Opinie

Hoe kom ik in de krant?

Hoe komt een wetenschapper met zijn geniale, maatschappelijk relevante ideeën in de krant? Communicatieadviseur Huub ter Haar belooft gouden tips om de kloof tussen journalisten en wetenschappers te dichten.

De tijd dat een wetenschapper zich in een ivoren toren opsloot om stilletjes te werken aan zijn onderzoek, lijkt voorbij. Tegenwoordig moeten onderzoeken maatschappelijk relevant zijn. Maar ideeën van wetenschappers bereiken de burger amper. En dat is zonde, vindt Huub ter Haar. Hij schreef daarom het boek ‘Uw opinie in de krant’. De beste manier om de deskundige mening van een wetenschapper aan de man te brengen is via de opiniepagina’s van de krant, beredeneert hij.

Maar daar zit nu juist het probleem. Want bij kranten werken journalisten. En wetenschappers komen van Mars, journalisten van Venus. Wetenschappers en journalisten hebben verschillende belangen en verstaan elkaar daarom slecht. Vooroordelen maken een goede samenwerking vaak onmogelijk. “Deskundigen vinden maar al te vaak dat journalisten dom zijn. Zij weten heel weinig van heel veel. […] Journalisten zijn lui en gemakzuchtig. Ze willen alles op een presenteerblaadje aangereikt krijgen en voegen vervolgens weinig toe.”

Ook journalisten hebben vooroordelen over wetenschappers. Journalisten vinden dat zij ‘veel weten van heel weinig’. “Met name wetenschappelijk geschoolde professionals zijn vaak niet in staat om de kern van hun betoog kort te verwoorden. Ook ontbreekt het hen aan besef hoe je kennis aan een breed publiek moet presenteren.” De deskundige, meent Ter Haar, stelt kennis altijd centraal. “De journalist begint bij het publiek. In alle keuzes vraagt hij zich af of het onderwerp de interesse heeft van het publiek.”

Ondanks deze kloof hebben ze elkaar natuurlijk nodig. Journalisten en wetenschappers zijn tot elkaar veroordeeld. Wat is een krant zonder toegankelijk geschreven en goed onderbouwde opiniestukken? En wat is een wetenschapper zonder aandacht voor zijn onderzoek? Bovendien worden de opiniepagina’s in de gaten gehouden door politici. Wil je aandacht voor zwakke dijken of supersonische vliegtuigen promoten, schrijf dan een opiniestuk. Het is een uitstekende manier om je onderzoek op de politieke agenda te zetten.

Ter Haar geeft wetenschappers daarom tips om de kloof te overbruggen. “Wacht niet tot de media zich bij je melden”, schrijft Ter Haar in tip één. “Neem zelf initiatief.” Stuur ook nooit zomaar een boek of bericht op, maar neem altijd eerst persoonlijk contact op met de redactie. Dan kom je minder snel op de grote stapel en kun je nog het een en ander zelf uitleggen over je onderzoek. Een e-mail wordt snel gewist, de telefoon wordt vrijwel altijd opgenomen.

Wetenschappers moeten ook leren water bij de wetenschappelijke wijn te doen. Schrijf daarom in de ’taal van de veertienjarige buurjongen’, zodat iedereen het kan begrijpen, benadrukt Ter Haar. En zorg dat je onderwerp actueel is, want een krant blijft een nieuwsmedium. Een waarschuwing voor zwakke dijken is bijvoorbeeld zeer spraakmakend.

Naast deze handige tips, legt ter Haar ook een vierstappenplan voor over hoe de structuur van een opiniestuk eruit moet zien. “Een goede lead bevat een standpunt” en nodigt zo uit om verder te lezen. Voor de schrijfstijl adviseert Ter Haar: ‘kies voor actieve zinnen’ en vermijd jargon, want dat ‘ontneemt de lust tot lezen’. Kies eventueel voor humor en spot om een betoog op te fleuren.

Veel journalisten die ‘Uw opinie in de krant’ lezen, zullen het boek overbodig vinden. Voor hen staat het boek vol met voor de hand liggende tips, zoals ‘schrijf toegankelijk’ en een uitleg over hoe redacties te werk gaan. Maar voor veel wetenschappers lijkt het mij een aanwinst. Nog steeds wordt de meerderheid van opiniestukken door kranten teruggestuurd omdat ze onleesbaar zijn of omdat wetenschappers een verkeerde aanpak kiezen. Wetenschappers kunnen veel fouten voorkomen dankzij dit boek. En dat brengt een plaatsing van een opiniestuk in de krant een flink aantal stappen dichterbij.

Huub ter Haar, ‘Uw opinie in de krant. In vier stappen deelnemen aan het publieke debat’, 120 p., uitgeverij Pepijn, 14,95.

De tijd dat een wetenschapper zich in een ivoren toren opsloot om stilletjes te werken aan zijn onderzoek, lijkt voorbij. Tegenwoordig moeten onderzoeken maatschappelijk relevant zijn. Maar ideeën van wetenschappers bereiken de burger amper. En dat is zonde, vindt Huub ter Haar. Hij schreef daarom het boek ‘Uw opinie in de krant’. De beste manier om de deskundige mening van een wetenschapper aan de man te brengen is via de opiniepagina’s van de krant, beredeneert hij.

Maar daar zit nu juist het probleem. Want bij kranten werken journalisten. En wetenschappers komen van Mars, journalisten van Venus. Wetenschappers en journalisten hebben verschillende belangen en verstaan elkaar daarom slecht. Vooroordelen maken een goede samenwerking vaak onmogelijk. “Deskundigen vinden maar al te vaak dat journalisten dom zijn. Zij weten heel weinig van heel veel. […] Journalisten zijn lui en gemakzuchtig. Ze willen alles op een presenteerblaadje aangereikt krijgen en voegen vervolgens weinig toe.”

Ook journalisten hebben vooroordelen over wetenschappers. Journalisten vinden dat zij ‘veel weten van heel weinig’. “Met name wetenschappelijk geschoolde professionals zijn vaak niet in staat om de kern van hun betoog kort te verwoorden. Ook ontbreekt het hen aan besef hoe je kennis aan een breed publiek moet presenteren.” De deskundige, meent Ter Haar, stelt kennis altijd centraal. “De journalist begint bij het publiek. In alle keuzes vraagt hij zich af of het onderwerp de interesse heeft van het publiek.”

Ondanks deze kloof hebben ze elkaar natuurlijk nodig. Journalisten en wetenschappers zijn tot elkaar veroordeeld. Wat is een krant zonder toegankelijk geschreven en goed onderbouwde opiniestukken? En wat is een wetenschapper zonder aandacht voor zijn onderzoek? Bovendien worden de opiniepagina’s in de gaten gehouden door politici. Wil je aandacht voor zwakke dijken of supersonische vliegtuigen promoten, schrijf dan een opiniestuk. Het is een uitstekende manier om je onderzoek op de politieke agenda te zetten.

Ter Haar geeft wetenschappers daarom tips om de kloof te overbruggen. “Wacht niet tot de media zich bij je melden”, schrijft Ter Haar in tip één. “Neem zelf initiatief.” Stuur ook nooit zomaar een boek of bericht op, maar neem altijd eerst persoonlijk contact op met de redactie. Dan kom je minder snel op de grote stapel en kun je nog het een en ander zelf uitleggen over je onderzoek. Een e-mail wordt snel gewist, de telefoon wordt vrijwel altijd opgenomen.

Wetenschappers moeten ook leren water bij de wetenschappelijke wijn te doen. Schrijf daarom in de ’taal van de veertienjarige buurjongen’, zodat iedereen het kan begrijpen, benadrukt Ter Haar. En zorg dat je onderwerp actueel is, want een krant blijft een nieuwsmedium. Een waarschuwing voor zwakke dijken is bijvoorbeeld zeer spraakmakend.

Naast deze handige tips, legt ter Haar ook een vierstappenplan voor over hoe de structuur van een opiniestuk eruit moet zien. “Een goede lead bevat een standpunt” en nodigt zo uit om verder te lezen. Voor de schrijfstijl adviseert Ter Haar: ‘kies voor actieve zinnen’ en vermijd jargon, want dat ‘ontneemt de lust tot lezen’. Kies eventueel voor humor en spot om een betoog op te fleuren.

Veel journalisten die ‘Uw opinie in de krant’ lezen, zullen het boek overbodig vinden. Voor hen staat het boek vol met voor de hand liggende tips, zoals ‘schrijf toegankelijk’ en een uitleg over hoe redacties te werk gaan. Maar voor veel wetenschappers lijkt het mij een aanwinst. Nog steeds wordt de meerderheid van opiniestukken door kranten teruggestuurd omdat ze onleesbaar zijn of omdat wetenschappers een verkeerde aanpak kiezen. Wetenschappers kunnen veel fouten voorkomen dankzij dit boek. En dat brengt een plaatsing van een opiniestuk in de krant een flink aantal stappen dichterbij.

Huub ter Haar, ‘Uw opinie in de krant. In vier stappen deelnemen aan het publieke debat’, 120 p., uitgeverij Pepijn, 14,95.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.