Morgen start een onderzoeksprogramma om te kijken hoe je meer transport over water kunt realiseren. Dat is beter voor het milieu. Prof. Rudy Negenborn leidt het onderzoek.
Lage waterstanden in de zomer zijn een terugkerend fenomeen. Door aanhoudende droogte in het Europese voorjaar worden de grote rivieren smaller en ondieper. De binnenvaart past zich aan door minder lading mee te nemen en de diepste plekken op te zoeken. Dat kan slimmer, stelt prof.dr. Rudy Negenborn (maritieme & transporttechnologie bij 3mE). Hij ontving dit voorjaar bijna 9 miljoen euro van de Europese Commissie voor het onderzoeksprogramma Novimove (Novel Inland Waterway Transport Concepts for Moving Freight Effectively) met als doel de capaciteit van transport over het water tot 2030 met 30 procent te vergroten ten opzichte van 2010. De reden: transport over het water tussen Rotterdam of Antwerpen en Bazel heeft een veel lagere CO2-uitstoot dan vervoer over de weg. Maar door slechte aansluiting en gebrekkig informatiegebruik wordt de capaciteit van de binnenvaart niet volledig benut. Novimove komt met concrete voorstellen om dat te verbeteren. Op 19 juni gaat het onderzoek van start.
Momenteel staat het water in de grote rivieren laag en kunnen schepen minder vracht meenemen. Hoe gaat uw onderzoek die situatie verbeteren?
Negenborn: “We gaan transport over water optimaliseren over de hele corridor van Antwerpen en Rotterdam naar Bazel. We kijken naar drie verschillende niveaus: scheepsontwerp, slimme navigatie, en logistiek; welk schip zet je in voor welke lading? Variaties in waterstanden kunnen een grote impact hebben op wat er wel en niet over water kan, en op de capaciteit van schepen. Dat zullen we ook zeker meenemen. Een idee daarover is een nieuw scheepsontwerp met een soort opblaasbare drijvers aan de zijkant om de diepgang te verminderen.”
Wat is het overkoepelende idee van uw voorstel?
“Novimove richt zich op het weghalen van ‘gaten’ in tijd en ruimte. Er zijn nog veel wachttijden bij havens omdat logistieke processen niet goed op elkaar aansluiten. Bij sluizen zijn er wachttijden doordat er geen goede afstemming is tussen wanneer de schipper aankomt en wie er voorrang heeft. In ruimte bepalen lage waterstanden en veranderingen in rivierbeddingen waar schepen kunnen varen. Verder is de belading van containers niet optimaal. Veel containers zitten helemaal niet vol. Dat zou je kunnen verbeteren door lading aan het begin van de reis bijeen te voegen om dat verderop weer uit elkaar te halen.”
Is dat niet enorm bewerkelijk?
“Dat gaan we dus uitzoeken.”
Hoe zijn die wachttijden te verkorten?
“Aan de ene kant is dat een kwestie van techniekontwikkeling van navigatiesystemen die kunnen communiceren met sluizen. Momenteel vaart elke schipper zo snel mogelijk naar de volgende sluis om erachter te komen dat dat niet had gehoeven. Ook varen ze zo snel mogelijk naar de terminal, waar men dan nog bezig is een zeeschip uit te laden. De schipper is wel snel, maar had hij alles geweten, dan zou hij rustiger en zuiniger hebben kunnen varen. Dat scheelt weer brandstof en emissies. Naast het technische onderzoek is er het logistieke deel waarbij je veel moet samenwerken met de belanghebbende bedrijven en organisaties. Daarom zijn er veel bedrijven betrokken die uiteindelijk de techniek in hun processen moet integreren zoals havenautoriteiten en waterwegbeheerders.”
Wat verwacht u als meest tastbare uitkomst over vier jaar?
“We hebben dan een systeem waarmee we de combinatie van innovaties kunnen bepalen die de grootste logistieke verbetering geven. We hebben dan een simulatie waarmee we de voordelen van innovaties kunnen demonstreren. Daarnaast zullen we twee demonstrators hebben: een van de slimme sluisplanning die communicatie tussen sluis en schip benut, en een schaalmodel van een scheepstype met aanpasbare diepgang ”
Naast de TU Delft zijn er 21 partijen bij het consortium betrokken: kennisinstellingen, vervoerders, havenautoriteiten en technologieontwikkelaars. “We kunnen nu veel van de ideeën waar we binnen de afdeling fundamenteel onderzoek naar doen verder uitwerken met externe partners”, zegt Negenborn. Het Novimove-programma is een van de vier gehonoreerde onderzoeksprogramma’s op het gebied van innovatie van de binnenvaart binnen het Europese Horizon 2020 programma. Het programma start op 19 juni 2020, en de looptijd is vier jaar.
Op 19 juni 2020 vindt de kick-off van het onderzoeksprogramma plaats, wat een online evenement zal zijn waarbij de onderzoeksgroepen op gebied van scheepsontwerp, navigatie en logistiek zullen bespreken wat ze van elkaar nodig hebben. In de loop van 2022 verwacht onderzoeksleider Negenborn de eerste publieke demonstraties.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.