Opinie

Het lichaam als grondstof

Er is een tekort aan menselijke eicellen. Het Britse Lagerhuis stemde deze week in met stamcelonderzoek op basis van hybride embryo’s, dat wil zeggen: het DNA van eicellen van koeien of konijnen wordt vervangen door menselijk DNA.

Hybride embryo’s bevatten 0,1 procent dierlijk DNA, het zijn dus net menselijke embryo’s. Op die manier wordt het tekort omzeild.

Er gaan verhalen dat vrouwelijke medewerkers in sommige landen onder druk gezet worden om gratis eicellen te leveren voor onderzoek. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, kun je tienduizend dollar krijgen voor een eicel, ten behoeve van onvruchtbare koppels, maar ook ten behoeve van de wetenschap.

Het Rathenau Instituut begon deze week een onderzoek naar de voors en tegens van een markt voor lichaamsmateriaal. De aftrap was maandagavond met een debat in de Rode Hoed in Amsterdam. Ik besefte tijdens dat debat dat mijn lichaam niet alleen de grondstof is voor mijn eigen leven: ik eet, ik adem, ik beweeg, maar dat het ook de grondstof is voor andermans leven.

Er is een schrijnend tekort aan nieren en andere organen in Nederland. Er gaan stemmen op om mensen in ruil voor een nier levenslange vergoeding van ziektekosten te geven. Dat zou de schaarste kunnen oplossen.

Zwangere vrouwen kunnen de stamcellen van hun kind uit de navelstreng laten halen bij de bevalling en laten opslaan. Dat kan commercieel en dan blijft het kind de eigenaar van de stamcellen. Kosten: bijna tweeduizend euro. Opbrengst: ongewis. Het is nog onduidelijk hoeveel bruikbare toepassingen er in de toekomst zullen zijn. Toch lijkt het aanlokkelijk: het bloedeigen oplapmateriaal voor het lichaam van je kind, veilig ingevroren in een stamcelbank. Er is nog een optie: je stamcellen te doneren aan een publieke stamcelbank. Ze zijn niet meer naar jou terug te linken, maar komen collectief beschikbaar. Iedereen mag er gebruik van maken. Jij bent geen eigenaar meer, maar enkel belangeloos donor.

Hoe moeten we omgaan met ons lichaam als grondstof? Als er geld te verdienen valt aan organen, bloed en stamcellen, dan openen we de deur naar alle nadelen van de markt, zoals sociale ongelijkheid tussen haves en haves-not, uitbuiting van zwakkere partijen en het ontstaan van zwarte markten bij schaarste. Bovendien wordt het altruïstisch doneren van bijvoorbeeld een nier zowel ontmoedigd als verdacht: waarom vrijelijk doneren als je er ook geld voor kan krijgen? Als er geen geld te verdienen valt aan lichaamsmateriaal, ontberen we een instrument om schaarste op te lossen. Dat kan weer leiden tot oneigenlijke praktijken als druk van (wetenschappelijke) leidinggevenden voor het afstaan van eicellen of patiënten die uit wanhoop uitwijken naar landen als China, waar nieren wel op de markt zijn. Dat die nieren onvrijwillig zijn afgestaan door gevangenen is dan enkel een onsmakelijke bijzaak. Wat mij betreft houden we marktmechanismen zo ver mogelijk verwijderd van ons lichaamsmateriaal. Het griezelbeeld van roofovervallen waarbij je je nieren kwijt raakt, staat me niet erg aan. Maar voor iemand met twee functionerende nieren en een gezond kind is dat wellicht makkelijk gezegd.

Lotte Asveld is onlangs gepromoveerd bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management

Er is een tekort aan menselijke eicellen. Het Britse Lagerhuis stemde deze week in met stamcelonderzoek op basis van hybride embryo’s, dat wil zeggen: het DNA van eicellen van koeien of konijnen wordt vervangen door menselijk DNA. Hybride embryo’s bevatten 0,1 procent dierlijk DNA, het zijn dus net menselijke embryo’s. Op die manier wordt het tekort omzeild.

Er gaan verhalen dat vrouwelijke medewerkers in sommige landen onder druk gezet worden om gratis eicellen te leveren voor onderzoek. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, kun je tienduizend dollar krijgen voor een eicel, ten behoeve van onvruchtbare koppels, maar ook ten behoeve van de wetenschap.

Het Rathenau Instituut begon deze week een onderzoek naar de voors en tegens van een markt voor lichaamsmateriaal. De aftrap was maandagavond met een debat in de Rode Hoed in Amsterdam. Ik besefte tijdens dat debat dat mijn lichaam niet alleen de grondstof is voor mijn eigen leven: ik eet, ik adem, ik beweeg, maar dat het ook de grondstof is voor andermans leven.

Er is een schrijnend tekort aan nieren en andere organen in Nederland. Er gaan stemmen op om mensen in ruil voor een nier levenslange vergoeding van ziektekosten te geven. Dat zou de schaarste kunnen oplossen.

Zwangere vrouwen kunnen de stamcellen van hun kind uit de navelstreng laten halen bij de bevalling en laten opslaan. Dat kan commercieel en dan blijft het kind de eigenaar van de stamcellen. Kosten: bijna tweeduizend euro. Opbrengst: ongewis. Het is nog onduidelijk hoeveel bruikbare toepassingen er in de toekomst zullen zijn. Toch lijkt het aanlokkelijk: het bloedeigen oplapmateriaal voor het lichaam van je kind, veilig ingevroren in een stamcelbank. Er is nog een optie: je stamcellen te doneren aan een publieke stamcelbank. Ze zijn niet meer naar jou terug te linken, maar komen collectief beschikbaar. Iedereen mag er gebruik van maken. Jij bent geen eigenaar meer, maar enkel belangeloos donor.

Hoe moeten we omgaan met ons lichaam als grondstof? Als er geld te verdienen valt aan organen, bloed en stamcellen, dan openen we de deur naar alle nadelen van de markt, zoals sociale ongelijkheid tussen haves en haves-not, uitbuiting van zwakkere partijen en het ontstaan van zwarte markten bij schaarste. Bovendien wordt het altruïstisch doneren van bijvoorbeeld een nier zowel ontmoedigd als verdacht: waarom vrijelijk doneren als je er ook geld voor kan krijgen? Als er geen geld te verdienen valt aan lichaamsmateriaal, ontberen we een instrument om schaarste op te lossen. Dat kan weer leiden tot oneigenlijke praktijken als druk van (wetenschappelijke) leidinggevenden voor het afstaan van eicellen of patiënten die uit wanhoop uitwijken naar landen als China, waar nieren wel op de markt zijn. Dat die nieren onvrijwillig zijn afgestaan door gevangenen is dan enkel een onsmakelijke bijzaak. Wat mij betreft houden we marktmechanismen zo ver mogelijk verwijderd van ons lichaamsmateriaal. Het griezelbeeld van roofovervallen waarbij je je nieren kwijt raakt, staat me niet erg aan. Maar voor iemand met twee functionerende nieren en een gezond kind is dat wellicht makkelijk gezegd.

Lotte Asveld is onlangs gepromoveerd bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.