Campus

Het huis, surrogaat voor thuis

Studentenhuizen. Het telefoonboek vermeldt er 168. De meeste staan vermeld als een kaal adres maar ook een flink aantal onder de meest fantastische namen.

Van ‘Alien Life Brothers’ aan de Schoemakerstraat tot ‘zzzzzzzzzonunoglater en Co’ aan de Van Hasseltlaan.

Na gemiddeld zo’n achttien jaar beschermende moederschoot moet ieder jaar een verse horde eerstejaars op zoek naar een Delfts surrogaat van het ouderlijk huis. Sommigen nemen dat net iets te letterlijk en trekken in bij een hospita. Anderen zoeken elkaar op en creëren een eigen nestje: een studentenhuis.

In het studentenhuis vindt de student steun bij zijn lotgenoot: de huisgenoot. Gehaat om zijn hardleerse ranzigheid, maar geliefd om zijn contactjes met de mensen die net dàt prakticumverslag voor jou kunnen regelen.

Is een huisgenoot een vriend? Dat hangt erg van het huis af. Vaak zijn ze er slechts om gezamenlijk te eten en tv te kijken, bij voorkeur soaps als Beverly Hills 90210, McGiver, Airwolf of Baywatch.

Strenge corveerooster moeten garanderen dat paddestoelen en andere schimmelsoorten uit de douchebak, en kakkerlakken uit de keuken geweerd worden. Als sanctie op het niet uitvoeren van de taak staat de traditionele taart. Elke maandag is er daarom in elk studentenhuis gratis taart.

Ze zijn er in soorten en maten. Corpshuizen waar een stuk of twintig leden zorgen voor een verlengstuk van de sociëteit (‘de zaak’), compleet met HO, HJ, thee- en deurmos. Of verdiepingen op de Krakeelhof waar om het jaar de kakkerlakkenbestrijdingsdienst langskomt. Tot vierkamer-flatjes in de Voorhof waar de GR (gemeenschappelijke ruimte) een woonkamer is waarin net zo goed een pas getrouwd stelletje op de bank had kunnen zitten. Eén overeenkomst hebben ze. Levend op elkaars lip offeren de bewoners een stukje vrijheid op en vormen zo een opmerkelijk bastion van solidariteit in het tijdperk van individualisme.

‘HJ’ ZET THEE EN VUILNIS BUITEN, ‘MAAR KRIJGT VEEL AANDACHT’

OD35 eet doordeweeks op de sociëteit

De bewoners van OD35 zijn trots op hun monumentale pand. De een vindt het de ‘de enige reden dat ik nog in Delft studeer’, de ander ‘wil er per se afstuderen’. En onbegrijpelijk vinden ze het dat de SDSH bij de verbouwing een paar geleden de marmeren tegels in de lange gang wilde vervangen door functioneel marmoleum, en de Delfts blauwe tegeltjes in de douche liet wegbreken.

Alle 21 bewoners van Oude Delft 35 zijn lid bij het Delfts Studenten Corps. Al 104 jaar doet het huis dienst als studentenhuis. De bewoners wensen overigens niet dat OD35 aangeduid wordt als ‘corpshuis’, volgens eigen zeggen gaat het om een ‘sociëteitshuis’. Wat het verschil is blijft duister.

Binnen de muren van OD35 huizen de laatste restanten van het pre-ritziaanse tijdperk. Achtste-, negende- en nog ouderejaars vullen het achterste gedeelte van het pand, dat toepasselijk het achterhuis heet. In het voorhuis wonen de jongerejaars. De bewoners denken dat deze doorstroommogelijkheid een van de redenen is dat er vrijwel nooit iemand voortijdig OD35 verlaat. ,,Als je wat ouder wordt, wil je wat rustiger wonen. Je gaat afstuderen en dan heb je toch wel wat rust nodig. In het achterhuis is daar alle ruimte voor. Je kunt schreeuwen wat je wilt in het voorhuis, in het achterhuis zul je het echt niet horen.”

Nieuwe bewoners worden geselecteerd uit de eerstejaars van het corps. ,,Een enkele keer vragen we ook wel eens een ouderejaars voor ons huis. We vinden het belangrijk dat de opbouw qua leeftijd constant is. Dat er niet bijvoorbeeld maar één vierdejaars in huis woont.”

Over het algemeen moeten eerstejaars-corpsleden op een instemming bewijzen dat ze geschikt zijn om in OD35 te kunnen wonen. ,,We organiseren een voetbaltoernooitje of zo met de kandidaten. Meestal komen er een stuk of dertig. Je kan dus wel zeggen dat we populair zijn. We hebben dan ook veel te bieden. Elke dag brengt de bakker vers brood, we hebben drie kranten en we wonen aan de mooiste gracht van Delft in een prachtig pand prachtig centraal gelegen tussen de TU en de zaak.” Een andere huisgenoot vult aan. ,,Ik vind dat je wel erg de materiële zaken benadrukt. Het belangrijkste is de sfeer, de mentaliteit die in huis heerst. Het blijven de mensen die het huis maken.”

Eenmaal ingestemd valt de huisjongste direct een paar huistaken ten deel. ,,De HJ neemt de telefoon op, regelt dat het vuilnis buiten gezet wordt en zet de thee. Het is erg duidelijk als iedereen weet wie wat moet doen. Je moet het dan ook niet direct zien als iets afzeikerigs of zo.” Een ander neemt over: ,,De HJ krijgt erg veel aandacht van de rest van het huis.”

Om de hygiëne op acceptabel niveau te houden heeft OD35 driemaal in de week een werkster over de vloer. Een huisgenoot vertelt: ,,José is haar naam, ze werkt hier nu negen of tien jaar. De alleroudste bewoners kennen mevrouw Van der Plas nog. Die maakte hier sinds mensenheugenis schoon.” Meer personen zijn verbonden aan OD35: ,,Eén keer in de week komt altijd de konijnenman. Die haalt oud brood op dat ie aan zijn konijnen voert. Tenminste dat zegt ie. Het kan ook best dat ie er paneermeel van maakt. Dat mannetje komt hier al zolang de oudste bewoners weten. Op reünie die laatst gehouden is, kwamen we er achter dat hij hier nu tien jaar langskomt.”

Zelf heeft OD35 ook dieren gehad. ,,Varkens hebben we gehad, maar die maakten zoveel herrie. Als wij dan tv gingen kijken drukten ze hun neus tegen het raam en begonnen ze te knorren. Toen hebben we ze maar naar de slager gebracht. En we hebben kippen en een haan gehad. Die haan maakte ’s morgens vroeg altijd zoveel lawaai dat ie ’s nachts in een koelkast moest. Als we ‘m er dan ’s ochtends weer uit lieten begon ie spontaan alle kippen te dekken.”

Schoonmaakster José heeft niet zoveel te doen volgens de bewoners. ,,Ze veegt en dweilt een beetje. We maken zelf het meeste schoon. Als je iets gebruikt dan was je het zelf af.Het wordt in huis niet getolereerd als je er een klerezooi van maakt. Dan flikkeren we de zooi in het bed van de boosdoener. En ik kan je garanderen dat het niet lekker slaapt op een pan spaghetti.”

,,De sociale controle is sowieso moordend te noemen binnen het huis”, meent iemand. ,,Het gevolg is dat meisjes wel eens bang zijn om binnen te gaan. Zo vreemd is dat natuurlijk ook niet. Als dat wijf binnenkomt, moet ze eerst de lange gang door waar uit allerlei gaten en hoeken hoofden komen die eens een keurende blik werpen, terwijl aan het einde van de gang een paar huisgenoten ‘duwen, duwen’ lopen te blaten”, vertelt een enigszins gefrustreerde bewoner die net te voren de complete pornoverzameling van het huis op zijn bed vond toen hij zijn kersverse vriendinnetje in zijn kamer had uitgenodigd.

OD35 eet doordeweeks nooit thuis. ,,We eten altijd op de sociëteit. Gezamenlijk lopen we naar de zaak, drinken er een pilsje en eten in een vaste hoek van de eetzaal. De eerste die na het eten thuis is zet koffie en dan kijken we samen tv in de tv-kelder. Bij ons in huis wordt overigens weinig tv gekeken. De situatie bevordert het ook niet trouwens. Je hebt huizen waar de tv in de keuken staat en bij het ontbijt al MTV opstaat. Wij doen liever een spelletje, klaverjassen of risk.”

De door de HJ gezette thee heeft een belangrijke functie binnen OD35. ,,In principe kun je je de hele dag opsluiten in je kamer in huis. Je zal de hele dag niemand tegenkomen. Belangrijk is daarom de thee die om half tien ’s avonds gezamenlijk gedronken wordt. De thee is heilig. Als je niet op de thee komt, ben je niet thuis. De gezamenlijke thee houdt iedereen betrokken bij het huis.”

,,Daarom studeren we ook samen thuis. Je kunt wel met z’n allen naar de KB gaan, maar dat heeft ook geen zin. We hebben een intekenlijst waarop je kunt aangeven of je de betreffende dag meedoet met het studierooster.” Een oudere bewoner beklaagt zich erover: ,,Je moet die jongens steeds meer bieden. Van die studieroosters en zo. Vroeger zaten we de hele avond op de kamer van de HJ bier te drinken. Om half drie moest ie dan de laatste plakker z’n kamer uitvegen voordat ie naar bed kon. Dat waren nog eens tijden.”


Figuur 1 OD35: samen aan de thee, samen studeren en samen naar de zaak

‘WE ZIJN NIET AAN HET INKAKKEN, WE ZIJN NOG LANG GEEN EEDUPEE’

Bijna geen watergevechten meer bij ‘De Zware Jacob’

De beruchtste studentenhuizen zijn die aan de Jacoba van Beierenlaan, ook wel bekend als de Krakeelhof. In de gebouwen rond de middenplaats wonen zo’n vijfhonderd studenten. Bertram en Guus wonen met zestien anderen op verdieping 17, in het telefoonboek vermeld onder ‘De Zware Jacob’. Zij vinden dat de binnenplaats wel een zinniger bestemming kan krijgen dan de huidige parkeerplaats. ,,Wie heeft er nou wat aan een parkeerplaats. Er moet een zwembad komen of tennisbanen. Met z’n vijfhonderden hoeft dat toch niets te kosten.”

Over studentenhuizen en zwembaden kunnen ze trouwens meepraten op ’17’. Ooit haalden ze de kolommen van de grootste krant van Nederland omdat ze in de gemeenschappelijke ruimte een zwembad gebouwd zouden hebben. Het verhaal berust op een misverstand beweren Jeroen en Marcel, twee andere bewoners van 17. ,,Die man van De Telegraaf kwam, want die had in de Delta gelezen dat hier een zwembad zou zijn. Dat was helemaal niet zo, we zeiden dat we alleen een badkuip hadden. Toen hebben we daar maar in geposeerd voor de fotograaf. Dat verhaal hebben ze er zelf bij verzonnen.”

Wat ze wel hebben op 17 is een bar met tap. ,,Het is een barmeubel hè, geen vaste bar. Dat mag namelijk niet van de SDSH.” Bij de bar hoort een ijsklontjesmachine die bovenop de afwasmachine staat. ,,Erg handig die afwasmachine. Dat voorkomt de grootste ranzigheid”, vertelt Marcel, ,,alleen de pannen gaan er niet in.” Vroeger hadden ze op 17 ook nog wel eens werksters, maar die zijn allemaal gevlucht. ,,Nu hebben we een corveerooster, dat wordt niet altijd even goed nageleefd, maar het werkt wel redelijk. Binnen het huis zijn er altijd wel een paar mensen die de anderen er op wijzen dat ze hun taak nog moeten doen”, vertelt Guus.

,,Er is binnen de verdieping sowieso wel een redelijke sociale controle”, zegt Jeroen. ,,In principe mag iedereen op de verdieping natuurlijk doen en laten wat ie wil. Al wil iemand elke dag om twee uur ’s middags uit zijn bed komen dan vinden we dat prima, maar dan word je toch minder gerespecteerd binnen de verdieping.” Marcel vervolgt: ,,Als iemand consequent aan het ranzen is, dan wordt ie daar zeker op aangesproken.”

,,We hebben ook wel een redelijk verdiepingsgevoel”, meent Marcel. ,,Elke avond wordt er wel met elkaar gegeten.” Jeroen voegt toe: ,,Ik denk dat er vierentwintig uur per dag wel iemand aanwezig is in de gemeenschappelijke ruimte. Er is dus altijd wel iemand om even een praatje te maken of even mee tv te kijken of zo.”

Binnen een groep van achttien mensen is het haast onvermijdelijk dat er binnen de verdieping groepjes ontstaan. ,,Ja, dat klopt wel”, zegt Marcel. ,,Dat is vooral goed te zien tijdens instemmingen. Dan zie je duidelijk welke blokken er zijn. Dan gaat het er soms hard aan toe. Er is altijd wel ruzie over wie er ingestemd moet worden.”

,,Maar we hebben ook nog niet zoveel ervaring met instemmingen. In de drie jaar dat wij hier nu zitten hebben we er pas vier gehouden. Dat is toch wel typisch, omdat de Krakeelhof-verdiepingen bekend staan als studentenhuizen met veel doorstroming.” Bertram: ,,De bewoners van de Krakeelhof worden een beetje ouwe lullen. De meeste zijn hier drie jaar geleden als tweede of derdejaars gekomen en zijn daarna niet meer verhuisd. De bewoners worden een beetje ouder en rustiger.”

,,Er gebeurt steeds minder. In het begin waren er veel meer verdiepingsfeesten en was er veel meer gekloot. Watergevechten bijvoorbeeld worden bijna niet meer gehouden”, zegt Marcel. ,,Maar we zijn zeker nog niet aan het inkakken. We zijn nog lang geen EeduPee.”


Figuur 2 De GR van 17, ,,altijd wel iemand om een praatje te maken of even mee tv te kijken”

‘ZO HEEFT STUDENTENHUIS OOK EEN VORMENDE FUNCTIE’

Alleen bij voetbalwedstrijd een tv in de gang

Een èchte student woont op de tochtige zolderkamer van een schilderachtig grachtenpand. Maar helaas heeft de Delftse grachtengordel te weinig capaciteit om elke student te huisvesten. Menigeen is daarom gedwongen uit te wijken naar de Delftse suburbs zoals de Voorhof. In één van de torenhoge flats daar, aan de Menno ter Braaklaan, wonen op de zestiende verdieping Steven en Arjan met twee medestudenten in een flatje.

,,Ik weet dat we hier niet echt studentikoos wonen. Maar ik heb ook niet zo’n behoefte om in een ècht studentenhuis te wonen. Mijn woonruimte moet vooral zijn om te wonen en te studeren. Verder eigenlijk niets”, vertelt Steven. ,,Grote studentenhuizen zijn vaak meer een verlengstuk van een vereniging”, denkt Arjan.

Arjan heeft niet een bewuste keuze gemaakt voor een klein studentenhuis. ,,Ik rolde erin. Ik was op zoek naar een nieuwe kamer en toen ben ik hier ingestemd. Maar ik zou niet graag in de Krakeelhof willen wonen. Dat lijkt me erg anoniem.”

Steven woonde enkele jaren bij een hospes. ,,Ik was het alleen zijn min of meer beu. Ik had sowieso weinig contact met m’n huisbaas, maar die vent was een CV-installateur van een jaar of zestig en dan verschil je toch een stuk in belevingswereld. Ik wilde daarom graag met leeftijdsgenoten wonen. In dit huis kan dat. Het combineert de voordelen van een studentenhuis met die van alleen wonen. Enerzijds is er altijd wel iemand waar je tegen aan kunt lullen. Anderzijds kun je je eigen gang gaan en wordt je niet gestoord door je huisgenoten. Ik zou niet in een groot studentenhuis willen wonen. Je huisgenoten zijn dan, genuanceerd gezegd, meer aanwezig.”

De bewoners van de flat hebben niet een echt gemeenschapsgevoel. Arjan: ,,Maar ik zou niet willen zeggen dat we langs elkaar leven.” Steven: ,,Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden buitenshuis. Maar we eten wel veel met elkaar.” Arjan: ,,In de GR hebben we ook geen tv waar we samen kunnen kijken. Alleen met voetbalwedstrijden wil er nog wel eens een tv in de gang gezet worden.” Steven: ,,We wonen nu vanaf januari bij elkaar dus er is nog weinig over te zeggen, maar ik zie bij ons in huis nu niet direct huishumor of bijnamen ontstaan. Zo’n huis zijn wij simpelweg niet.”

,,Ons huis kun je plaatsen bij de grote groep rustige, nette studentenhuizen, waar weinig gebeurt”, meent Steven. ,,Ook wij hebben een corveerooster. En tot nu toe wordt dat redelijk nageleefd. Nee, er staat geen sanctie op het niet uitvoeren van de taak. Wij doen gewoon netjes ons werk. We hebben afgesproken dat we afgesproken hebben om het corveerooster uit te voeren.”

Steven: ,,Op deze wijze heeft een studentenhuis ook een vormende functie. Je leert er rekening met elkaar te houden en je leert te accepteren dat je boven op elkaars lip zit. Het maakt je tolerant.”


Figuur 3 Menno ter Braaklaan. Wonen in de suburb, geen bijnaam, geen huishumor, ,,wij doen gewoon netjes ons werk”

Tom Köhler

,,

Studentenhuizen. Het telefoonboek vermeldt er 168. De meeste staan vermeld als een kaal adres maar ook een flink aantal onder de meest fantastische namen. Van ‘Alien Life Brothers’ aan de Schoemakerstraat tot ‘zzzzzzzzzonunoglater en Co’ aan de Van Hasseltlaan.

Na gemiddeld zo’n achttien jaar beschermende moederschoot moet ieder jaar een verse horde eerstejaars op zoek naar een Delfts surrogaat van het ouderlijk huis. Sommigen nemen dat net iets te letterlijk en trekken in bij een hospita. Anderen zoeken elkaar op en creëren een eigen nestje: een studentenhuis.

In het studentenhuis vindt de student steun bij zijn lotgenoot: de huisgenoot. Gehaat om zijn hardleerse ranzigheid, maar geliefd om zijn contactjes met de mensen die net dàt prakticumverslag voor jou kunnen regelen.

Is een huisgenoot een vriend? Dat hangt erg van het huis af. Vaak zijn ze er slechts om gezamenlijk te eten en tv te kijken, bij voorkeur soaps als Beverly Hills 90210, McGiver, Airwolf of Baywatch.

Strenge corveerooster moeten garanderen dat paddestoelen en andere schimmelsoorten uit de douchebak, en kakkerlakken uit de keuken geweerd worden. Als sanctie op het niet uitvoeren van de taak staat de traditionele taart. Elke maandag is er daarom in elk studentenhuis gratis taart.

Ze zijn er in soorten en maten. Corpshuizen waar een stuk of twintig leden zorgen voor een verlengstuk van de sociëteit (‘de zaak’), compleet met HO, HJ, thee- en deurmos. Of verdiepingen op de Krakeelhof waar om het jaar de kakkerlakkenbestrijdingsdienst langskomt. Tot vierkamer-flatjes in de Voorhof waar de GR (gemeenschappelijke ruimte) een woonkamer is waarin net zo goed een pas getrouwd stelletje op de bank had kunnen zitten. Eén overeenkomst hebben ze. Levend op elkaars lip offeren de bewoners een stukje vrijheid op en vormen zo een opmerkelijk bastion van solidariteit in het tijdperk van individualisme.

‘HJ’ ZET THEE EN VUILNIS BUITEN, ‘MAAR KRIJGT VEEL AANDACHT’

OD35 eet doordeweeks op de sociëteit

De bewoners van OD35 zijn trots op hun monumentale pand. De een vindt het de ‘de enige reden dat ik nog in Delft studeer’, de ander ‘wil er per se afstuderen’. En onbegrijpelijk vinden ze het dat de SDSH bij de verbouwing een paar geleden de marmeren tegels in de lange gang wilde vervangen door functioneel marmoleum, en de Delfts blauwe tegeltjes in de douche liet wegbreken.

Alle 21 bewoners van Oude Delft 35 zijn lid bij het Delfts Studenten Corps. Al 104 jaar doet het huis dienst als studentenhuis. De bewoners wensen overigens niet dat OD35 aangeduid wordt als ‘corpshuis’, volgens eigen zeggen gaat het om een ‘sociëteitshuis’. Wat het verschil is blijft duister.

Binnen de muren van OD35 huizen de laatste restanten van het pre-ritziaanse tijdperk. Achtste-, negende- en nog ouderejaars vullen het achterste gedeelte van het pand, dat toepasselijk het achterhuis heet. In het voorhuis wonen de jongerejaars. De bewoners denken dat deze doorstroommogelijkheid een van de redenen is dat er vrijwel nooit iemand voortijdig OD35 verlaat. ,,Als je wat ouder wordt, wil je wat rustiger wonen. Je gaat afstuderen en dan heb je toch wel wat rust nodig. In het achterhuis is daar alle ruimte voor. Je kunt schreeuwen wat je wilt in het voorhuis, in het achterhuis zul je het echt niet horen.”

Nieuwe bewoners worden geselecteerd uit de eerstejaars van het corps. ,,Een enkele keer vragen we ook wel eens een ouderejaars voor ons huis. We vinden het belangrijk dat de opbouw qua leeftijd constant is. Dat er niet bijvoorbeeld maar één vierdejaars in huis woont.”

Over het algemeen moeten eerstejaars-corpsleden op een instemming bewijzen dat ze geschikt zijn om in OD35 te kunnen wonen. ,,We organiseren een voetbaltoernooitje of zo met de kandidaten. Meestal komen er een stuk of dertig. Je kan dus wel zeggen dat we populair zijn. We hebben dan ook veel te bieden. Elke dag brengt de bakker vers brood, we hebben drie kranten en we wonen aan de mooiste gracht van Delft in een prachtig pand prachtig centraal gelegen tussen de TU en de zaak.” Een andere huisgenoot vult aan. ,,Ik vind dat je wel erg de materiële zaken benadrukt. Het belangrijkste is de sfeer, de mentaliteit die in huis heerst. Het blijven de mensen die het huis maken.”

Eenmaal ingestemd valt de huisjongste direct een paar huistaken ten deel. ,,De HJ neemt de telefoon op, regelt dat het vuilnis buiten gezet wordt en zet de thee. Het is erg duidelijk als iedereen weet wie wat moet doen. Je moet het dan ook niet direct zien als iets afzeikerigs of zo.” Een ander neemt over: ,,De HJ krijgt erg veel aandacht van de rest van het huis.”

Om de hygiëne op acceptabel niveau te houden heeft OD35 driemaal in de week een werkster over de vloer. Een huisgenoot vertelt: ,,José is haar naam, ze werkt hier nu negen of tien jaar. De alleroudste bewoners kennen mevrouw Van der Plas nog. Die maakte hier sinds mensenheugenis schoon.” Meer personen zijn verbonden aan OD35: ,,Eén keer in de week komt altijd de konijnenman. Die haalt oud brood op dat ie aan zijn konijnen voert. Tenminste dat zegt ie. Het kan ook best dat ie er paneermeel van maakt. Dat mannetje komt hier al zolang de oudste bewoners weten. Op reünie die laatst gehouden is, kwamen we er achter dat hij hier nu tien jaar langskomt.”

Zelf heeft OD35 ook dieren gehad. ,,Varkens hebben we gehad, maar die maakten zoveel herrie. Als wij dan tv gingen kijken drukten ze hun neus tegen het raam en begonnen ze te knorren. Toen hebben we ze maar naar de slager gebracht. En we hebben kippen en een haan gehad. Die haan maakte ’s morgens vroeg altijd zoveel lawaai dat ie ’s nachts in een koelkast moest. Als we ‘m er dan ’s ochtends weer uit lieten begon ie spontaan alle kippen te dekken.”

Schoonmaakster José heeft niet zoveel te doen volgens de bewoners. ,,Ze veegt en dweilt een beetje. We maken zelf het meeste schoon. Als je iets gebruikt dan was je het zelf af.Het wordt in huis niet getolereerd als je er een klerezooi van maakt. Dan flikkeren we de zooi in het bed van de boosdoener. En ik kan je garanderen dat het niet lekker slaapt op een pan spaghetti.”

,,De sociale controle is sowieso moordend te noemen binnen het huis”, meent iemand. ,,Het gevolg is dat meisjes wel eens bang zijn om binnen te gaan. Zo vreemd is dat natuurlijk ook niet. Als dat wijf binnenkomt, moet ze eerst de lange gang door waar uit allerlei gaten en hoeken hoofden komen die eens een keurende blik werpen, terwijl aan het einde van de gang een paar huisgenoten ‘duwen, duwen’ lopen te blaten”, vertelt een enigszins gefrustreerde bewoner die net te voren de complete pornoverzameling van het huis op zijn bed vond toen hij zijn kersverse vriendinnetje in zijn kamer had uitgenodigd.

OD35 eet doordeweeks nooit thuis. ,,We eten altijd op de sociëteit. Gezamenlijk lopen we naar de zaak, drinken er een pilsje en eten in een vaste hoek van de eetzaal. De eerste die na het eten thuis is zet koffie en dan kijken we samen tv in de tv-kelder. Bij ons in huis wordt overigens weinig tv gekeken. De situatie bevordert het ook niet trouwens. Je hebt huizen waar de tv in de keuken staat en bij het ontbijt al MTV opstaat. Wij doen liever een spelletje, klaverjassen of risk.”

De door de HJ gezette thee heeft een belangrijke functie binnen OD35. ,,In principe kun je je de hele dag opsluiten in je kamer in huis. Je zal de hele dag niemand tegenkomen. Belangrijk is daarom de thee die om half tien ’s avonds gezamenlijk gedronken wordt. De thee is heilig. Als je niet op de thee komt, ben je niet thuis. De gezamenlijke thee houdt iedereen betrokken bij het huis.”

,,Daarom studeren we ook samen thuis. Je kunt wel met z’n allen naar de KB gaan, maar dat heeft ook geen zin. We hebben een intekenlijst waarop je kunt aangeven of je de betreffende dag meedoet met het studierooster.” Een oudere bewoner beklaagt zich erover: ,,Je moet die jongens steeds meer bieden. Van die studieroosters en zo. Vroeger zaten we de hele avond op de kamer van de HJ bier te drinken. Om half drie moest ie dan de laatste plakker z’n kamer uitvegen voordat ie naar bed kon. Dat waren nog eens tijden.”


Figuur 1 OD35: samen aan de thee, samen studeren en samen naar de zaak

‘WE ZIJN NIET AAN HET INKAKKEN, WE ZIJN NOG LANG GEEN EEDUPEE’

Bijna geen watergevechten meer bij ‘De Zware Jacob’

De beruchtste studentenhuizen zijn die aan de Jacoba van Beierenlaan, ook wel bekend als de Krakeelhof. In de gebouwen rond de middenplaats wonen zo’n vijfhonderd studenten. Bertram en Guus wonen met zestien anderen op verdieping 17, in het telefoonboek vermeld onder ‘De Zware Jacob’. Zij vinden dat de binnenplaats wel een zinniger bestemming kan krijgen dan de huidige parkeerplaats. ,,Wie heeft er nou wat aan een parkeerplaats. Er moet een zwembad komen of tennisbanen. Met z’n vijfhonderden hoeft dat toch niets te kosten.”

Over studentenhuizen en zwembaden kunnen ze trouwens meepraten op ’17’. Ooit haalden ze de kolommen van de grootste krant van Nederland omdat ze in de gemeenschappelijke ruimte een zwembad gebouwd zouden hebben. Het verhaal berust op een misverstand beweren Jeroen en Marcel, twee andere bewoners van 17. ,,Die man van De Telegraaf kwam, want die had in de Delta gelezen dat hier een zwembad zou zijn. Dat was helemaal niet zo, we zeiden dat we alleen een badkuip hadden. Toen hebben we daar maar in geposeerd voor de fotograaf. Dat verhaal hebben ze er zelf bij verzonnen.”

Wat ze wel hebben op 17 is een bar met tap. ,,Het is een barmeubel hè, geen vaste bar. Dat mag namelijk niet van de SDSH.” Bij de bar hoort een ijsklontjesmachine die bovenop de afwasmachine staat. ,,Erg handig die afwasmachine. Dat voorkomt de grootste ranzigheid”, vertelt Marcel, ,,alleen de pannen gaan er niet in.” Vroeger hadden ze op 17 ook nog wel eens werksters, maar die zijn allemaal gevlucht. ,,Nu hebben we een corveerooster, dat wordt niet altijd even goed nageleefd, maar het werkt wel redelijk. Binnen het huis zijn er altijd wel een paar mensen die de anderen er op wijzen dat ze hun taak nog moeten doen”, vertelt Guus.

,,Er is binnen de verdieping sowieso wel een redelijke sociale controle”, zegt Jeroen. ,,In principe mag iedereen op de verdieping natuurlijk doen en laten wat ie wil. Al wil iemand elke dag om twee uur ’s middags uit zijn bed komen dan vinden we dat prima, maar dan word je toch minder gerespecteerd binnen de verdieping.” Marcel vervolgt: ,,Als iemand consequent aan het ranzen is, dan wordt ie daar zeker op aangesproken.”

,,We hebben ook wel een redelijk verdiepingsgevoel”, meent Marcel. ,,Elke avond wordt er wel met elkaar gegeten.” Jeroen voegt toe: ,,Ik denk dat er vierentwintig uur per dag wel iemand aanwezig is in de gemeenschappelijke ruimte. Er is dus altijd wel iemand om even een praatje te maken of even mee tv te kijken of zo.”

Binnen een groep van achttien mensen is het haast onvermijdelijk dat er binnen de verdieping groepjes ontstaan. ,,Ja, dat klopt wel”, zegt Marcel. ,,Dat is vooral goed te zien tijdens instemmingen. Dan zie je duidelijk welke blokken er zijn. Dan gaat het er soms hard aan toe. Er is altijd wel ruzie over wie er ingestemd moet worden.”

,,Maar we hebben ook nog niet zoveel ervaring met instemmingen. In de drie jaar dat wij hier nu zitten hebben we er pas vier gehouden. Dat is toch wel typisch, omdat de Krakeelhof-verdiepingen bekend staan als studentenhuizen met veel doorstroming.” Bertram: ,,De bewoners van de Krakeelhof worden een beetje ouwe lullen. De meeste zijn hier drie jaar geleden als tweede of derdejaars gekomen en zijn daarna niet meer verhuisd. De bewoners worden een beetje ouder en rustiger.”

,,Er gebeurt steeds minder. In het begin waren er veel meer verdiepingsfeesten en was er veel meer gekloot. Watergevechten bijvoorbeeld worden bijna niet meer gehouden”, zegt Marcel. ,,Maar we zijn zeker nog niet aan het inkakken. We zijn nog lang geen EeduPee.”


Figuur 2 De GR van 17, ,,altijd wel iemand om een praatje te maken of even mee tv te kijken”

‘ZO HEEFT STUDENTENHUIS OOK EEN VORMENDE FUNCTIE’

Alleen bij voetbalwedstrijd een tv in de gang

Een èchte student woont op de tochtige zolderkamer van een schilderachtig grachtenpand. Maar helaas heeft de Delftse grachtengordel te weinig capaciteit om elke student te huisvesten. Menigeen is daarom gedwongen uit te wijken naar de Delftse suburbs zoals de Voorhof. In één van de torenhoge flats daar, aan de Menno ter Braaklaan, wonen op de zestiende verdieping Steven en Arjan met twee medestudenten in een flatje.

,,Ik weet dat we hier niet echt studentikoos wonen. Maar ik heb ook niet zo’n behoefte om in een ècht studentenhuis te wonen. Mijn woonruimte moet vooral zijn om te wonen en te studeren. Verder eigenlijk niets”, vertelt Steven. ,,Grote studentenhuizen zijn vaak meer een verlengstuk van een vereniging”, denkt Arjan.

Arjan heeft niet een bewuste keuze gemaakt voor een klein studentenhuis. ,,Ik rolde erin. Ik was op zoek naar een nieuwe kamer en toen ben ik hier ingestemd. Maar ik zou niet graag in de Krakeelhof willen wonen. Dat lijkt me erg anoniem.”

Steven woonde enkele jaren bij een hospes. ,,Ik was het alleen zijn min of meer beu. Ik had sowieso weinig contact met m’n huisbaas, maar die vent was een CV-installateur van een jaar of zestig en dan verschil je toch een stuk in belevingswereld. Ik wilde daarom graag met leeftijdsgenoten wonen. In dit huis kan dat. Het combineert de voordelen van een studentenhuis met die van alleen wonen. Enerzijds is er altijd wel iemand waar je tegen aan kunt lullen. Anderzijds kun je je eigen gang gaan en wordt je niet gestoord door je huisgenoten. Ik zou niet in een groot studentenhuis willen wonen. Je huisgenoten zijn dan, genuanceerd gezegd, meer aanwezig.”

De bewoners van de flat hebben niet een echt gemeenschapsgevoel. Arjan: ,,Maar ik zou niet willen zeggen dat we langs elkaar leven.” Steven: ,,Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden buitenshuis. Maar we eten wel veel met elkaar.” Arjan: ,,In de GR hebben we ook geen tv waar we samen kunnen kijken. Alleen met voetbalwedstrijden wil er nog wel eens een tv in de gang gezet worden.” Steven: ,,We wonen nu vanaf januari bij elkaar dus er is nog weinig over te zeggen, maar ik zie bij ons in huis nu niet direct huishumor of bijnamen ontstaan. Zo’n huis zijn wij simpelweg niet.”

,,Ons huis kun je plaatsen bij de grote groep rustige, nette studentenhuizen, waar weinig gebeurt”, meent Steven. ,,Ook wij hebben een corveerooster. En tot nu toe wordt dat redelijk nageleefd. Nee, er staat geen sanctie op het niet uitvoeren van de taak. Wij doen gewoon netjes ons werk. We hebben afgesproken dat we afgesproken hebben om het corveerooster uit te voeren.”

Steven: ,,Op deze wijze heeft een studentenhuis ook een vormende functie. Je leert er rekening met elkaar te houden en je leert te accepteren dat je boven op elkaars lip zit. Het maakt je tolerant.”


Figuur 3 Menno ter Braaklaan. Wonen in de suburb, geen bijnaam, geen huishumor, ,,wij doen gewoon netjes ons werk”

Tom Köhler

Studentenhuizen. Het telefoonboek vermeldt er 168. De meeste staan vermeld als een kaal adres maar ook een flink aantal onder de meest fantastische namen. Van ‘Alien Life Brothers’ aan de Schoemakerstraat tot ‘zzzzzzzzzonunoglater en Co’ aan de Van Hasseltlaan.

Na gemiddeld zo’n achttien jaar beschermende moederschoot moet ieder jaar een verse horde eerstejaars op zoek naar een Delfts surrogaat van het ouderlijk huis. Sommigen nemen dat net iets te letterlijk en trekken in bij een hospita. Anderen zoeken elkaar op en creëren een eigen nestje: een studentenhuis.

In het studentenhuis vindt de student steun bij zijn lotgenoot: de huisgenoot. Gehaat om zijn hardleerse ranzigheid, maar geliefd om zijn contactjes met de mensen die net dàt prakticumverslag voor jou kunnen regelen.

Is een huisgenoot een vriend? Dat hangt erg van het huis af. Vaak zijn ze er slechts om gezamenlijk te eten en tv te kijken, bij voorkeur soaps als Beverly Hills 90210, McGiver, Airwolf of Baywatch.

Strenge corveerooster moeten garanderen dat paddestoelen en andere schimmelsoorten uit de douchebak, en kakkerlakken uit de keuken geweerd worden. Als sanctie op het niet uitvoeren van de taak staat de traditionele taart. Elke maandag is er daarom in elk studentenhuis gratis taart.

Ze zijn er in soorten en maten. Corpshuizen waar een stuk of twintig leden zorgen voor een verlengstuk van de sociëteit (‘de zaak’), compleet met HO, HJ, thee- en deurmos. Of verdiepingen op de Krakeelhof waar om het jaar de kakkerlakkenbestrijdingsdienst langskomt. Tot vierkamer-flatjes in de Voorhof waar de GR (gemeenschappelijke ruimte) een woonkamer is waarin net zo goed een pas getrouwd stelletje op de bank had kunnen zitten. Eén overeenkomst hebben ze. Levend op elkaars lip offeren de bewoners een stukje vrijheid op en vormen zo een opmerkelijk bastion van solidariteit in het tijdperk van individualisme.

‘HJ’ ZET THEE EN VUILNIS BUITEN, ‘MAAR KRIJGT VEEL AANDACHT’

OD35 eet doordeweeks op de sociëteit

De bewoners van OD35 zijn trots op hun monumentale pand. De een vindt het de ‘de enige reden dat ik nog in Delft studeer’, de ander ‘wil er per se afstuderen’. En onbegrijpelijk vinden ze het dat de SDSH bij de verbouwing een paar geleden de marmeren tegels in de lange gang wilde vervangen door functioneel marmoleum, en de Delfts blauwe tegeltjes in de douche liet wegbreken.

Alle 21 bewoners van Oude Delft 35 zijn lid bij het Delfts Studenten Corps. Al 104 jaar doet het huis dienst als studentenhuis. De bewoners wensen overigens niet dat OD35 aangeduid wordt als ‘corpshuis’, volgens eigen zeggen gaat het om een ‘sociëteitshuis’. Wat het verschil is blijft duister.

Binnen de muren van OD35 huizen de laatste restanten van het pre-ritziaanse tijdperk. Achtste-, negende- en nog ouderejaars vullen het achterste gedeelte van het pand, dat toepasselijk het achterhuis heet. In het voorhuis wonen de jongerejaars. De bewoners denken dat deze doorstroommogelijkheid een van de redenen is dat er vrijwel nooit iemand voortijdig OD35 verlaat. ,,Als je wat ouder wordt, wil je wat rustiger wonen. Je gaat afstuderen en dan heb je toch wel wat rust nodig. In het achterhuis is daar alle ruimte voor. Je kunt schreeuwen wat je wilt in het voorhuis, in het achterhuis zul je het echt niet horen.”

Nieuwe bewoners worden geselecteerd uit de eerstejaars van het corps. ,,Een enkele keer vragen we ook wel eens een ouderejaars voor ons huis. We vinden het belangrijk dat de opbouw qua leeftijd constant is. Dat er niet bijvoorbeeld maar één vierdejaars in huis woont.”

Over het algemeen moeten eerstejaars-corpsleden op een instemming bewijzen dat ze geschikt zijn om in OD35 te kunnen wonen. ,,We organiseren een voetbaltoernooitje of zo met de kandidaten. Meestal komen er een stuk of dertig. Je kan dus wel zeggen dat we populair zijn. We hebben dan ook veel te bieden. Elke dag brengt de bakker vers brood, we hebben drie kranten en we wonen aan de mooiste gracht van Delft in een prachtig pand prachtig centraal gelegen tussen de TU en de zaak.” Een andere huisgenoot vult aan. ,,Ik vind dat je wel erg de materiële zaken benadrukt. Het belangrijkste is de sfeer, de mentaliteit die in huis heerst. Het blijven de mensen die het huis maken.”

Eenmaal ingestemd valt de huisjongste direct een paar huistaken ten deel. ,,De HJ neemt de telefoon op, regelt dat het vuilnis buiten gezet wordt en zet de thee. Het is erg duidelijk als iedereen weet wie wat moet doen. Je moet het dan ook niet direct zien als iets afzeikerigs of zo.” Een ander neemt over: ,,De HJ krijgt erg veel aandacht van de rest van het huis.”

Om de hygiëne op acceptabel niveau te houden heeft OD35 driemaal in de week een werkster over de vloer. Een huisgenoot vertelt: ,,José is haar naam, ze werkt hier nu negen of tien jaar. De alleroudste bewoners kennen mevrouw Van der Plas nog. Die maakte hier sinds mensenheugenis schoon.” Meer personen zijn verbonden aan OD35: ,,Eén keer in de week komt altijd de konijnenman. Die haalt oud brood op dat ie aan zijn konijnen voert. Tenminste dat zegt ie. Het kan ook best dat ie er paneermeel van maakt. Dat mannetje komt hier al zolang de oudste bewoners weten. Op reünie die laatst gehouden is, kwamen we er achter dat hij hier nu tien jaar langskomt.”

Zelf heeft OD35 ook dieren gehad. ,,Varkens hebben we gehad, maar die maakten zoveel herrie. Als wij dan tv gingen kijken drukten ze hun neus tegen het raam en begonnen ze te knorren. Toen hebben we ze maar naar de slager gebracht. En we hebben kippen en een haan gehad. Die haan maakte ’s morgens vroeg altijd zoveel lawaai dat ie ’s nachts in een koelkast moest. Als we ‘m er dan ’s ochtends weer uit lieten begon ie spontaan alle kippen te dekken.”

Schoonmaakster José heeft niet zoveel te doen volgens de bewoners. ,,Ze veegt en dweilt een beetje. We maken zelf het meeste schoon. Als je iets gebruikt dan was je het zelf af.Het wordt in huis niet getolereerd als je er een klerezooi van maakt. Dan flikkeren we de zooi in het bed van de boosdoener. En ik kan je garanderen dat het niet lekker slaapt op een pan spaghetti.”

,,De sociale controle is sowieso moordend te noemen binnen het huis”, meent iemand. ,,Het gevolg is dat meisjes wel eens bang zijn om binnen te gaan. Zo vreemd is dat natuurlijk ook niet. Als dat wijf binnenkomt, moet ze eerst de lange gang door waar uit allerlei gaten en hoeken hoofden komen die eens een keurende blik werpen, terwijl aan het einde van de gang een paar huisgenoten ‘duwen, duwen’ lopen te blaten”, vertelt een enigszins gefrustreerde bewoner die net te voren de complete pornoverzameling van het huis op zijn bed vond toen hij zijn kersverse vriendinnetje in zijn kamer had uitgenodigd.

OD35 eet doordeweeks nooit thuis. ,,We eten altijd op de sociëteit. Gezamenlijk lopen we naar de zaak, drinken er een pilsje en eten in een vaste hoek van de eetzaal. De eerste die na het eten thuis is zet koffie en dan kijken we samen tv in de tv-kelder. Bij ons in huis wordt overigens weinig tv gekeken. De situatie bevordert het ook niet trouwens. Je hebt huizen waar de tv in de keuken staat en bij het ontbijt al MTV opstaat. Wij doen liever een spelletje, klaverjassen of risk.”

De door de HJ gezette thee heeft een belangrijke functie binnen OD35. ,,In principe kun je je de hele dag opsluiten in je kamer in huis. Je zal de hele dag niemand tegenkomen. Belangrijk is daarom de thee die om half tien ’s avonds gezamenlijk gedronken wordt. De thee is heilig. Als je niet op de thee komt, ben je niet thuis. De gezamenlijke thee houdt iedereen betrokken bij het huis.”

,,Daarom studeren we ook samen thuis. Je kunt wel met z’n allen naar de KB gaan, maar dat heeft ook geen zin. We hebben een intekenlijst waarop je kunt aangeven of je de betreffende dag meedoet met het studierooster.” Een oudere bewoner beklaagt zich erover: ,,Je moet die jongens steeds meer bieden. Van die studieroosters en zo. Vroeger zaten we de hele avond op de kamer van de HJ bier te drinken. Om half drie moest ie dan de laatste plakker z’n kamer uitvegen voordat ie naar bed kon. Dat waren nog eens tijden.”


Figuur 1 OD35: samen aan de thee, samen studeren en samen naar de zaak

‘WE ZIJN NIET AAN HET INKAKKEN, WE ZIJN NOG LANG GEEN EEDUPEE’

Bijna geen watergevechten meer bij ‘De Zware Jacob’

De beruchtste studentenhuizen zijn die aan de Jacoba van Beierenlaan, ook wel bekend als de Krakeelhof. In de gebouwen rond de middenplaats wonen zo’n vijfhonderd studenten. Bertram en Guus wonen met zestien anderen op verdieping 17, in het telefoonboek vermeld onder ‘De Zware Jacob’. Zij vinden dat de binnenplaats wel een zinniger bestemming kan krijgen dan de huidige parkeerplaats. ,,Wie heeft er nou wat aan een parkeerplaats. Er moet een zwembad komen of tennisbanen. Met z’n vijfhonderden hoeft dat toch niets te kosten.”

Over studentenhuizen en zwembaden kunnen ze trouwens meepraten op ’17’. Ooit haalden ze de kolommen van de grootste krant van Nederland omdat ze in de gemeenschappelijke ruimte een zwembad gebouwd zouden hebben. Het verhaal berust op een misverstand beweren Jeroen en Marcel, twee andere bewoners van 17. ,,Die man van De Telegraaf kwam, want die had in de Delta gelezen dat hier een zwembad zou zijn. Dat was helemaal niet zo, we zeiden dat we alleen een badkuip hadden. Toen hebben we daar maar in geposeerd voor de fotograaf. Dat verhaal hebben ze er zelf bij verzonnen.”

Wat ze wel hebben op 17 is een bar met tap. ,,Het is een barmeubel hè, geen vaste bar. Dat mag namelijk niet van de SDSH.” Bij de bar hoort een ijsklontjesmachine die bovenop de afwasmachine staat. ,,Erg handig die afwasmachine. Dat voorkomt de grootste ranzigheid”, vertelt Marcel, ,,alleen de pannen gaan er niet in.” Vroeger hadden ze op 17 ook nog wel eens werksters, maar die zijn allemaal gevlucht. ,,Nu hebben we een corveerooster, dat wordt niet altijd even goed nageleefd, maar het werkt wel redelijk. Binnen het huis zijn er altijd wel een paar mensen die de anderen er op wijzen dat ze hun taak nog moeten doen”, vertelt Guus.

,,Er is binnen de verdieping sowieso wel een redelijke sociale controle”, zegt Jeroen. ,,In principe mag iedereen op de verdieping natuurlijk doen en laten wat ie wil. Al wil iemand elke dag om twee uur ’s middags uit zijn bed komen dan vinden we dat prima, maar dan word je toch minder gerespecteerd binnen de verdieping.” Marcel vervolgt: ,,Als iemand consequent aan het ranzen is, dan wordt ie daar zeker op aangesproken.”

,,We hebben ook wel een redelijk verdiepingsgevoel”, meent Marcel. ,,Elke avond wordt er wel met elkaar gegeten.” Jeroen voegt toe: ,,Ik denk dat er vierentwintig uur per dag wel iemand aanwezig is in de gemeenschappelijke ruimte. Er is dus altijd wel iemand om even een praatje te maken of even mee tv te kijken of zo.”

Binnen een groep van achttien mensen is het haast onvermijdelijk dat er binnen de verdieping groepjes ontstaan. ,,Ja, dat klopt wel”, zegt Marcel. ,,Dat is vooral goed te zien tijdens instemmingen. Dan zie je duidelijk welke blokken er zijn. Dan gaat het er soms hard aan toe. Er is altijd wel ruzie over wie er ingestemd moet worden.”

,,Maar we hebben ook nog niet zoveel ervaring met instemmingen. In de drie jaar dat wij hier nu zitten hebben we er pas vier gehouden. Dat is toch wel typisch, omdat de Krakeelhof-verdiepingen bekend staan als studentenhuizen met veel doorstroming.” Bertram: ,,De bewoners van de Krakeelhof worden een beetje ouwe lullen. De meeste zijn hier drie jaar geleden als tweede of derdejaars gekomen en zijn daarna niet meer verhuisd. De bewoners worden een beetje ouder en rustiger.”

,,Er gebeurt steeds minder. In het begin waren er veel meer verdiepingsfeesten en was er veel meer gekloot. Watergevechten bijvoorbeeld worden bijna niet meer gehouden”, zegt Marcel. ,,Maar we zijn zeker nog niet aan het inkakken. We zijn nog lang geen EeduPee.”


Figuur 2 De GR van 17, ,,altijd wel iemand om een praatje te maken of even mee tv te kijken”

‘ZO HEEFT STUDENTENHUIS OOK EEN VORMENDE FUNCTIE’

Alleen bij voetbalwedstrijd een tv in de gang

Een èchte student woont op de tochtige zolderkamer van een schilderachtig grachtenpand. Maar helaas heeft de Delftse grachtengordel te weinig capaciteit om elke student te huisvesten. Menigeen is daarom gedwongen uit te wijken naar de Delftse suburbs zoals de Voorhof. In één van de torenhoge flats daar, aan de Menno ter Braaklaan, wonen op de zestiende verdieping Steven en Arjan met twee medestudenten in een flatje.

,,Ik weet dat we hier niet echt studentikoos wonen. Maar ik heb ook niet zo’n behoefte om in een ècht studentenhuis te wonen. Mijn woonruimte moet vooral zijn om te wonen en te studeren. Verder eigenlijk niets”, vertelt Steven. ,,Grote studentenhuizen zijn vaak meer een verlengstuk van een vereniging”, denkt Arjan.

Arjan heeft niet een bewuste keuze gemaakt voor een klein studentenhuis. ,,Ik rolde erin. Ik was op zoek naar een nieuwe kamer en toen ben ik hier ingestemd. Maar ik zou niet graag in de Krakeelhof willen wonen. Dat lijkt me erg anoniem.”

Steven woonde enkele jaren bij een hospes. ,,Ik was het alleen zijn min of meer beu. Ik had sowieso weinig contact met m’n huisbaas, maar die vent was een CV-installateur van een jaar of zestig en dan verschil je toch een stuk in belevingswereld. Ik wilde daarom graag met leeftijdsgenoten wonen. In dit huis kan dat. Het combineert de voordelen van een studentenhuis met die van alleen wonen. Enerzijds is er altijd wel iemand waar je tegen aan kunt lullen. Anderzijds kun je je eigen gang gaan en wordt je niet gestoord door je huisgenoten. Ik zou niet in een groot studentenhuis willen wonen. Je huisgenoten zijn dan, genuanceerd gezegd, meer aanwezig.”

De bewoners van de flat hebben niet een echt gemeenschapsgevoel. Arjan: ,,Maar ik zou niet willen zeggen dat we langs elkaar leven.” Steven: ,,Iedereen heeft zo zijn eigen bezigheden buitenshuis. Maar we eten wel veel met elkaar.” Arjan: ,,In de GR hebben we ook geen tv waar we samen kunnen kijken. Alleen met voetbalwedstrijden wil er nog wel eens een tv in de gang gezet worden.” Steven: ,,We wonen nu vanaf januari bij elkaar dus er is nog weinig over te zeggen, maar ik zie bij ons in huis nu niet direct huishumor of bijnamen ontstaan. Zo’n huis zijn wij simpelweg niet.”

,,Ons huis kun je plaatsen bij de grote groep rustige, nette studentenhuizen, waar weinig gebeurt”, meent Steven. ,,Ook wij hebben een corveerooster. En tot nu toe wordt dat redelijk nageleefd. Nee, er staat geen sanctie op het niet uitvoeren van de taak. Wij doen gewoon netjes ons werk. We hebben afgesproken dat we afgesproken hebben om het corveerooster uit te voeren.”

Steven: ,,Op deze wijze heeft een studentenhuis ook een vormende functie. Je leert er rekening met elkaar te houden en je leert te accepteren dat je boven op elkaars lip zit. Het maakt je tolerant.”


Figuur 3 Menno ter Braaklaan. Wonen in de suburb, geen bijnaam, geen huishumor, ,,wij doen gewoon netjes ons werk”

Tom Köhler

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.