Campus

‘Het is absoluut geen kakclub’

Het theekransje van weleer is uitgegroeid tot een volwaardige vereniging. Maar de Vereniging van Delftse Hoogleraarsvrouwen heeft te kampen met vergrijzing en desinteresse van de jonge garde. Onder leiding van voorzitster Els Kokkedee wordt zaterdag het vijftigjarig bestaan gevierd.


Traditie

,,Ik voel me totaal geen hoogleraarsvrouw. Het woord alleen al.” Voorzitster Els Kokkedee haalt alles uit de kast om duidelijk te maken dat de Vereniging van Delftse Hoogleraarsvrouwen er een is van heel gewone meisjes. Ze zijn immers getrouwd met degelijke, Delftse jongens, van wie het merendeel niet door geboorte maar door hersens en hard werken tot het gilde der wijzen is doorgedrongen. ,,Het klinkt behoorlijk elitair, maar dat is het niet”, aldus Kokkedee. ,,Het is absoluut geen kakclub. Geen gewichtigdoenerij.”

Kokkedee is een echte dame, maar wel een gezellige die het op de vroege morgen regelmatig uitgiert van het lachen. Genoeg reden om niet aan haar woorden te twijfelen. ,,Maar de grond van de vereniging is natuurlijk een beetje raar”, geeft ze toe. ,,Je wordt beoordeeld op de merites van je echtgenoot.”

De traditie rechtvaardigt het bestaan van een dergelijke vereniging, vindt de voorzitster. En die traditie beloopt dit jaar een halve eeuw. Vlak na de oorlog stak een aantal hoogleraarsvrouwen de koppen bij elkaar. Op recepties kwamen ze elkaar regelmatig tegen, maar kennen deden ze elkaar nauwelijks. Ze besloten tot een theekransje. Naast de theepotcarrousel ontstonden spoedig bridgeavonden. En het jaardiner – gelijktijdig met het senaatsdiner van de mannen, maar op een andere locatie.

‘Gij wordt nog steeds bemind door uw dames’, bericht een bode de senaat in 1957 tijdens het diner. De dames zitten aan het carré de veau als de bode met het antwoord komt, geschreven op de achterkant van een menu. ‘De senatoren hopen zich persoonlijk te overtuigen van de betuigde goede trouw, zodra gewichtiger ambtsbezigheden hier hun aandacht niet meer opeisen.’
Senaatsdiner

,,Vind je het niet prachtig?”, zegt Kokkedee die verder bladert in het schriftje waarin in sierlijk handschrift de hoogtepunten van het jaar zijn opgetekend. Een halve eeuw geschiedenis is op deze manier vastgelegd, maar de meeste annalen zijn verdwenen. Verstrooid over de zolders van vroegere bestuursleden. Bij een bestuurswissel gaan de paperassen normaal gesproken mee, vertelt Kokkedee. In de praktijk ging het vaak anders; ook hoogleraarsvrouwen hebben wel eens een onderling conflictje.

Zesenzestig dames waren er bij het jaardiner van 1957 aanwezig. Veel meer hoogleraren zal de TU in die tijd niet gehad hebben. Het waren gouden tijden voor de vereniging.

Op het jaardiner komende zaterdag zullen zo’n zestig mensen aanschuiven. Dames en heren. De hoogleraren verloren na de invoering van de WUB (wet universitaire bestuursstructuur) hun senaatsdiner. Uit medelijden mochten ze vervolgens jaarlijks met de vrouwen meedoen.

De glorie van de begindagen is er een beetje af. Officieel zijn er nu ruim honderddertig dames lid. Dat is relatief weinig, omdat het aantal hoogleraren veel hoger is. Daarnaast komen veel leden maar zelden opdagen. ,,Veel jonge vrouwen werken en hebben geen tijd meer”, zegt Kokkedee. ,,En lang niet iedereen woont nog in de omgeving van Delft.” De club vergrijst langzaam, en bestuursleden zijn met moeite te vinden.

Onkundig van het bestaan van de vereniging zijn de hoogleraarsvrouwen in elk geval niet. Een bestuursdelegatie bezoekt steevast alle intreeredes, om na afloop kennis te maken met de partner van de nieuwe wetenschapper.
Crea-ochtend

Wie besluit lid te worden, krijgt tegenwoordig veel meer voorgeschoteld dan een kop thee en een jaarlijks diner. Gemiddeld staat er iedere maand een activiteit op het programma. Een wandeltocht, een fietstocht, een excursie; maar ook bezoeken aan de concerten van Krashna Musika, waarvan de vereniging beschermvrouwe is, en vorig jaar een ‘crea-ochtend’. Kokkedee: ,,We horen vaak van leden dat ze het zo druk hebben. Laat nou eens zien waar je mee bezig bent, zeiden we.” Het gevolg was een tentoonstelling van onder meer wandlappen, poppen en beschilderde eieren.

Maar het meest in trek zijn de lezingen van de vereniging. De dames hebben een voorliefde voor medische en culturele onderwerpen, waarover regelmatig een van de echtgenoten komt vertellen.

,,We vragen zo veel mogelijk sprekers uit eigen gelederen, want die zijn niet zo duur”, licht Kokkedee toe. Leden betalen een paar tientjes contributie per jaar, en dus moet het bestuur op de kleintjes letten. ,,Bij de eindejaarsborrel maken we zelf de hapjes klaar.” En bij het zoeken naar een goed restaurant voor het jaarlijkse diner onderhandelt het bestuur stevig met de gérant over de groepskorting. Kokkedee moet er zelf hartelijk om lachen.

De naam is nog steeds Vereniging van Delftse Hoogleraarsvrouwen, maar dat laatste is een rekkelijk begrip. In de statuten is de term echtgenoot al veranderd in partner, zodat een boterbriefje geen vereiste meer is. Daarnaast mogen mannelijke partners ook lid worden, al zijn ze bij de vereniging nog niet gesignaleerd.

Maar een exclusief vrouwenbolwerk is de vereniging al lang niet meer. Sinds het aanschuiven van de hoogleraren bij het jaardiner, is er een trend dat de leden hun mannen steeds vaker ook naar andere activiteiten meetronen. Bij de veertig dames die vorig jaar een bustochtje naar Den Bosch ondernamen, bevond zich ook een zestal professoren.


Traditie

,,Ik voel me totaal geen hoogleraarsvrouw. Het woord alleen al.” Voorzitster Els Kokkedee haalt alles uit de kast om duidelijk te maken dat de Vereniging van Delftse Hoogleraarsvrouwen er een is van heel gewone meisjes. Ze zijn immers getrouwd met degelijke, Delftse jongens, van wie het merendeel niet door geboorte maar door hersens en hard werken tot het gilde der wijzen is doorgedrongen. ,,Het klinkt behoorlijk elitair, maar dat is het niet”, aldus Kokkedee. ,,Het is absoluut geen kakclub. Geen gewichtigdoenerij.”

Kokkedee is een echte dame, maar wel een gezellige die het op de vroege morgen regelmatig uitgiert van het lachen. Genoeg reden om niet aan haar woorden te twijfelen. ,,Maar de grond van de vereniging is natuurlijk een beetje raar”, geeft ze toe. ,,Je wordt beoordeeld op de merites van je echtgenoot.”

De traditie rechtvaardigt het bestaan van een dergelijke vereniging, vindt de voorzitster. En die traditie beloopt dit jaar een halve eeuw. Vlak na de oorlog stak een aantal hoogleraarsvrouwen de koppen bij elkaar. Op recepties kwamen ze elkaar regelmatig tegen, maar kennen deden ze elkaar nauwelijks. Ze besloten tot een theekransje. Naast de theepotcarrousel ontstonden spoedig bridgeavonden. En het jaardiner – gelijktijdig met het senaatsdiner van de mannen, maar op een andere locatie.

‘Gij wordt nog steeds bemind door uw dames’, bericht een bode de senaat in 1957 tijdens het diner. De dames zitten aan het carré de veau als de bode met het antwoord komt, geschreven op de achterkant van een menu. ‘De senatoren hopen zich persoonlijk te overtuigen van de betuigde goede trouw, zodra gewichtiger ambtsbezigheden hier hun aandacht niet meer opeisen.’
Senaatsdiner

,,Vind je het niet prachtig?”, zegt Kokkedee die verder bladert in het schriftje waarin in sierlijk handschrift de hoogtepunten van het jaar zijn opgetekend. Een halve eeuw geschiedenis is op deze manier vastgelegd, maar de meeste annalen zijn verdwenen. Verstrooid over de zolders van vroegere bestuursleden. Bij een bestuurswissel gaan de paperassen normaal gesproken mee, vertelt Kokkedee. In de praktijk ging het vaak anders; ook hoogleraarsvrouwen hebben wel eens een onderling conflictje.

Zesenzestig dames waren er bij het jaardiner van 1957 aanwezig. Veel meer hoogleraren zal de TU in die tijd niet gehad hebben. Het waren gouden tijden voor de vereniging.

Op het jaardiner komende zaterdag zullen zo’n zestig mensen aanschuiven. Dames en heren. De hoogleraren verloren na de invoering van de WUB (wet universitaire bestuursstructuur) hun senaatsdiner. Uit medelijden mochten ze vervolgens jaarlijks met de vrouwen meedoen.

De glorie van de begindagen is er een beetje af. Officieel zijn er nu ruim honderddertig dames lid. Dat is relatief weinig, omdat het aantal hoogleraren veel hoger is. Daarnaast komen veel leden maar zelden opdagen. ,,Veel jonge vrouwen werken en hebben geen tijd meer”, zegt Kokkedee. ,,En lang niet iedereen woont nog in de omgeving van Delft.” De club vergrijst langzaam, en bestuursleden zijn met moeite te vinden.

Onkundig van het bestaan van de vereniging zijn de hoogleraarsvrouwen in elk geval niet. Een bestuursdelegatie bezoekt steevast alle intreeredes, om na afloop kennis te maken met de partner van de nieuwe wetenschapper.
Crea-ochtend

Wie besluit lid te worden, krijgt tegenwoordig veel meer voorgeschoteld dan een kop thee en een jaarlijks diner. Gemiddeld staat er iedere maand een activiteit op het programma. Een wandeltocht, een fietstocht, een excursie; maar ook bezoeken aan de concerten van Krashna Musika, waarvan de vereniging beschermvrouwe is, en vorig jaar een ‘crea-ochtend’. Kokkedee: ,,We horen vaak van leden dat ze het zo druk hebben. Laat nou eens zien waar je mee bezig bent, zeiden we.” Het gevolg was een tentoonstelling van onder meer wandlappen, poppen en beschilderde eieren.

Maar het meest in trek zijn de lezingen van de vereniging. De dames hebben een voorliefde voor medische en culturele onderwerpen, waarover regelmatig een van de echtgenoten komt vertellen.

,,We vragen zo veel mogelijk sprekers uit eigen gelederen, want die zijn niet zo duur”, licht Kokkedee toe. Leden betalen een paar tientjes contributie per jaar, en dus moet het bestuur op de kleintjes letten. ,,Bij de eindejaarsborrel maken we zelf de hapjes klaar.” En bij het zoeken naar een goed restaurant voor het jaarlijkse diner onderhandelt het bestuur stevig met de gérant over de groepskorting. Kokkedee moet er zelf hartelijk om lachen.

De naam is nog steeds Vereniging van Delftse Hoogleraarsvrouwen, maar dat laatste is een rekkelijk begrip. In de statuten is de term echtgenoot al veranderd in partner, zodat een boterbriefje geen vereiste meer is. Daarnaast mogen mannelijke partners ook lid worden, al zijn ze bij de vereniging nog niet gesignaleerd.

Maar een exclusief vrouwenbolwerk is de vereniging al lang niet meer. Sinds het aanschuiven van de hoogleraren bij het jaardiner, is er een trend dat de leden hun mannen steeds vaker ook naar andere activiteiten meetronen. Bij de veertig dames die vorig jaar een bustochtje naar Den Bosch ondernamen, bevond zich ook een zestal professoren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.