Campus

Idol

Het is weer zover: het badkamertalent van Nederland is klaar met douchen en zet zich massaal voor schut. Ze gaan echt zingen, ze gaan meedoen aan ‘Idols’.

Dat moet heel buiskluisterend Nederland dan weer zien en aanhoren. Terwijl iedereen weet dat het grote talent van Nederland bij Idols uitblijft, blijft iedereen toch kijken. En voor je het weet, zijn er fans. En waar fans zijn, is een idool.

Ik moet toegeven: ik kijk ook wel eens naar Idols. Maar dan uit verveling, uit medelijden, of omdat er niets beters op de buis is. Ik ben natuurlijk geen fan. Ik vind er niks aan. Ik ga meestal douchen als ik de eerste kandidaat heb gehoord. Ik luister liever naar m’n eigen stem, in de badkamer.

En dan zie ik het altijd ineens weer voor me: Henkjan Smits gaat uit z’n pan, de juryleden kijken elkaar aan, de opname wordt stilgelegd, overige kandidaten worden naar huis gestuurd: het is een gekkenhuis. Dit alles gebeurt in slowmotion natuurlijk. Het is een goede film. Als ik uit de douchecel stap, heb ik zojuist een fenomenaal optreden in Ahoy’ gegeven en buiten staan natuurlijk hordes fans me op te wachten. Zo’n groot talent had niemand verwacht.

Maar wanneer ik de badkamer uitkom, zijn de fans alweer verdwenen: ze zullen er waarschijnlijk nooit geweest zijn.

Op de televisie is nog steeds Idols bezig. Ik ga toch even kijken; het is natuurlijk wel leuk om naar te kijken. Ik ben het kritische bankpubliek. En uiteindelijk lig ik ’s avonds alleen in bed, stilletjes na te denken welk liedje ík eigenlijk zou zingen. En dat ik veel beter ben. In ons hoofd zijn we ons eigen publiek en idool tegelijk. En dat is fijn, want in je hoofd is er geen televisie, geen Henkjan Smits, en zeker geen brillenfabrikant, die brood in je ziet.

Het is weer zover: het badkamertalent van Nederland is klaar met douchen en zet zich massaal voor schut. Ze gaan echt zingen, ze gaan meedoen aan ‘Idols’. Dat moet heel buiskluisterend Nederland dan weer zien en aanhoren. Terwijl iedereen weet dat het grote talent van Nederland bij Idols uitblijft, blijft iedereen toch kijken. En voor je het weet, zijn er fans. En waar fans zijn, is een idool.

Ik moet toegeven: ik kijk ook wel eens naar Idols. Maar dan uit verveling, uit medelijden, of omdat er niets beters op de buis is. Ik ben natuurlijk geen fan. Ik vind er niks aan. Ik ga meestal douchen als ik de eerste kandidaat heb gehoord. Ik luister liever naar m’n eigen stem, in de badkamer.

En dan zie ik het altijd ineens weer voor me: Henkjan Smits gaat uit z’n pan, de juryleden kijken elkaar aan, de opname wordt stilgelegd, overige kandidaten worden naar huis gestuurd: het is een gekkenhuis. Dit alles gebeurt in slowmotion natuurlijk. Het is een goede film. Als ik uit de douchecel stap, heb ik zojuist een fenomenaal optreden in Ahoy’ gegeven en buiten staan natuurlijk hordes fans me op te wachten. Zo’n groot talent had niemand verwacht.

Maar wanneer ik de badkamer uitkom, zijn de fans alweer verdwenen: ze zullen er waarschijnlijk nooit geweest zijn.

Op de televisie is nog steeds Idols bezig. Ik ga toch even kijken; het is natuurlijk wel leuk om naar te kijken. Ik ben het kritische bankpubliek. En uiteindelijk lig ik ’s avonds alleen in bed, stilletjes na te denken welk liedje ík eigenlijk zou zingen. En dat ik veel beter ben. In ons hoofd zijn we ons eigen publiek en idool tegelijk. En dat is fijn, want in je hoofd is er geen televisie, geen Henkjan Smits, en zeker geen brillenfabrikant, die brood in je ziet.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.