De stichting Handicap + studie krijgt minder geld van het ministerie van onderwijs. Vanaf 2012 zakt het budget van 841 duizend euro naar 491 duizend euro per jaar. De stichting moet met trainingen en adviezen de boer op.
“Met het geld dat we overhouden, kunnen we hooguit de ondersteuning aan individuele studenten handhaven”, zegt directeur René van Pelt van Handicap + studie, dat de belangen van studenten met een functiebeperking behartigt. “Als het niet lukt om daarnaast geld te verdienen met advieswerk, dreigt onze kennis verloren te gaan. Dan is het hoger onderwijs over vijf jaar weer terug bij af.”
Omvormen
OCW had de stichting al wel op de hoogte gesteld. Dit najaar gaan ze samen onderzoeken of de stichting zich kan omvormen tot een volwaardig expertisecentrum. Voorheen was Handicap + studie vooral aan het lobbyen en prikkelen. De instellingen moesten achter de vodden worden gezeten om hun voorzieningen voor gehandicapte studenten op orde te maken.
Universiteiten afrekenen
Maar vanaf volgend jaar worden universiteiten en hogescholen expliciet afgerekend op hun zorg voor gehandicapte studenten. Die gaat deel uitmaken van de kwaliteitskeuring van onderwijsinstellingen, de zogeheten accreditatie. Wie onvoldoende scoort, krijgt hooguit een jaar de tijd om zijn voorzieningen op orde te brengen.
Consultancywerk
Daarom worden instellingen gedwongen hun kennis over gehandicaptenbeleid ergens vandaan te halen. Het ministerie denkt dat de stichting daarom best geld kan verdienen met consultancywerk. Prikkelen en aanjagen wordt minder noodzakelijk.
Functiebeperkingen
Bijna één op de tien studenten heeft een handicap, blijkt uit enquêtes. Vaak gaat het om dyslexie, dyscalculie of psychische problemen. Studenten met functiebeperkingen kunnen een beroep doen op voorzieningen van de instellingen. Ook krijgen ze, indien nodig, extra tijd om hun tentamens te maken.
<![CDATA[
]]>Als het aan Engelen ligt, worden alle wetenschappelijke
artikelen voortaan gelijk na publicatie openbaar. Omdat hij inziet dat dit
problemen kan opleveren, pleit hij voor een algemene, openbare database waarin
artikelen een half jaar na het verschijnen worden vrijgegeven. Dit alles gaat
in tegen het beleid van wetenschappelijke toptijdschriften zoals Nature en
Science.
Volgens Engelen is
het hoog tijd dat niet de wetenschappers maar dit soort journals zich gaan
aanpassen. “Tijdschriften als Nature en Science kunnen blijven bestaan, maar ze
moeten hun business model veranderen. Laten ze niet langer arbitraire abonnementskosten
rekenen, maar wetenschappers een betaling voor hun publicatie vragen.”, aldus
de NWO-voorzitter.
Op de vraag of hij de
vrees van sommige wetenschappers deelt dat het publiceren in open access
tijdschriften minder impact heeft, antwoord Engelen: “Ik weet niet hoe groot
dit probleem in de praktijk is, maar daarom moeten gevestigde wetenschappers –
zoals Spinoza-winnaars – het goede voorbeeld geven. Ik begrijp best dat een
promovendus liefst in een toptijdschrift wil publiceren, ongeacht of het open
access is of niet. Toch denk ik dat het mogelijk is om de omslag te maken.”
Elizabeth Koier van
het Promovendi Netwerk Nederland ziet nog wel enkele haken en ogen. “In veel
vakgebieden zijn nog geen open access-tijdschriften die in hoog aanzien staan,
terwijl het bij het aanvragen van een onderzoeksbeurs wel belangrijk is dat je
in goede tijdschriften hebt gepubliceerd. Daarom zullen promovendi
traditioneler zijn dan hun professoren; daar worden ze op afgerekend. Als NWO
bijvoorbeeld een lijst met open access-equivalenten van toptijdschriften
opstelt en daar bij de selectie ook naar handelt, dan zou het ook voor
promovendi prima zijn. ”
“Met het geld dat we overhouden, kunnen we hooguit de ondersteuning aan individuele studenten handhaven”, zegt directeur René van Pelt van Handicap + studie, dat de belangen van studenten met een functiebeperking behartigt. “Als het niet lukt om daarnaast geld te verdienen met advieswerk, dreigt onze kennis verloren te gaan. Dan is het hoger onderwijs over vijf jaar weer terug bij af.”
Omvormen
OCW had de stichting al wel op de hoogte gesteld. Dit najaar gaan ze samen onderzoeken of de stichting zich kan omvormen tot een volwaardig expertisecentrum. Voorheen was Handicap + studie vooral aan het lobbyen en prikkelen. De instellingen moesten achter de vodden worden gezeten om hun voorzieningen voor gehandicapte studenten op orde te maken.
Universiteiten afrekenen
Vanaf volgend jaar worden universiteiten en hogescholen expliciet afgerekend op hun zorg voor gehandicapte studenten. Die gaat deel uitmaken van de kwaliteitskeuring van onderwijsinstellingen, de zogeheten accreditatie. Wie onvoldoende scoort, krijgt hooguit een jaar de tijd om zijn voorzieningen op orde te brengen.
Consultancywerk
Instellingen worden daardoor gedwongen hun kennis over gehandicaptenbeleid ergens vandaan te halen. Het ministerie denkt dat de stichting daarom best geld kan verdienen met consultancywerk. Prikkelen en aanjagen wordt minder noodzakelijk.
Functiebeperkingen
Bijna één op de tien studenten heeft een handicap, blijkt uit enquêtes. Vaak gaat het om dyslexie, dyscalculie of psychische problemen. Studenten met functiebeperkingen kunnen een beroep doen op voorzieningen van de instellingen. Ook krijgen ze, indien nodig, extra tijd om hun tentamens te maken.
Comments are closed.