Opinie

Het AIVD-lek

Ik was net lekker aan het tikken over het instorten van supermom . een aantal van mijn clubgenoten, goede moeders én ingenieurs, geeft het op en stopt op 34-jarige leeftijd met werken .

toen ik een telefoontje kreeg. Een collega-journalist vanaf het Spui: ‘MJ hoe heet ook alweer die journalist die het met een jongere collega deed en daar nu een boek over heeft geschreven?’ Rare vraag zo op de late avond, maar ik wist het antwoord. ‘Die ja! Die staat hier te praten met een man met een tas met duizenden euro’s die zegt dat de AIVD achter hem aanzit.’ Ik vroeg maar even niet hoe zij wist dat hij duizenden euro’s in die tas had zitten. Ze ging door: ‘De man is goed overstuur. De politie is gebeld.’ Het leek haar een goed idee dat ik kwam kijken of hier een verhaal in zat.

Ik was al te laat begonnen met tikken. Ik was naar de catwalkshow van modeontwerper Hans Ubbink geweest. Een collega had kaarten geregeld voor de hele redactie van ‘De Wereld Draait Door’. De show was super en de champagne knalde, maar ik was niet blijven hangen. Ik moest nog tikken. Maar een goed verhaal is een goed verhaal en ‘het instorten van supermom’ kon wachten. Dus, jas aan en de kou weer in.

De collega op het Spui belde dat ik moest opschieten. De journalist die een boek had geschreven over zijn buitenechtelijke relatie was al in café De Zwart verdwenen. De politie arriveerde tegelijk met mij. De man met de tas met duizenden euro’s zat op een stoel voor café Luxembourg. Midden veertig, zwarte broek, zwarte leren jas, zwarte laptoptas. Hij kon zijn verhaal niet vertellen aan de politie, zei hij tegen de agenten. Hij wilde zijn verhaal alleen vertellen aan journalisten. It was his lucky day.

De politieagenten hadden inmiddels zijn rijbewijs en lichtte ons in dat de man de afgelopen twee jaar 67 keer met de politie in aanraking was geweest. De jongens op het hoofdbureau hadden de lijst voor hun neus. Hij was niet gewelddadig en niet genoeg in de war om vastgehouden te worden. Zijn verhaal over de AIVD deed hij bij hen niet. Na het tonen van mijn perskaart, wilde hij wel met mij praten. De politieagenten droegen de man over aan mij en mijn collega (die bij een modeblad werkt). Het vroor.

Hij wist teveel, zei hij, over de AIVD, de CID, afrekeningen in het criminele circuit. Hij was bang de nacht niet te overleven. Ik zag er trouwens ook wel uit als een AIVD-meisje. Het lukte niet een afspraak met hem te maken op een fatsoenlijker plek en uur. Verkleumd liep ik terug naar huis. Misschien sprak hij de waarheid. Ik kon hem niet helpen. Hij had inderdaad meer dan genoeg geld bij zich voor een warme maaltijd en een warm bed. Ik liet hem huilend achter op een bankje. Ben ik een slechte journalist? Een slecht mens? In ieder geval weer een korte nacht. De wereld draait gewoon door.

Marie-José Kleef is freelance journalist. Ze studeerde civiele techniek aan de TU Delft.

Ik was net lekker aan het tikken over het instorten van supermom . een aantal van mijn clubgenoten, goede moeders én ingenieurs, geeft het op en stopt op 34-jarige leeftijd met werken . toen ik een telefoontje kreeg. Een collega-journalist vanaf het Spui: ‘MJ hoe heet ook alweer die journalist die het met een jongere collega deed en daar nu een boek over heeft geschreven?’ Rare vraag zo op de late avond, maar ik wist het antwoord. ‘Die ja! Die staat hier te praten met een man met een tas met duizenden euro’s die zegt dat de AIVD achter hem aanzit.’ Ik vroeg maar even niet hoe zij wist dat hij duizenden euro’s in die tas had zitten. Ze ging door: ‘De man is goed overstuur. De politie is gebeld.’ Het leek haar een goed idee dat ik kwam kijken of hier een verhaal in zat.

Ik was al te laat begonnen met tikken. Ik was naar de catwalkshow van modeontwerper Hans Ubbink geweest. Een collega had kaarten geregeld voor de hele redactie van ‘De Wereld Draait Door’. De show was super en de champagne knalde, maar ik was niet blijven hangen. Ik moest nog tikken. Maar een goed verhaal is een goed verhaal en ‘het instorten van supermom’ kon wachten. Dus, jas aan en de kou weer in.

De collega op het Spui belde dat ik moest opschieten. De journalist die een boek had geschreven over zijn buitenechtelijke relatie was al in café De Zwart verdwenen. De politie arriveerde tegelijk met mij. De man met de tas met duizenden euro’s zat op een stoel voor café Luxembourg. Midden veertig, zwarte broek, zwarte leren jas, zwarte laptoptas. Hij kon zijn verhaal niet vertellen aan de politie, zei hij tegen de agenten. Hij wilde zijn verhaal alleen vertellen aan journalisten. It was his lucky day.

De politieagenten hadden inmiddels zijn rijbewijs en lichtte ons in dat de man de afgelopen twee jaar 67 keer met de politie in aanraking was geweest. De jongens op het hoofdbureau hadden de lijst voor hun neus. Hij was niet gewelddadig en niet genoeg in de war om vastgehouden te worden. Zijn verhaal over de AIVD deed hij bij hen niet. Na het tonen van mijn perskaart, wilde hij wel met mij praten. De politieagenten droegen de man over aan mij en mijn collega (die bij een modeblad werkt). Het vroor.

Hij wist teveel, zei hij, over de AIVD, de CID, afrekeningen in het criminele circuit. Hij was bang de nacht niet te overleven. Ik zag er trouwens ook wel uit als een AIVD-meisje. Het lukte niet een afspraak met hem te maken op een fatsoenlijker plek en uur. Verkleumd liep ik terug naar huis. Misschien sprak hij de waarheid. Ik kon hem niet helpen. Hij had inderdaad meer dan genoeg geld bij zich voor een warme maaltijd en een warm bed. Ik liet hem huilend achter op een bankje. Ben ik een slechte journalist? Een slecht mens? In ieder geval weer een korte nacht. De wereld draait gewoon door.

Marie-José Kleef is freelance journalist. Ze studeerde civiele techniek aan de TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.