Campus

Het patroon

,,Mijn opa zegt altijd: ‘Iedereen moet in Delft studeren’.” Eerstejaars bouwkunde Chiel Dazert vertelt hoe hij in de voetsporen van zijn vader is getreden.

Zijn grootvader studeerde voor de oorlog scheikundige technologie aan de TH. De broers van grootvader Dazert waren apothekers; de farmaceuten en scheikundigen wisselden elkaar af in de familie. ,,Mijn vader was de eerste die het patroon doorbrak, hij begon in 1962 met Bouwkunde. Zijn zus studeerde wel weer scheikundige technologie.”

Vader Dazert woonde het eerste jaar nog thuis bij zijn ouders in Voorburg. Hij schreef zich in om lid te worden bij de Delftsche Studenten Bond, maar werd nooit daadwerkelijk lid, omdat hij vond dat je dan in Delft moest wonen. In zijn tweede jaar ging hij wel op kamers, op de Krakeelhof. Chiel Dazert zit nu ook in onderhuur op de Krakeelhof, hij werd in augustus wel lid van de DSB.

,,Ik zie wel meer overeenkomsten tussen mij en mijn vader. We hebben dezelfde karakters en we houden ook allebei van mooie dingen, zoals auto’s, horloges en architectuur.”

Chiel wilde altijd al architect worden, nooit brandweerman of piloot. Toen hij echt moest kiezen voor een opleiding, heeft hij nog wel even getwijfeld. Na een test waaruit bleek dat hij een technische opleiding wel aan kon, bestond de keuze tussen IO en Bouwkunde. Uiteindelijk interesseerden de ‘grote gebouwen’ hem toch meer dan de ‘stoelen en tafels’.

Vader Dazert studeerde af bij stedenbouw. Als Chiel echt eerlijk is wordt hij liever architect. ,,Maar alleen als ik echt heel goed blijk met ontwerpen. Je moet reëel zijn; er doen zoveel mensen architectuur dat er niet voor iedereen een goede carrière is weggelegd. Bij bouwmanagement of stedenbouw zijn ook genoeg leuke dingen te doen.”

Vader Dazert is projectontwikkelaar en werkt momenteel aan IJburg in Amsterdam. De combinatie van stedenbouw, management en toch ook architectuur lijkt Chiel ook wel wat: ,,Als hij bijvoorbeeld ergens een bastionachtig gebouw met een toren wil met honderd woningen erin, kan hij dat idee zo overleggen met de architect. Hij heeft op het ontwerp dus ook nog invloed.”

Een vader in hetzelfde vakgebied heeft zeker zijn voordelen. Met bepaalde bouwkundige termen die voor Chiel nog abracadabra zijn, kan hij zo bij zijn vader terecht voor uitleg. Dat geldt ook voor het ontwerpen. ,,Bij mijn eerste ontwerpopdracht moesten we een schuilhut ontwerpen. Mijn vader moest dat in 1962 ook doen, voor sportvissers toen. Hij kon hem nog zo uittekenen.”

Zijn grootvader studeerde voor de oorlog scheikundige technologie aan de TH. De broers van grootvader Dazert waren apothekers; de farmaceuten en scheikundigen wisselden elkaar af in de familie. ,,Mijn vader was de eerste die het patroon doorbrak, hij begon in 1962 met Bouwkunde. Zijn zus studeerde wel weer scheikundige technologie.”

Vader Dazert woonde het eerste jaar nog thuis bij zijn ouders in Voorburg. Hij schreef zich in om lid te worden bij de Delftsche Studenten Bond, maar werd nooit daadwerkelijk lid, omdat hij vond dat je dan in Delft moest wonen. In zijn tweede jaar ging hij wel op kamers, op de Krakeelhof. Chiel Dazert zit nu ook in onderhuur op de Krakeelhof, hij werd in augustus wel lid van de DSB.

,,Ik zie wel meer overeenkomsten tussen mij en mijn vader. We hebben dezelfde karakters en we houden ook allebei van mooie dingen, zoals auto’s, horloges en architectuur.”

Chiel wilde altijd al architect worden, nooit brandweerman of piloot. Toen hij echt moest kiezen voor een opleiding, heeft hij nog wel even getwijfeld. Na een test waaruit bleek dat hij een technische opleiding wel aan kon, bestond de keuze tussen IO en Bouwkunde. Uiteindelijk interesseerden de ‘grote gebouwen’ hem toch meer dan de ‘stoelen en tafels’.

Vader Dazert studeerde af bij stedenbouw. Als Chiel echt eerlijk is wordt hij liever architect. ,,Maar alleen als ik echt heel goed blijk met ontwerpen. Je moet reëel zijn; er doen zoveel mensen architectuur dat er niet voor iedereen een goede carrière is weggelegd. Bij bouwmanagement of stedenbouw zijn ook genoeg leuke dingen te doen.”

Vader Dazert is projectontwikkelaar en werkt momenteel aan IJburg in Amsterdam. De combinatie van stedenbouw, management en toch ook architectuur lijkt Chiel ook wel wat: ,,Als hij bijvoorbeeld ergens een bastionachtig gebouw met een toren wil met honderd woningen erin, kan hij dat idee zo overleggen met de architect. Hij heeft op het ontwerp dus ook nog invloed.”

Een vader in hetzelfde vakgebied heeft zeker zijn voordelen. Met bepaalde bouwkundige termen die voor Chiel nog abracadabra zijn, kan hij zo bij zijn vader terecht voor uitleg. Dat geldt ook voor het ontwerpen. ,,Bij mijn eerste ontwerpopdracht moesten we een schuilhut ontwerpen. Mijn vader moest dat in 1962 ook doen, voor sportvissers toen. Hij kon hem nog zo uittekenen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.