Onderwijs

‘Haast is geboden bij uitvoering reorganisatie’

Om ‘in de topdivisie te blijven spelen’ moet de TU Delft de ondersteunende diensten ingrijpend en voortvarend reorganiseren, stelde collegevoorzitter Hans van Luijk op een voorlichtingsbijeenkomst.

De aula zat afgelopen maandag bomvol met ondersteuners die waren gekomen voor een uitleg van de reorganisatieplannen. “Ik ken de vragen. Waarom zo’n grote stap? Waarom doen we het niet geleidelijker?” zei Van Luijk. Gezien alle veranderingen die op de TU Delft afkomen, kan de universiteit zich geen vertraagde invoering van de reorganisatie veroorloven, meende de collegevoorzitter. “De vraag is dan ook eerder: zijn we nog wel op tijd met deze veranderingen? Het zal immers jaren duren voor de effecten van deze reorganisatie merkbaar zijn.”

Volgens Van Luijk bevindt de TU Delft zich tussen ‘een oude wereld van stabiliteit en een nieuwe, sterk prestatiegerichte wereld’. Van Luijk: “Nu kunnen we nog rekenen op vaste inkomsten die zo’n zeventig procent van onze totale inkomsten vormen. Dat zal dramatisch veranderen.” Euro’s moeten daarom ‘zo effectief mogelijk worden gebruikt’. “We hebben in 165 jaar een fantastische reputatie opgebouwd en die laten we ons niet afpakken.” De zaal onderging de toespraak tamelijk stoïcijns: er klonk applaus noch boegeroep.

Ondernemingsraadvoorzitter Cees Daleboudt verdedigde de opstelling van de ondernemingsraad. “Het is niet waar dat we op de stoel van het college zijn gaan zitten. We zitten er wel vlak naast, en kunnen zo soms belangrijke koerswijzigingen afdwingen”, aldus Daleboudt. Collegelid Paul Rullmann beschreef de opstelling van de ondernemingsraad als ‘constructief-kritisch’. Maar, voegde hij eraan toe, het was soms ook ‘irritant’ om steeds het ‘juk van de or in de nek te voelen’. “Soms gedraagt de or zich als een rupsje-nooit-genoeg, die steeds weer nieuwe eisen en vragen op tafel legt”, aldus Rullmann. Met dat terzijde nam Rullmann misschien criticasters van de or wat wind uit de zeilen.

Daleboudt nodigde alle ondersteuners met nadruk uit om hun commentaar aan de or door te geven. Het is hun laatste kans om de eindversie van de reorganisatieplannen te beïnvloeden. Maar dat de plannen drastisch zullen worden omgegooid, lijkt op z’n zachtst gezegd onwaarschijnlijk.

In sessies werden de plannen voor de afzonderlijke functiegebieden toegelicht. TNW-decaan Karel Luyben deed ’s middags de presentatie bij ict-ondersteuning, waar de zwaarste klappen vallen. Uit de zaal kwam het nodige kritische commentaar: min 450 fte, hoe dacht de TU Delft dat in ’s hemelsnaam te bereiken zonder kwaliteitsverlies? “Ik liet tot voor kort ook sceptische geluiden horen, maar ik ben bijgedraaid”, zei Luyben. “We moeten deze kans grijpen. Ik heb zelf kunnen constateren dat nergens op de wereld universiteiten verhoudingsgewijs zoveel ondersteuners hebben als in Nederland, en Delft spant de kroon.” Hij noemde de rol van het wetenschappelijk personeel in de reorganisatie cruciaal. “Als die straks de ondersteuners als een baksteen laten vallen, is dat een zeer slechte zaak.”

De aula zat afgelopen maandag bomvol met ondersteuners die waren gekomen voor een uitleg van de reorganisatieplannen. “Ik ken de vragen. Waarom zo’n grote stap? Waarom doen we het niet geleidelijker?” zei Van Luijk. Gezien alle veranderingen die op de TU Delft afkomen, kan de universiteit zich geen vertraagde invoering van de reorganisatie veroorloven, meende de collegevoorzitter. “De vraag is dan ook eerder: zijn we nog wel op tijd met deze veranderingen? Het zal immers jaren duren voor de effecten van deze reorganisatie merkbaar zijn.”

Volgens Van Luijk bevindt de TU Delft zich tussen ‘een oude wereld van stabiliteit en een nieuwe, sterk prestatiegerichte wereld’. Van Luijk: “Nu kunnen we nog rekenen op vaste inkomsten die zo’n zeventig procent van onze totale inkomsten vormen. Dat zal dramatisch veranderen.” Euro’s moeten daarom ‘zo effectief mogelijk worden gebruikt’. “We hebben in 165 jaar een fantastische reputatie opgebouwd en die laten we ons niet afpakken.” De zaal onderging de toespraak tamelijk stoïcijns: er klonk applaus noch boegeroep.

Ondernemingsraadvoorzitter Cees Daleboudt verdedigde de opstelling van de ondernemingsraad. “Het is niet waar dat we op de stoel van het college zijn gaan zitten. We zitten er wel vlak naast, en kunnen zo soms belangrijke koerswijzigingen afdwingen”, aldus Daleboudt. Collegelid Paul Rullmann beschreef de opstelling van de ondernemingsraad als ‘constructief-kritisch’. Maar, voegde hij eraan toe, het was soms ook ‘irritant’ om steeds het ‘juk van de or in de nek te voelen’. “Soms gedraagt de or zich als een rupsje-nooit-genoeg, die steeds weer nieuwe eisen en vragen op tafel legt”, aldus Rullmann. Met dat terzijde nam Rullmann misschien criticasters van de or wat wind uit de zeilen.

Daleboudt nodigde alle ondersteuners met nadruk uit om hun commentaar aan de or door te geven. Het is hun laatste kans om de eindversie van de reorganisatieplannen te beïnvloeden. Maar dat de plannen drastisch zullen worden omgegooid, lijkt op z’n zachtst gezegd onwaarschijnlijk.

In sessies werden de plannen voor de afzonderlijke functiegebieden toegelicht. TNW-decaan Karel Luyben deed ’s middags de presentatie bij ict-ondersteuning, waar de zwaarste klappen vallen. Uit de zaal kwam het nodige kritische commentaar: min 450 fte, hoe dacht de TU Delft dat in ’s hemelsnaam te bereiken zonder kwaliteitsverlies? “Ik liet tot voor kort ook sceptische geluiden horen, maar ik ben bijgedraaid”, zei Luyben. “We moeten deze kans grijpen. Ik heb zelf kunnen constateren dat nergens op de wereld universiteiten verhoudingsgewijs zoveel ondersteuners hebben als in Nederland, en Delft spant de kroon.” Hij noemde de rol van het wetenschappelijk personeel in de reorganisatie cruciaal. “Als die straks de ondersteuners als een baksteen laten vallen, is dat een zeer slechte zaak.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.