Campus

Het is tijd voor les in duurzame ontwikkeling

De TU trekt 1,35 miljoen gulden uit om ‘duurzame ontwikkeling’ een plek te geven in het onderwijs.Er komt een basis-lespakket voor alle studenten en daarnaast wordt geprobeerd om aandacht voor duurzame ontwikkeling in zoveel mogelijk vakken te integreren.

De Commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft, die dit heeft geadviseerd, zal deze plannen verder uitwerken.

De commissie heeft nog een derde pijl op haar boog: een afstudeeraantekening duurzame ontwikkeling voor studenten die in hun doctoraalfase een aantal specifieke keuzevakken volgen. Maar het cvb wil daarvoor pas gelegenheid bieden als er ervaring is opgedaan met het basispakket en de integratie.

De decanen en de studentenraad moeten nog advies uitbrengen over de plannen. De commissie heeft al wel gesprekken gevoerd met de faculteiten, en dat verliep ‘positief’, aldus commissie-voorzitter prof.dr.ir. J.L.A. Jansen. Toch reageerden niet alle opleidingen even enthousiast. Natuurkunde bijvoorbeeld zegt dat het curriculum geen ruimte biedt voor het basispakket, Civiel wil de theorie versnipperen over verschillende vakken en IO meent dat ze de stof al aanbiedt.

,,Het punt is natuurlijk: er moet tijd voor gemaakt worden. Daar zit de bottleneck”, weet Jansen. Het vijfjarig programma biedt eigenlijk ruimte voor dit soort ‘verbredende’ vakken. ,,Maar als opleidingen die tijd voor iets anders gebruiken, houdt het op; daarover moeten we het gesprek aangaan.”
Sommetje

De commissie stelt een vak voor van twee studiepunten, dat bestaat uit een algemeen theoriegedeelte (wat is duurzaamheid, hoe maak je een life-cycle-analysis) en een opleidingsgebonden deel. De twee helften kunnen apart worden aangeboden. Maar het moeten wel herkenbare onderdelen blijven, vindt Jansen, die nooit moe wordt het belang van duurzame ontwikkeling uit te leggen.

Hij maakt maar weer eens het rekensommetje voor de toekomst: De wereldbevolking groeit met factor 2, de welvaart wereldwijd met factor 4 tot 8 en het milieu wordt nu al overbelast; willen we een beetje leuk blijven leven dan moeten we ‘een factor 5 tot 50’ efficiënter met de natuurlijke reserves omgaan. ,,Dat is de uitdaging voor de ingenieur. In de praktijk van de industrie is dit al gemeengoed. De chemische industrie loopt daarbij voorop.”

,,Het gaat om de vraag: wil Delft de markt op afstand volgen, of een klein beetje voorlopen? We zijn wat aan de trage kant. Minder ver dan Eindhoven en Wageningen, maar verder dan Twente. Er zijn al allerlei plekken aan de TU waar op dit gebied veel gebeurt, maar je kunt het niet alleen van de voortrekkers laten afhangen. Want onze studenten krijgen in de beroepspraktijk zeker te maken met duurzame ontwikkeling. Daar kun je gif op innemen”, zegt Jansen.
Drempels

De hoogleraar blijft zijn verhaal slijten – aan docenten, aan decanen, aan hoogleraren. In de hoop dat ze zelf het belang inzien, want de commissie wil de opleidingen niets opleggen. ,,Wat win je daarmee? Je kunt een visie van bovenaf neerleggen, maar de uitvoering ligt bij de opleidingen zelf.”

De commissie wil wél alle drempels slechten voor docenten om wat met duurzame ontwikkeling te doen. Maak het ze zo gemakkelijk mogelijk, door docententrainingen te verzorgen, lesmodellen aan te bieden, of simpelweg gesprekspartner te zijn. Daarom starten er enkele pilotprojecten (de eerste bij Lucht- en Ruimtevaart) die duidelijk moeten maken hoe duurzame ontwikkeling in de vakken te ‘vlechten’ is. ,,Bij Industrieel Ontwerpen is duidelijk wat je met het thema kunt doen, maar bij bijvoorbeeld quantummechanica weet ik het ook niet zo snel.” De ervaring met de pilots moet zo’n vijf tot zes ‘vlechtmanieren’ opleveren waarmee docenten van alle soorten vakken aan de slag kunnen.

De uitvoering van de plannen gaat op 14 mei van start, met een conferentie voor docenten en studenten.

De TU trekt 1,35 miljoen gulden uit om ‘duurzame ontwikkeling’ een plek te geven in het onderwijs.

Er komt een basis-lespakket voor alle studenten en daarnaast wordt geprobeerd om aandacht voor duurzame ontwikkeling in zoveel mogelijk vakken te integreren. De Commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft, die dit heeft geadviseerd, zal deze plannen verder uitwerken.

De commissie heeft nog een derde pijl op haar boog: een afstudeeraantekening duurzame ontwikkeling voor studenten die in hun doctoraalfase een aantal specifieke keuzevakken volgen. Maar het cvb wil daarvoor pas gelegenheid bieden als er ervaring is opgedaan met het basispakket en de integratie.

De decanen en de studentenraad moeten nog advies uitbrengen over de plannen. De commissie heeft al wel gesprekken gevoerd met de faculteiten, en dat verliep ‘positief’, aldus commissie-voorzitter prof.dr.ir. J.L.A. Jansen. Toch reageerden niet alle opleidingen even enthousiast. Natuurkunde bijvoorbeeld zegt dat het curriculum geen ruimte biedt voor het basispakket, Civiel wil de theorie versnipperen over verschillende vakken en IO meent dat ze de stof al aanbiedt.

,,Het punt is natuurlijk: er moet tijd voor gemaakt worden. Daar zit de bottleneck”, weet Jansen. Het vijfjarig programma biedt eigenlijk ruimte voor dit soort ‘verbredende’ vakken. ,,Maar als opleidingen die tijd voor iets anders gebruiken, houdt het op; daarover moeten we het gesprek aangaan.”
Sommetje

De commissie stelt een vak voor van twee studiepunten, dat bestaat uit een algemeen theoriegedeelte (wat is duurzaamheid, hoe maak je een life-cycle-analysis) en een opleidingsgebonden deel. De twee helften kunnen apart worden aangeboden. Maar het moeten wel herkenbare onderdelen blijven, vindt Jansen, die nooit moe wordt het belang van duurzame ontwikkeling uit te leggen.

Hij maakt maar weer eens het rekensommetje voor de toekomst: De wereldbevolking groeit met factor 2, de welvaart wereldwijd met factor 4 tot 8 en het milieu wordt nu al overbelast; willen we een beetje leuk blijven leven dan moeten we ‘een factor 5 tot 50’ efficiënter met de natuurlijke reserves omgaan. ,,Dat is de uitdaging voor de ingenieur. In de praktijk van de industrie is dit al gemeengoed. De chemische industrie loopt daarbij voorop.”

,,Het gaat om de vraag: wil Delft de markt op afstand volgen, of een klein beetje voorlopen? We zijn wat aan de trage kant. Minder ver dan Eindhoven en Wageningen, maar verder dan Twente. Er zijn al allerlei plekken aan de TU waar op dit gebied veel gebeurt, maar je kunt het niet alleen van de voortrekkers laten afhangen. Want onze studenten krijgen in de beroepspraktijk zeker te maken met duurzame ontwikkeling. Daar kun je gif op innemen”, zegt Jansen.
Drempels

De hoogleraar blijft zijn verhaal slijten – aan docenten, aan decanen, aan hoogleraren. In de hoop dat ze zelf het belang inzien, want de commissie wil de opleidingen niets opleggen. ,,Wat win je daarmee? Je kunt een visie van bovenaf neerleggen, maar de uitvoering ligt bij de opleidingen zelf.”

De commissie wil wél alle drempels slechten voor docenten om wat met duurzame ontwikkeling te doen. Maak het ze zo gemakkelijk mogelijk, door docententrainingen te verzorgen, lesmodellen aan te bieden, of simpelweg gesprekspartner te zijn. Daarom starten er enkele pilotprojecten (de eerste bij Lucht- en Ruimtevaart) die duidelijk moeten maken hoe duurzame ontwikkeling in de vakken te ‘vlechten’ is. ,,Bij Industrieel Ontwerpen is duidelijk wat je met het thema kunt doen, maar bij bijvoorbeeld quantummechanica weet ik het ook niet zo snel.” De ervaring met de pilots moet zo’n vijf tot zes ‘vlechtmanieren’ opleveren waarmee docenten van alle soorten vakken aan de slag kunnen.

De uitvoering van de plannen gaat op 14 mei van start, met een conferentie voor docenten en studenten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.