Onderwijs

Groningen trekt relatief de meeste jongeren

Ieder jaar verhuizen bijna honderdduizend 18- tot 21-jarigen naar een andere gemeente. Tweederde doet dat voor zijn studie.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijfert dat verreweg meeste jongeren tussen 2006 en 2008 naar Amsterdam, Groningen en Utrecht verhuisden: jaarlijks tussen de zes- à zevenduizend per stad.

In de vier grote steden is hun aandeel het grootst in Utrecht (dertig procent van de nieuw gevestigden). Amsterdam (23 procent), Rotterdam (19 procent) en vooral Den Haag (14 procent) blijven daar bij achter.

Van de overige steden met een universiteit of hogeschool spant Groningen de kroon. Daar is bijna de helft van de nieuwkomers tussen de 18 en 21 jaar oud. Maastricht (37 procent), Nijmegen (36 procent) en Wageningen (33 procent) volgen op gepaste afstand.

In Delft gaat het om zo’n 31 procent. Ook in de hbo-steden Leeuwarden, Zwolle en Breda is het aandeel jonge verhuisden relatief hoog.

Ruim de helft (51 procent) van alle jonge verhuisden legde een afstand van meer dan 35 kilometer af. Van de studenten die in Maastricht of Wageningen terecht kwamen, gold dit voor bijna driekwart.

Dat is de les die is getrokken uit de eindscripties van de postacademische masteropleiding Security Science & Management. Woensdag 17 juni zijn de eerste zeven diploma’s uitgereikt van de opleiding die Delft TopTech, executive education TU Delft in 2007 startte.
“Er is geen acuut gevaar. We hoeven niet in de kelder te gaan zitten”, betoogt hoogleraar Veiligheidskunde Ben Ale naar aanleiding van de bevindingen van de cursisten. “Het is wel alarmerend en als we doorgaan zoals nu, wordt het wel enger.”
Volgens Ale blijkt uit de bevindingen van de kersverse masters, professionals die werken als adviseur of manager security, ‘dat niet wordt nagedacht over de samenhang der dingen’. Ale: “Beveiliging is een systeem. Technologie, mensen en omgeving werken op elkaar in. Er wordt te weinig rekening mee gehouden dat als je één ding verandert, dat invloed heeft op de rest. Daardoor wordt veel geld uitgegeven aan dingen die een oplossing zouden zijn maar dat niet zijn.”
Er wordt, zo blijkt uit de scripties, vaak te snel een oplossing bedacht voor een beveiligingsprobleem. Die oplossing werkt aanvankelijk wel, maar leidt tegelijk tot een wedloop met ‘de tegenpartij’ met als gevolg dat snel nieuwe oplossingen nodig zijn.
Ale benadrukt dat dit geen kwestie is van onnadenkendheid. Het is in zijn ogen de verdienste van de cursus dat de problemen nu duidelijk aan het licht komen. “Voor het eerst wordt het verzinnen van oplossingen voor problemen naar een academisch niveau getild. We gingen terug naar het probleem, keken daar eerst naar in plaats van meteen een oplossing aan te dragen.”
Uit veiligheidsoogpunt kan Ale niet op alle onvolkomenheden ingaan. Hij kan dat wel wat betreft de gang van zaken rond biometrie. “De overheid wil biometrie, zoals het afnemen van vingerafdrukken, grootschalig invoeren. Als je dat doet, loopt je de kans dat informatie weglekt. Dan kom je sneller terecht in het nagemaakte sleutelprobleem. Je moet dan identiteitsfraude bewijzen zoals je bij iemand die met een nagemaakte sleutel je huis binnen komt, moet bewijzen dat hij heeft ingebroken zonder braaksporen achter te laten.” 
Dat er te gemakkelijk oplossingen voor problemen worden bedacht zonder na te gaan of die juist en op termijn te handhaven zijn, werd al vermoed. “Dat was de reden om deze postdoc studie te starten. Met deze scripties heeft de opleiding zich dus bewezen. De cursisten kijken nu eerst goed naar het probleem en pas dan naar een oplossing. Dat konden ze bij aanvang nog niet zo goed.” Ale hoopt dat het voorkomen van beveiligingswedloop bij de overheid hoog op de agenda belandt.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijfert dat verreweg meeste jongeren tussen 2006 en 2008 naar Amsterdam, Groningen en Utrecht verhuisden: jaarlijks tussen de zes- à zevenduizend per stad.

In de vier grote steden is hun aandeel het grootst in Utrecht (30 procent van de nieuw gevestigden). Amsterdam (23 procent), Rotterdam (19 procent) en vooral Den Haag (14 procent) blijven daar bij achter.

Van de overige steden met een universiteit of hogeschool spant Groningen de kroon. Daar is bijna de helft van de nieuwkomers tussen de 18 en 21 jaar oud. Maastricht (37 procent), Nijmegen (36 procent) en Wageningen (33 procent) volgen op gepaste afstand.

In Delft gaat het om zo’n 31 procent. Ook in de hbo-steden Leeuwarden, Zwolle en Breda is het aandeel jonge verhuisden relatief hoog.

Ruim de helft (51 procent) van alle jonge verhuisden legde een afstand van meer dan 35 kilometer af. Van de studenten die in Maastricht of Wageningen terecht kwamen, gold dit voor bijna driekwart.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.