Anne-Meike van Kinderen zwierf in China van job naar job nadat haar baan bij een ontwerpstudio werd opgeheven. Even leek het erop dat ze zelfs het land uitgegooid zou worden.
Naam: Ir. Anne-Meike van Kinderen (33)
Woonplaats: Shanghai
Verliefd/verloofd/getrouwd: Nee
Studie: Industrieel Ontwerpen
Afstudeeronderwerp: TickTack. Ontwikkeling van een meubel voor laagdrempelige drugsverslaafdenopvang
Afstudeerjaar: 2005
Loopbaan: Van Kinderen’s studeerde in 2005 af bij IO. Haar avontuurlijke carrière in China begon twee jaar later toen ze naar Shanghai vertrok om als project manager Eco Design te werken bij het bedrijf Xindao. Van Kinderen moest een lijn met ecoproducten ontwikkelen. “Alles moest eco schreeuwen.” Het bedrijf sloot de ecoafdeling echter al drie maanden nadat ze in China aankwam. Vervolgens werkte ze enkele maanden bij de grotere broer van Xindao, PF Concept, en als organisator van wintersportreizen voor expats. Haar laatste werkgever is Tuono Lighting International, een bedrijf gespecialiseerd in ledlampen.
Rollenspelmiddagen, salaris, bonussen en vakantiedagen; alles had Anne-Meike van Kinderen gedaan en besproken. Haar contract bij KPN lag al op de mat. Productmanager mobiel bellen zou ze worden. “Bij zo’n bedrijf krijg je coaches en loopbaanbegeleiding. Je zit dan steady.”
Maar toen kreeg de IO-alumnus een aanbod van een bedrijf om naar China te gaan. “China of elders, dat was mij om het even. Als ze hadden gevraagd of ik een bureau wilde opzetten in Buenos Aires had ik het ook gedaan. Ik wil niet straks veertig zijn, in een vinexwijk wonen, en me dan moeten afvragen hoe zo’n avontuur in het buitenland was geweest. Met een bosje bloemen ben ik naar KPN gefietst om sorry te zeggen.”
Zo begon de turbulente carrière van Van Kinderen. In 2007 vertrok ze naar Shanghai om te werken bij de Chinese vestiging van het bedrijf
Xindao, een bedrijf dat actief is in de promotionele industrie. Ze moest met ontwerpers een nieuwe productlijn opzetten.
Dat avontuur duurde maar drie maanden. Nadat ze wegens de kredietcrisis ook weer bij een andere studio haar bureau moest ruimen, werkte ze als reisleidster voor een bedrijf in extreme sporten. Haar werkvergunning daar was niet in orde en ze werd bijna het land uit gegooid.
Op kantoor bij haar laatste werkgever, Tuono Lighting International, dat gespecialiseerd is in ledlampen – “producten die je in je hand kunt houden en die in een doosje kunnen, heerlijk vind ik dat” -, vertelt Van Kinderen haar relaas.
In de periode tussen haar sollicitatie bij KPN en haar afstuderen bij Industrieel Ontwerpen in 2005 werkte Van Kinderen anderhalf jaar bij een Nederlands bedrijf dat ondermeer sleutelbossen, usb-sticks, pennen en dergelijke liet maken met logo’s van bedrijven erop.
“Het was nooit de bedoeling dat ik daar lang zou blijven”, zegt Van Kinderen. “Ik was platzak na een reis naar Zwitserland, India en Nepal en had snel geld nodig.”
Bij het bedrijf Xindao, de leverancier van haar vorige werkgever, kregen ze er lucht van dat de ontwerpster een andere baan zocht. Ze vroegen haar om een afdeling op te zetten gericht op ecologische producten in hun ontwerpstudio in Shanghai. “Denk aan bamboeproducten,
gerecycled glas, zonnecellen; dat soort dingen. Alles moest eco schreeuwen.”
“Ik wist niet veel van China en Shanghai, ik was er zelfs nog nooit geweest, en ik ben ook geen hardcore designer. Ze hebben me aangenomen omdat ik de markt goed kende.”
Maar twee maanden nadat ze in Shanghai aankwam, werd het project afgeblazen wegens geldgebrek. “Als je nu een ticket boekt, kun je voor kerst nog thuis zijn, hadden ze gezegd. Maar in Nederland had ik geen huis, niets. Ik ging niet bij mijn ouders in mijn oude kamer onder mijn Michael Jackson-poster slapen.”
Drie maanden later keerde Van Kinderens geluk. Ze werd aangenomen bij de grotere broer van Xindao, PF Concept, dat ontwerpstudio’s heeft in Nederland en Hongkong. “In Shanghai hadden ze ook tweehonderd mensen – kopers, onderhandelaren, productcontroleurs – maar nog geen studio. Die zou ik opzetten.”
Die studio moest zich richten op original equipment manufacturing (OEM). Van Kinderen: “De meeste bedrijven kopen bij Chinese fabrieken van de plank. Zodra ze kleine ingrepen willen in het product om het meer naar hun smaak te krijgen, heet het OEM.”
Toen kwam de zomer van 2008. Lehman Brothers viel. Er werd heel hard gesneden. “Hong Kong halveerde. En ook bij ons gold last in first out. Ook daar heb ik slechts enkele maanden gewerkt.”
Expats verlieten massaal China. Maar Van Kinderen bleef, “omdat ik hier langer met mijn spaargeld kon doen.”
Op een gegeven moment zag de werkloze ontwerpster een advertentie van een winkel gespecialiseerd in extreme sporten. “Ze zochten een coördinator van snowboardreizen. Ik had in Zwitserland leren snowboarden. Vooral expats gingen mee op deze reizen van Shanghai naar skioorden in de buurt van Beijing.”
Maar ook dit eindigde niet leuk. De politie kwam langs om werkvergunningen te controleren. De Amerikaanse bedrijfsleider had iedereen op een rare manier aangenomen om te voorkomen dat hij dure werkvergunningen moest betalen. De ene was aandeelhouder, de ander vice-president, weer een ander stond helemaal niet op de loonlijst.
“Mijn vergunning was ook niet goed geregeld. Ik had moeten zeggen dat ik alleen maar op bezoek was. Ik had nooit mijn paspoort moeten laten zien.”
Volgens een advocaat zou het met een sisser aflopen. Maar enkele dagen later werd de Nederlandse opgeroepen om naar het politiebureau te komen. “Ik zat alleen met allemaal Chinezen in een kamer. Er werd een document opgesteld waarin stond dat ik wel had mogen werken maar geen geld had mogen verdienen. Maar ik verdiende ook nauwelijks geld”, lacht Van Kinderen. “Slechts zeshonderd euro per maand, daar kon ik amper de huur van betalen. Ik kreeg een boete van tweehonderdvijftig euro en binnen tien dagen moest ik het land verlaten, dat was nog het ergste.”
“Uiteindelijk hoefde ik gelukkig het land niet uit. Dat gaat in China vaak zo. Bij zaken waar je stempels of officiële documenten voor nodig hebt valt vaak nog wel wat te regelen. Voor het eerst in China heb ik zelf een baan opgezegd.”
Via een vriend die leiding geeft aan de Chinese tak van Tuono Lighting International (een onderdeel van het bedrijf Asia Direct Sourcing), kwam Van Kinderen aan haar laatste baan.
“Gert Jan (de chef van Tuono Lighting, red) en ik hockeyden elke zaterdag in Shanghai op een Olympisch veld. We hebben een extreem mooi veld. Maar wel met ranzige hurkplee zonder douches. Rondom het veld is een atletiekbaan, afgeladen met oude Chinezen die rennen en dansen. Tachtig man op slippertjes. Het zijn net onze cheerleaders.”
“Wat wij doen bij Tuono Lighting heet sourcen. Als je in Nederland een bepaald product op de markt wilt brengen, gaan wij dat zoeken in China. Geen enkel buitenlands bedrijf heeft zijn eigen fabriek in China. Ook Philips niet. Bedrijven hebben hooguit een eigen lijn in een fabriek. Wij gaan naar de fabrieken en zeggen hoe we een product willen hebben. ‘Hallo fabriek ik heb een een idee en een pot geld, en ik wil dit project graag met je ingenieurs bespreken.’
Ik ben erg positief over het werk in China. We werken veel samen met lokale ingenieurs, omdat wat ze in Nederland achter de tekentafel bedenken, lang niet altijd de slimste en goedkoopste oplossing is. De fabriek kent haar productieprocessen het beste en kan dus erg goed oplossingen aandragen.”
“Maar het kortetermijndenken van Chinezen is soms erg frustrerend. Ze denken er niet over na dat als ze ons nu verneuken en daardoor twintig cent extra per onderdeel opstrijken, wij dan nooit meer zaken met hen willen doen.”
En je moet volgens Van Kinderen in China voor nog iets anders beducht zijn. “Vaak snappen ze niet waarom ze nog net die ene extra stap moeten zetten om iets ‘helemaal perfect’ te krijgen. Als iets werkt, dan is het toch goed? En ik kan het ze niet altijd kwalijk nemen. In twintig procent van de tijd behaal je tachtig procent van het resultaat. Waarom dan nog tachtig procent van de tijd besteden om iets exact de juiste kleur te geven en het logo perfect horizontaal te krijgen?”
“Maar het werk is leuk. Ik vind het fijn om met producten bezig te zijn. We maken heavy duty lampen voor shopping malls, hotels en helikopterplatforms bijvoorbeeld, maar ook kleinere lampen voor bij mensen thuis. En ik vind de fabrieken, die naar olie ruiken en waar iedereen druk in de weer is, fantastisch.”
Toekomstplannen heeft Van Kinderen niet. “Zolang ik China en Shanghai leuk vindt, blijf ik. Je kunt hier naar Westerse clubs met grote dj’s – Armin van Buuren was hier vorige week – en je kunt een patatje en een hamburger halen. Maar je kunt ook voor vijftig cent een noedelsoepje eten op straat. Er is hier een fijne combinatie van Oost en West. Je kunt hier zelfs pindakaas kopen. Maar ik vraag wel aan iedereen die komt om een kilo kaas voor me mee te nemen.”
Dat streven kan worden gerealiseerd door jaarlijks dertig vrouwen een fellowship te geven waarmee ze hoogleraar kunnen worden.
Van alle hoogleraren in Nederland is in 2010 elf procent vrouw. “Als we nu niets doen, bereiken we nooit een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen,” zegt Goulmy, voorzitter van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren in NRC Handelsblad van 20 april.
Goulmy en Van Saarloos, directeur van de Stichting FOM, schreven het plan op verzoek van het ministerie van Onderwijs, dat jaarlijks 42 miljoen euro zou moeten bijdragen. Ook van de universiteiten wordt een bijdrage verwacht.
Comments are closed.