Iedere beheerseenheid krijgt vertrouwenspersoon

/strong>

De nieuwe Klachtenregeling Ongewenst Gedrag (KOG) is de opvolger van de Ongewenste Intimiteitenregeling. Deze nieuwe regeling was nodig omdat de laatste jaren de denkbeelden over goed arbeidsomstandighedenbeleid zich verder hebben ontwikkeld. Deze hebben ook hun weerslag in de wet gekregen. De overheid vindt dat personeel en studenten prettig moeten kunnen werken en niet lastig gevallen mogen worden door ongewenst gedrag van anderen.

Mr.drs. R.A. Driece van de stafeenheid Juridische Zaken heeft zich beziggehouden met het opstellen van de nieuwe regeling. Driece: ,,Het College van Bestuur heeft er geen enkele moeite mee dat de overheid het zorgdragen voor een goede sfeer als taak van de werkgever ziet. Een slechte sfeer op het werk of op de studieplek kan de oorzaak zijn van ontevredenheid en zelfs ziekte van medewerkers of studenten. Voor wetgever en de werkgevers is het van belang de oorzaken van die slechte sfeer zoveel mogelijk terug te dringen.”

Driece was er voorstander van om een algemene omschrijving van ongewenst gedrag in de regeling te hanteren. ,,Voor mij is dat ieder gedrag waarvan de klager vindt dat hij/zij daar schade – psychisch of fysiek – van ondervindt. Anderen vonden dat te vaag en daarom hebben wij het gespecificeerd in: seksuele intimidatie, pesterij, roddel, bedreiging, discriminatie en geweld.”

Vertrouwenspersoon

De KOG staat open voor iedereen die in relatie tot zijn bezigheden aan de TU te maken krijgt met ongewenst gedrag. ,,Het is de bedoeling dat er van de KOG zo min mogelijk – en het liefst nooit – gebruik wordt gemaakt”, aldus Driece. ,,De TU streeft ernaar het personeels- en studentenbeleid dusdanig in te richten dat problemen zoals ongewenst gedrag op de werkvloer niet voorkomen. De KOG is dan ook geen oplossing op zich, maar eerder het sluitstuk van beleid. Dit stelt het beschermen van personeelsleden en studenten die te maken krijgen met ongewenst gedrag centraal.”

Een belangrijke rol binnen de KOG is weggelegd voor de vertrouwenspersoon. In tegenstelling tot de huidige regeling is het de bedoeling dat iedere beheerseenheid zijn eigen vertrouwenspersoon aanstelt om de drempel zo laag mogelijk te maken. Voor mensen die liever een aanspreekpunt hebben dat wat verder van de eigen organisatie staat zal er ook een centraal vertrouwenspersoon blijven. Bij de vertrouwenspersonen kan iedereen aankloppen met een klacht over ongewenst gedrag. Samen met de betreffende medewerker of student wordt bekeken wat hij of zij wil dat er met de klacht gebeurt. ,,Niet iedereen wil direct tot actie overgaan. Sommigen willen het stilletjes met de betrokkenen oplossen, anderen zijn zo verbolgen dat zij er juist wel mee naar buiten willen komen.” Is het laatste het geval dan kan de klacht voorgelegd worden aan een adviescommissie van het cvb. Deze bekijkt de klacht namens het college en brengt hierover advies uit. Of en welke sancties er uiteindelijk opgelegd worden, is een beslissing die alleen het cvb kan nemen. Voor het TU-personeel kunnen deze sancties disciplinaire maatregelen betreffen. Studenten en derden kan het College de toegang tot de TUgronden en gebouwen ontzeggen. ,,Overigens is ook in de regeling opgenomen dat bij ernstige misdragingen de universiteit aangifte kan en zal doen bij de politie.”

Beschuldigde

Het Lokaal Overleg drong er op aan ook een regeling te treffen voor het veiligstellen van de rechten van de beschuldigde. Ondenkbaar is het niet dat iemand ten onrechte van ongewenst gedrag wordt beticht. Driece: ,,Wij hebben daar lang over gepraat. Uiteindelijk hebben we besloten dat de beschuldigde niet kan aankloppen bij dezelfde vertrouwenspersoon. Wij oordeelden dat het beter was als de beschuldigde (juridische) steun buiten de instelling zoekt. Wij beseffen dat dat ongelijkheid creëert maar het is een weloverwogen keuze. Ondersteun je ook de beschuldigde vanuit de instelling, dan is er een kans dat er competitie binnen de universiteit ontstaat tussen de vertrouwenspersoon die optreedt voor de klager en de verdediger van de beschuldigde. ,,Bovendien”, benadrukt Driece ,,is het niet de bedoeling dat de vertrouwenspersonen een advocatenrol voor de klager gaat vervullen. In de eerste plaats is het zijn taak om emotionele steun te geven aan de medewerker of student die met een klacht komt en deze de weg te wijzen naar de beste behandeling van de klacht.”

Sinds kort kent de TU Delft een nieuwe Klachtenregeling Ongewenst Gedrag. Naast seksuele intimidatie worden ook zaken als pesterijen, roddel of bedreigingen niet langer geaccepteerd.

De nieuwe Klachtenregeling Ongewenst Gedrag (KOG) is de opvolger van de Ongewenste Intimiteitenregeling. Deze nieuwe regeling was nodig omdat de laatste jaren de denkbeelden over goed arbeidsomstandighedenbeleid zich verder hebben ontwikkeld. Deze hebben ook hun weerslag in de wet gekregen. De overheid vindt dat personeel en studenten prettig moeten kunnen werken en niet lastig gevallen mogen worden door ongewenst gedrag van anderen.

Mr.drs. R.A. Driece van de stafeenheid Juridische Zaken heeft zich beziggehouden met het opstellen van de nieuwe regeling. Driece: ,,Het College van Bestuur heeft er geen enkele moeite mee dat de overheid het zorgdragen voor een goede sfeer als taak van de werkgever ziet. Een slechte sfeer op het werk of op de studieplek kan de oorzaak zijn van ontevredenheid en zelfs ziekte van medewerkers of studenten. Voor wetgever en de werkgevers is het van belang de oorzaken van die slechte sfeer zoveel mogelijk terug te dringen.”

Driece was er voorstander van om een algemene omschrijving van ongewenst gedrag in de regeling te hanteren. ,,Voor mij is dat ieder gedrag waarvan de klager vindt dat hij/zij daar schade – psychisch of fysiek – van ondervindt. Anderen vonden dat te vaag en daarom hebben wij het gespecificeerd in: seksuele intimidatie, pesterij, roddel, bedreiging, discriminatie en geweld.”

Vertrouwenspersoon

De KOG staat open voor iedereen die in relatie tot zijn bezigheden aan de TU te maken krijgt met ongewenst gedrag. ,,Het is de bedoeling dat er van de KOG zo min mogelijk – en het liefst nooit – gebruik wordt gemaakt”, aldus Driece. ,,De TU streeft ernaar het personeels- en studentenbeleid dusdanig in te richten dat problemen zoals ongewenst gedrag op de werkvloer niet voorkomen. De KOG is dan ook geen oplossing op zich, maar eerder het sluitstuk van beleid. Dit stelt het beschermen van personeelsleden en studenten die te maken krijgen met ongewenst gedrag centraal.”

Een belangrijke rol binnen de KOG is weggelegd voor de vertrouwenspersoon. In tegenstelling tot de huidige regeling is het de bedoeling dat iedere beheerseenheid zijn eigen vertrouwenspersoon aanstelt om de drempel zo laag mogelijk te maken. Voor mensen die liever een aanspreekpunt hebben dat wat verder van de eigen organisatie staat zal er ook een centraal vertrouwenspersoon blijven. Bij de vertrouwenspersonen kan iedereen aankloppen met een klacht over ongewenst gedrag. Samen met de betreffende medewerker of student wordt bekeken wat hij of zij wil dat er met de klacht gebeurt. ,,Niet iedereen wil direct tot actie overgaan. Sommigen willen het stilletjes met de betrokkenen oplossen, anderen zijn zo verbolgen dat zij er juist wel mee naar buiten willen komen.” Is het laatste het geval dan kan de klacht voorgelegd worden aan een adviescommissie van het cvb. Deze bekijkt de klacht namens het college en brengt hierover advies uit. Of en welke sancties er uiteindelijk opgelegd worden, is een beslissing die alleen het cvb kan nemen. Voor het TU-personeel kunnen deze sancties disciplinaire maatregelen betreffen. Studenten en derden kan het College de toegang tot de TUgronden en gebouwen ontzeggen. ,,Overigens is ook in de regeling opgenomen dat bij ernstige misdragingen de universiteit aangifte kan en zal doen bij de politie.”

Beschuldigde

Het Lokaal Overleg drong er op aan ook een regeling te treffen voor het veiligstellen van de rechten van de beschuldigde. Ondenkbaar is het niet dat iemand ten onrechte van ongewenst gedrag wordt beticht. Driece: ,,Wij hebben daar lang over gepraat. Uiteindelijk hebben we besloten dat de beschuldigde niet kan aankloppen bij dezelfde vertrouwenspersoon. Wij oordeelden dat het beter was als de beschuldigde (juridische) steun buiten de instelling zoekt. Wij beseffen dat dat ongelijkheid creëert maar het is een weloverwogen keuze. Ondersteun je ook de beschuldigde vanuit de instelling, dan is er een kans dat er competitie binnen de universiteit ontstaat tussen de vertrouwenspersoon die optreedt voor de klager en de verdediger van de beschuldigde. ,,Bovendien”, benadrukt Driece ,,is het niet de bedoeling dat de vertrouwenspersonen een advocatenrol voor de klager gaat vervullen. In de eerste plaats is het zijn taak om emotionele steun te geven aan de medewerker of student die met een klacht komt en deze de weg te wijzen naar de beste behandeling van de klacht.”