was al definitief bekoeld toen deze partij abortus aanvaardde. Even zocht hij zijn heil bij D66 – zij het niet actief – maar toen kwam de RPF opzetten. ,,Dat was mijn stekje. Ik vond weer een dak boven mijn hoofd.”
Puzzel

De Bijbel is zijn belangrijkste wegwijzer. ,,Gods geboden zijn leidend.” Dat het wethouderschap nu zijn pad kruist, beziet Borsboom ook vanuit zijn geloofsovertuiging. ,,Als ik terugblik, denk ik dat het zo heeft moeten zijn. Hier is de leiding van God aanwezig. Terwijl het je overkomt merk je het niet, maar achteraf zie ik: ik ben er gewoon naartoe geleid. Het is een wonderlijke puzzel die precies in elkaar past. Op mijn vijfenvijftigste ga ik een nieuwe uitdaging aan. Nu mag ik voor de maatschappij wat gaan betekenen.”

Desalniettemin: de abruptheid van het vertrek speelt hem parten. Afscheid na 28 jaar valt zwaar. ,,Ik wist niet dat het zo diep zat.” De TU loslaten ging niet een-twee-drie.

Een vakantie bij vrienden in Duitsland gaf de doorslag. Zij stelden hem de Levitische priesters ten voorbeeld. Rond hun dertigste jaar zijn deze volwaardig priester en op hun vijftigste gaan ze afbouwen. ,,Het is heel bijbels om te constateren dat er een periode is van groei en van afbouw. Nu is het mijn tijd om het arbeidsleven af te bouwen. Ik mag het wethouderschap accepteren.”

,,Maar op hetzelfde moment dacht ik ook: er is nog geen opvolger. Daarom heb ik voorlopig iedere woensdag vrij. Om tot rust te komen en eventueel beschikbaar te zijn voor mijn opvolger.” Borsboom wil een overzichtelijke erfenis achterlaten. Zijn kamer is daarom van boven tot onder bezaaid met mapjes, enveloppen, memo’s. Drie volle dozen zijn al richting oud papier gegaan. Maar niks verdwijnt ongezien in de prullenmand. Ondertussen staan de collegeonderhandelingen en het ‘normale’ werk aan de TU niet stil.

,,Ja, ik had gedacht dat ik langzamerhand wat meer tijd zou krijgen. Maar ja… Binnenkort mag ik voor het eerst in 28 jaar weer tussen de middag thuis eten. En ik hoef niet meer in de ochtend- en avondspits staan. Ik vind het alleen wel jammer voor mijn poolmakker. Bijna vijfentwintig jaar rijd ik al samen met hem naar de TU. Misschien moet ik maar met mijn afscheid wachten tot dat jubileum.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.