Onderwijs

Hollandse stedendwinger

Stedenbouwkundige Rob van der Velden bedacht een groot gedeelte van de Hollandse stad Gaoqiao in China. Chinezen wonen in Amsterdamse grachtenpanden, kopen vis bij de visbanken van Gouda, lopen langs Delftse grachten en kijken uit op molens.

In het centrum van Gaoqiao, een voorstad van Sjanghai, staat een enorme klomp. De grap van de eeuw, vindt Van der Velden. “De Chinezen bouwen negen nieuwe voorsteden bij Sjanghai. Waaronder een Franse en een Duitse stad. Voor de Nederlandse stad zochten ze nog een symbool. Toen heb ik ze een plaatje gestuurd van de grote klomp van Sint Oedenrode, mijn geboorteplaats. Die klomp hebben ze overgenomen en staat nu daar. Hilarisch.”

Rob van der Velden, directeur van Atelier Dutch, steekt het niet onder stoelen of banken. Een Hollandse stad in China ziet er gek uit. Lachwekkend misschien. “Natuurlijk is het een nepstad, laat daar geen illusie over bestaan”, zegt hij. Een paar maanden geleden struinde hij er nog rond. Hij vond het vreemd om tussen de grachten, molens en tulpen te wandelen in China.

Maar het ontwerpen van de stad ziet hij zeker niet als een grote grap. Want zodra de stadsplanning van Gaoqiao ter sprake komt, raakt Van der Velden in vervoering. “Hoe vaak krijg je de kans een nieuwe stad te ontwerpen als stedenbouwkundige? In Nederland kan dat bijna niet. Daar wel.”

“Gaoqiao ligt in de delta van de rivier Yangtze. Het is een laag, drassig gebied dat vergelijkbaar is met Nederland. Het grootste probleem van de stad is om hem droog te houden in de regentijd. Daardoor werden we gedwongen om na te denken over een ontwateringsschema. Zo kwamen we al snel bij de oude Hollandse steden uit.”
Stank

Nederland, met de vele polders en de eeuwige strijd tegen het water, is een goed voorbeeld voor hoe je de ontwatering zou moeten aanpakken, meent Van der Velden. “Door een grachtensysteem te maken, voorkom je wateroverlast. De grachten moet je aan elkaar koppelen, de verhouding moet precies zo zijn dat het grondwater steeds naar een gracht stroomt. Daar is in Nederland vroeger goed over nagedacht. Als in de winter veel water valt, moet je een afwateringssysteem aan de grachten koppelen. Zodat mensen droge voeten houden in de binnenstad.”

Dat de grachten van fundamenteel belang zijn bij de regulering van het overtollige water, was de Chinezen niet helemaal duidelijk. “Ze hadden maar een klein laagje water in de grachten laten staan. Ze waren bang dat het anders zou gaan stinken. Wij hebben al eeuwen ervaring met bouwen rond water in Nederland, dus die kennis kwam voor hen wel van pas. We hebben ze toen uitgelegd dat als je water circuleert je geen last hebt van stank. En dat je het beste grachten en straten kan bouwen in een gridsysteem, zoals in Delft en Leiden.”

Van der Velden kwam erachter dat hij veel aan de Chinezen uit moest leggen. Zelfs wat voor Nederlanders zo vanzelfsprekend is, dat het hier geen uitleg meer behoeft. “Ze hadden de plannen aangepast, door een van de grachten door de stad te laten meanderen. Vervolgens vroegen ze mij hoe het kon dat die meanderende gracht, niet meer op een gracht leek.”

Dat Rob van der Velden de Hollandse voorstad van Sjanghai heeft ontworpen, is geen toeval. Hij is gefascineerd door de oude Hollandse steden. “Die steden zijn ontworpen door de hoogheemraadschappen. Die hebben de koppen bij elkaar gestoken en zich afgevraagd hoe je kan bouwen in een drassig gebied. Nu vinden veel mensen Delft een heel romantische stad, terwijl die heel rationeel is ontstaan.”
Laveloos

Van der Velden ging in Delft studeren omdat hij graag iets wilde bedenken, waar hij uiteindelijk ook het concrete resultaat van zou zien. “Ik twijfelde tussen bouwkunde en civiele techniek. De combinatie van een plan uitdenken en zelf knutselen, sprak me vooral aan. Ik koos uiteindelijk voor bouwkunde, omdat ik heel graag een gebouw wilde maken waar ik zelf doorheen kon lopen als het af is. Als ik het niet zelf kan zien, verlies ik mijn interesse. Vroeger vond ik al vakken als wiskunde en natuurkunde veel te abstract.”

Uiteindelijk koos Van der Velden voor stedenbouwkunde, omdat hij daar met veel disciplines moest samenwerken. “Je moet rekening houden met architecten, maar ook met verkeerskundigen. En je bepaalt nog concreter wat waar komt te staan.”

Als student liep Van der Velden de kantjes er vanaf. “Ik was zeker geen streber. Als je ambitie combineert met luiheid, dan word je gedwongen tot creativiteit. Als ik een presentatie had en een ontwerp moest presenteren, maakte ik niet eerst dertig tekeningen, maar dacht ik een uur lang goed na over mijn ontwerp. Ik kon ook lekker lui zijn, omdat ik in dat uurtje altijd wel tot de kern van de zaak kwam. Ik was een gemakkelijke student. Ik heb ook laveloos in Nighttown gehangen. Die avonden dat ik met mijn vrienden bier dronk, leverden vaak de beste inzichten op.”

Tijdens zijn studie raakte Van der Velden verknocht aan Delft. Hij dwaalde graag lang langs de grachten om te kijken hoe de binnenstad in elkaar zat. “Delft is een goed voorbeeld van een stad vol verrassingen”, zegt de stedenbouwkundige. Een goede stad, betoogt hij, is als een schilderij van Johannes Vermeer. “Bij Vermeer ben je altijd nieuwsgierig naar wat er net buiten beeld gebeurt. Zoals het raam waar de zon naar binnen schijnt op ‘Het Melkmeisje’. Ik vraag me dan af wat daar achter gebeurt. Zo zou een stad ook in elkaar moeten zitten. Je moet niet direct overzicht hebben. In Delft verwacht je de Beestenmarkt bijvoorbeeld niet als je over het Oosteinde loopt. Dat is goed ontworpen en bepaalt ook het succes van de Markt.”
Striphelden

In steden loopt Van der Velden daarom altijd gefascineerd rond om te ontdekken waar de straten naar toe leiden. “In Delft loop je vrijwel altijd op een bezienswaardigheid af.” Hij begint direct fanatiek de plattegrond van Delft te schetsen. “Je komt altijd uit bij een kerk, het stadhuis of een markt. Het nieuwe gemeentehuis staat in een lijn met het stadhuis, ook dat vind ik heel mooi gekozen. En de Oude Delft heeft een heel ander karakter dan de Verwersdijk.” Sommige nieuwbouwwijken kunnen hem minder bekoren. “Een paar weken gelden was ik in een nieuwbouwwijk in Zwolle. Ik moest van de ene naar de andere kant van de wijk en dat kreeg ik bijna niet voor elkaar zonder te verdwalen. Daar erger ik me dan aan.”

Bij zijn eigen ontwerpen zul je die kans niet snel lopen. In Almere ontwierp hij de Stripheldenbuurt. Een Vinex-wijk met veel water, bruggen en groen. In 1999, toen hij net werkte bij TKA Architecture Urban Design, werkte hij aan de plannen. Nu is de wijk klaar. “Het werk van een stedenbouwkundige is er een van een lange adem. Ik ben er laatst weer geweest, dat vond ik wel bijzonder. Je loopt dan rond door een wijk, die je zelf hebt bedacht. Ik heb daar onder meer vier grachten bij elkaar laten komen en een brug op een kruising bedacht. Er staan veel bomen omheen. Ik vind dat die wijk een goede sfeer heeft.”

Zeven jaar na zijn afstuderen is Rob van der Velden directeur van Atelier Dutch. “Ik heb veel kansen gekregen en gegrepen”, zegt hij terugblikkend. “Ik heb al snel professioneel veel bereikt. Maar ik ben er wel achter dat een hoge functie niet het belangrijkste is. Ik heb nog steeds een enorme inhoudelijke ambitie. Ik zou het geweldig vinden als mensen met een stedenbouwkundig complex probleem zouden roepen: ‘daar heb je Van der Velden voor nodig’.”

www.atelierdutch.nl

Naam: Rob van der Velden (31)

Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend

Woonplaats: Amsterdam

Studie: Stedenbouwkunde

Afgestudeerd: 1999

Afstudeerproject: Herontwikkeling van de spoorzone Breda

Loopbaan: Na zijn afstuderen ging Van der Velden aan de slag bij TKA Architecture Urban Design in Almere. In 2001 werkte hij mee aan de tentoonstelling ‘Bouwexpo’ van het Nederlands Architectuur Instituut. Sinds 2003 is hij directeur van Atelier Dutch in Almere.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

In het centrum van Gaoqiao, een voorstad van Sjanghai, staat een enorme klomp. De grap van de eeuw, vindt Van der Velden. “De Chinezen bouwen negen nieuwe voorsteden bij Sjanghai. Waaronder een Franse en een Duitse stad. Voor de Nederlandse stad zochten ze nog een symbool. Toen heb ik ze een plaatje gestuurd van de grote klomp van Sint Oedenrode, mijn geboorteplaats. Die klomp hebben ze overgenomen en staat nu daar. Hilarisch.”

Rob van der Velden, directeur van Atelier Dutch, steekt het niet onder stoelen of banken. Een Hollandse stad in China ziet er gek uit. Lachwekkend misschien. “Natuurlijk is het een nepstad, laat daar geen illusie over bestaan”, zegt hij. Een paar maanden geleden struinde hij er nog rond. Hij vond het vreemd om tussen de grachten, molens en tulpen te wandelen in China.

Maar het ontwerpen van de stad ziet hij zeker niet als een grote grap. Want zodra de stadsplanning van Gaoqiao ter sprake komt, raakt Van der Velden in vervoering. “Hoe vaak krijg je de kans een nieuwe stad te ontwerpen als stedenbouwkundige? In Nederland kan dat bijna niet. Daar wel.”

“Gaoqiao ligt in de delta van de rivier Yangtze. Het is een laag, drassig gebied dat vergelijkbaar is met Nederland. Het grootste probleem van de stad is om hem droog te houden in de regentijd. Daardoor werden we gedwongen om na te denken over een ontwateringsschema. Zo kwamen we al snel bij de oude Hollandse steden uit.”
Stank

Nederland, met de vele polders en de eeuwige strijd tegen het water, is een goed voorbeeld voor hoe je de ontwatering zou moeten aanpakken, meent Van der Velden. “Door een grachtensysteem te maken, voorkom je wateroverlast. De grachten moet je aan elkaar koppelen, de verhouding moet precies zo zijn dat het grondwater steeds naar een gracht stroomt. Daar is in Nederland vroeger goed over nagedacht. Als in de winter veel water valt, moet je een afwateringssysteem aan de grachten koppelen. Zodat mensen droge voeten houden in de binnenstad.”

Dat de grachten van fundamenteel belang zijn bij de regulering van het overtollige water, was de Chinezen niet helemaal duidelijk. “Ze hadden maar een klein laagje water in de grachten laten staan. Ze waren bang dat het anders zou gaan stinken. Wij hebben al eeuwen ervaring met bouwen rond water in Nederland, dus die kennis kwam voor hen wel van pas. We hebben ze toen uitgelegd dat als je water circuleert je geen last hebt van stank. En dat je het beste grachten en straten kan bouwen in een gridsysteem, zoals in Delft en Leiden.”

Van der Velden kwam erachter dat hij veel aan de Chinezen uit moest leggen. Zelfs wat voor Nederlanders zo vanzelfsprekend is, dat het hier geen uitleg meer behoeft. “Ze hadden de plannen aangepast, door een van de grachten door de stad te laten meanderen. Vervolgens vroegen ze mij hoe het kon dat die meanderende gracht, niet meer op een gracht leek.”

Dat Rob van der Velden de Hollandse voorstad van Sjanghai heeft ontworpen, is geen toeval. Hij is gefascineerd door de oude Hollandse steden. “Die steden zijn ontworpen door de hoogheemraadschappen. Die hebben de koppen bij elkaar gestoken en zich afgevraagd hoe je kan bouwen in een drassig gebied. Nu vinden veel mensen Delft een heel romantische stad, terwijl die heel rationeel is ontstaan.”
Laveloos

Van der Velden ging in Delft studeren omdat hij graag iets wilde bedenken, waar hij uiteindelijk ook het concrete resultaat van zou zien. “Ik twijfelde tussen bouwkunde en civiele techniek. De combinatie van een plan uitdenken en zelf knutselen, sprak me vooral aan. Ik koos uiteindelijk voor bouwkunde, omdat ik heel graag een gebouw wilde maken waar ik zelf doorheen kon lopen als het af is. Als ik het niet zelf kan zien, verlies ik mijn interesse. Vroeger vond ik al vakken als wiskunde en natuurkunde veel te abstract.”

Uiteindelijk koos Van der Velden voor stedenbouwkunde, omdat hij daar met veel disciplines moest samenwerken. “Je moet rekening houden met architecten, maar ook met verkeerskundigen. En je bepaalt nog concreter wat waar komt te staan.”

Als student liep Van der Velden de kantjes er vanaf. “Ik was zeker geen streber. Als je ambitie combineert met luiheid, dan word je gedwongen tot creativiteit. Als ik een presentatie had en een ontwerp moest presenteren, maakte ik niet eerst dertig tekeningen, maar dacht ik een uur lang goed na over mijn ontwerp. Ik kon ook lekker lui zijn, omdat ik in dat uurtje altijd wel tot de kern van de zaak kwam. Ik was een gemakkelijke student. Ik heb ook laveloos in Nighttown gehangen. Die avonden dat ik met mijn vrienden bier dronk, leverden vaak de beste inzichten op.”

Tijdens zijn studie raakte Van der Velden verknocht aan Delft. Hij dwaalde graag lang langs de grachten om te kijken hoe de binnenstad in elkaar zat. “Delft is een goed voorbeeld van een stad vol verrassingen”, zegt de stedenbouwkundige. Een goede stad, betoogt hij, is als een schilderij van Johannes Vermeer. “Bij Vermeer ben je altijd nieuwsgierig naar wat er net buiten beeld gebeurt. Zoals het raam waar de zon naar binnen schijnt op ‘Het Melkmeisje’. Ik vraag me dan af wat daar achter gebeurt. Zo zou een stad ook in elkaar moeten zitten. Je moet niet direct overzicht hebben. In Delft verwacht je de Beestenmarkt bijvoorbeeld niet als je over het Oosteinde loopt. Dat is goed ontworpen en bepaalt ook het succes van de Markt.”
Striphelden

In steden loopt Van der Velden daarom altijd gefascineerd rond om te ontdekken waar de straten naar toe leiden. “In Delft loop je vrijwel altijd op een bezienswaardigheid af.” Hij begint direct fanatiek de plattegrond van Delft te schetsen. “Je komt altijd uit bij een kerk, het stadhuis of een markt. Het nieuwe gemeentehuis staat in een lijn met het stadhuis, ook dat vind ik heel mooi gekozen. En de Oude Delft heeft een heel ander karakter dan de Verwersdijk.” Sommige nieuwbouwwijken kunnen hem minder bekoren. “Een paar weken gelden was ik in een nieuwbouwwijk in Zwolle. Ik moest van de ene naar de andere kant van de wijk en dat kreeg ik bijna niet voor elkaar zonder te verdwalen. Daar erger ik me dan aan.”

Bij zijn eigen ontwerpen zul je die kans niet snel lopen. In Almere ontwierp hij de Stripheldenbuurt. Een Vinex-wijk met veel water, bruggen en groen. In 1999, toen hij net werkte bij TKA Architecture Urban Design, werkte hij aan de plannen. Nu is de wijk klaar. “Het werk van een stedenbouwkundige is er een van een lange adem. Ik ben er laatst weer geweest, dat vond ik wel bijzonder. Je loopt dan rond door een wijk, die je zelf hebt bedacht. Ik heb daar onder meer vier grachten bij elkaar laten komen en een brug op een kruising bedacht. Er staan veel bomen omheen. Ik vind dat die wijk een goede sfeer heeft.”

Zeven jaar na zijn afstuderen is Rob van der Velden directeur van Atelier Dutch. “Ik heb veel kansen gekregen en gegrepen”, zegt hij terugblikkend. “Ik heb al snel professioneel veel bereikt. Maar ik ben er wel achter dat een hoge functie niet het belangrijkste is. Ik heb nog steeds een enorme inhoudelijke ambitie. Ik zou het geweldig vinden als mensen met een stedenbouwkundig complex probleem zouden roepen: ‘daar heb je Van der Velden voor nodig’.”

www.atelierdutch.nl

Naam: Rob van der Velden (31)

Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend

Woonplaats: Amsterdam

Studie: Stedenbouwkunde

Afgestudeerd: 1999

Afstudeerproject: Herontwikkeling van de spoorzone Breda

Loopbaan: Na zijn afstuderen ging Van der Velden aan de slag bij TKA Architecture Urban Design in Almere. In 2001 werkte hij mee aan de tentoonstelling ‘Bouwexpo’ van het Nederlands Architectuur Instituut. Sinds 2003 is hij directeur van Atelier Dutch in Almere.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.