MuseumzaalHet Delft Chamber Music Festival beleefde vorige week zijn eerste editie. Iedereen was vol lof, ondanks het feit dat het erg warm was onder de glazen koepel in Het Prinsenhof.
Léon van Ginneken, bestuurder van het festival en museummedewerker, vertrouwt erop dat het volgend jaar een vervolg krijgt.
Van tevoren was bekend dat de klimaatinstallatie in de Van der Mandelezaal in Stedelijk Museum Het Prinsenhof gemiddeld tien dagen per jaar niet kan voldoen aan de gestelde klimaateisen. Laat er nu uitgerekend tijdens het kamermuziekfestival een hittegolf plaatsvinden. Het was dus zweten en puffen, zowel voor de musici als de bezoekers.
Daarmee is het enige minpunt van het Delft Chamber Music Festival wel genoemd. En dan te bedenken dat de weergoden zich nog mild toonden, want een klaterende stortbui op het dak was nog minder welkom geheten. Muziekrecensent Pay-Uun Hiu van de Volkskrant merkte in dat verband op dat de zaal een ,,kritische akoestiek” heeft, maar als alle omstandigheden meewerken een ideale plek is.
Tot op het laatst is er nog gewerkt aan het verbeteren van die akoestiek. Vlak onder het glas werden vaandels opgehangen die geluidsgolven absorberen zodat de nagalm afneemt. Geen overbodige maatregel, want de glazen overkoepeling van het binnenterrein van Het Prinsenhof ontwierp architect Mick Eekhout niet speciaal voor het houden van concerten.
Volgens Van Ginneken is het zelfs min of meer toeval dat het kamermuziekfestival er is neergestreken. In zijn functie als hoofd bedrijfsvoering van museum Het Prinsenhof werd hij opgebeld door de manager van violiste Isabelle van Keulen die op zoek was naar een lokatie voor het festival. ,,Het moest een leuke uitstraling hebben en goed bereikbaar zijn binnen de Randstad. Ze zijn op de koffie geweest en vonden het een prima zaal. Zij geloofden erin en wij ook.”
Sponsor
Het programma met oude en nieuwe muziek, en de aanwezigheid van topmusici als Gidon Kremer en Enrico Pace aangevuld met jong talent, is bij pers en publiek enthousiast ontvangen. Daarom is het niet verwonderlijk dat iedereen nu verwacht dat het festival een jaarlijkse traditie wordt. Toch is dat allerminst zeker. Dit jaar ontving het festival een eenmalige subsidie van de gemeente Delft. Verder mocht het rekenen op de steun van enkele bedrijven, maar een echte sponsor heeft het festival vooralsnog niet gevonden.
,,We willen niet alleen van gemeentesubsidies afhankelijk zijn”, zegt Van Ginneken. ,,Hoewel het festival goed is voor de stad Delft, willen we niet onze hand ophouden bij de gemeente. Wij gaan liever in zee met commerciële sponsors. Bij sponsering praat je over prestatie en tegenprestatie. Door het festival hebben we bewezen dat we een professionele organisatie zijn die een uitstekend programma kan neerzetten.Dat moet vertrouwen wekken bij het bedrijfsleven.”
De Van der Mandelezaal, genoemd naar K.P. van der Mandele (1880-1975) die in 1934 de Stichting Prinsenhof oprichtte ter behoud van het historische gebouwencomplex, wordt intussen gebruikt waarvoor het in eerste aanzet bestemd was. Zo worden er regelmatig exposities voor moderne kunst gehouden. Het tentoonstellen van oudere kunst stuit op bezwaren, omdat het klimaat er minder goed beheersbaar is dan in de andere zalen van Het Prinsenhof.
Verder worden in de Van der Mandelezaal andere activiteiten georganiseerd, zoals lezingen en literaire bijeenkomsten. Voor volgend jaar staat er zelfs een toneelvoorstelling van Elckerlijc op het programma. De zaal wordt ook verhuurd voor commerciële doeleinden. Van Ginneken: ,,De activiteiten moeten aansluiten bij de activiteiten van het museum. Dus geen personeelsfeestjes of iets dergelijks. Daarvoor is de ruimte ook niet geschikt. Er mag bijvoorbeeld niet gerookt worden. We hebben buren en we hebben de nodige veiligheidseisen. We zijn ook geen zalenverhuurbedrijf, maar een culturele instelling.”
Muziekvoorstellingen staan niet op stapel. ,,We willen de Van der Mandelezaal niet profileren als een concertzaal. Daarvoor gaan we dus ook niet werven. We vinden het leuk om een muziekfestival aan Delft te koppelen, maar daarmee is ons doel bereikt.”
Museumzaal
Het Delft Chamber Music Festival beleefde vorige week zijn eerste editie. Iedereen was vol lof, ondanks het feit dat het erg warm was onder de glazen koepel in Het Prinsenhof. Léon van Ginneken, bestuurder van het festival en museummedewerker, vertrouwt erop dat het volgend jaar een vervolg krijgt.
Van tevoren was bekend dat de klimaatinstallatie in de Van der Mandelezaal in Stedelijk Museum Het Prinsenhof gemiddeld tien dagen per jaar niet kan voldoen aan de gestelde klimaateisen. Laat er nu uitgerekend tijdens het kamermuziekfestival een hittegolf plaatsvinden. Het was dus zweten en puffen, zowel voor de musici als de bezoekers.
Daarmee is het enige minpunt van het Delft Chamber Music Festival wel genoemd. En dan te bedenken dat de weergoden zich nog mild toonden, want een klaterende stortbui op het dak was nog minder welkom geheten. Muziekrecensent Pay-Uun Hiu van de Volkskrant merkte in dat verband op dat de zaal een ,,kritische akoestiek” heeft, maar als alle omstandigheden meewerken een ideale plek is.
Tot op het laatst is er nog gewerkt aan het verbeteren van die akoestiek. Vlak onder het glas werden vaandels opgehangen die geluidsgolven absorberen zodat de nagalm afneemt. Geen overbodige maatregel, want de glazen overkoepeling van het binnenterrein van Het Prinsenhof ontwierp architect Mick Eekhout niet speciaal voor het houden van concerten.
Volgens Van Ginneken is het zelfs min of meer toeval dat het kamermuziekfestival er is neergestreken. In zijn functie als hoofd bedrijfsvoering van museum Het Prinsenhof werd hij opgebeld door de manager van violiste Isabelle van Keulen die op zoek was naar een lokatie voor het festival. ,,Het moest een leuke uitstraling hebben en goed bereikbaar zijn binnen de Randstad. Ze zijn op de koffie geweest en vonden het een prima zaal. Zij geloofden erin en wij ook.”
Sponsor
Het programma met oude en nieuwe muziek, en de aanwezigheid van topmusici als Gidon Kremer en Enrico Pace aangevuld met jong talent, is bij pers en publiek enthousiast ontvangen. Daarom is het niet verwonderlijk dat iedereen nu verwacht dat het festival een jaarlijkse traditie wordt. Toch is dat allerminst zeker. Dit jaar ontving het festival een eenmalige subsidie van de gemeente Delft. Verder mocht het rekenen op de steun van enkele bedrijven, maar een echte sponsor heeft het festival vooralsnog niet gevonden.
,,We willen niet alleen van gemeentesubsidies afhankelijk zijn”, zegt Van Ginneken. ,,Hoewel het festival goed is voor de stad Delft, willen we niet onze hand ophouden bij de gemeente. Wij gaan liever in zee met commerciële sponsors. Bij sponsering praat je over prestatie en tegenprestatie. Door het festival hebben we bewezen dat we een professionele organisatie zijn die een uitstekend programma kan neerzetten.Dat moet vertrouwen wekken bij het bedrijfsleven.”
De Van der Mandelezaal, genoemd naar K.P. van der Mandele (1880-1975) die in 1934 de Stichting Prinsenhof oprichtte ter behoud van het historische gebouwencomplex, wordt intussen gebruikt waarvoor het in eerste aanzet bestemd was. Zo worden er regelmatig exposities voor moderne kunst gehouden. Het tentoonstellen van oudere kunst stuit op bezwaren, omdat het klimaat er minder goed beheersbaar is dan in de andere zalen van Het Prinsenhof.
Verder worden in de Van der Mandelezaal andere activiteiten georganiseerd, zoals lezingen en literaire bijeenkomsten. Voor volgend jaar staat er zelfs een toneelvoorstelling van Elckerlijc op het programma. De zaal wordt ook verhuurd voor commerciële doeleinden. Van Ginneken: ,,De activiteiten moeten aansluiten bij de activiteiten van het museum. Dus geen personeelsfeestjes of iets dergelijks. Daarvoor is de ruimte ook niet geschikt. Er mag bijvoorbeeld niet gerookt worden. We hebben buren en we hebben de nodige veiligheidseisen. We zijn ook geen zalenverhuurbedrijf, maar een culturele instelling.”
Muziekvoorstellingen staan niet op stapel. ,,We willen de Van der Mandelezaal niet profileren als een concertzaal. Daarvoor gaan we dus ook niet werven. We vinden het leuk om een muziekfestival aan Delft te koppelen, maar daarmee is ons doel bereikt.”

Comments are closed.