Vergeleken met het basisonderwijs, vmbo en mbo komt het hoger onderwijs er bij GroenLinks minder goed vanaf. Zo wil de partij bezuinigen op de basisbeurs. “Maar we investeren ook”, zegt Kamerlid Tofik Dibi. “In onderzoek, kwaliteit en een hogere aanvullende beurs.”
GroenLinks wil de basisbeurs vervangen door wat ze nu een ‘studieheffing’ noemt.
“De basisbeurs is niet meer van deze tijd. Vroeger stelde het echt wat voor, nu betaal je er in Amsterdam de huur niet mee. Daarom pleit GroenLinks al jaren voor een studiebelasting. Geef studenten een hogere maandelijkse toelage, een ‘studieloon’. Dan hoeven ze minder bij te verdienen en hebben ze meer tijd voor hun studie. Afgestudeerden betalen iets meer belasting dan niet-hoogopgeleiden en betalen hun studieloon naar draagkracht terug. De hoogte van deze belasting is mede afhankelijk van het aantal studiejaren, zodat snel studeren loont. Daar staat tegenover dat we de aanvullende beurs willen verhogen, met tachtig euro per maand.”
Hoe hoog is dat studieloon?
“Rond de 700 euro per maand, vergelijkbaar met de bijstandsuitkering voor alleenstaanden. En wie met minder toekomt, leent minder. Het is zeker niet de bedoeling dat iedereen maar zoveel mogelijk gaat lenen. En als je het op eigen kracht kan doen, so be it, veel succes.”
Ook andere partijen – PvdA, VVD en D66 – pleiten voor een sociaal leenstelsel. “Ja, maar de Partij van de Arbeid verhoogt de aanvullende beurs niet, dat doen wij wel. En de VVD maakt er zelfs een lening van. D66 wil ook een sociaal leenstelsel, maar liet haar plannen niet doorrekenen door het CPB. En het CDA wil alles zo houden als het is: de basisbeurs blijft, maar de ov-jaarkaart wordt versoberd en studenten met vertraging betalen duizenden euro’s meer. Van het CDA moet studeren vooral zo snel mogelijk. Maar de studententijd gaat niet alleen om het halen van studiepunten.”
Het voorstel van het CDA beperkt ook de uitval: studenten studeren sneller af.“Er zijn allerlei redenen waarom een student vertraging kan oplopen. Omdat het onderwijs niet deugt, bijvoorbeeld. Te veel studenten zijn ontevreden over de kwaliteit van hun opleiding. Ze raken gedemotiveerd en denken: ik zit hier wel, maar haal ik echt het onderste uit de kan?”
Hoe investeert GroenLinks in kwaliteit?“Als een van de weinige partijen investeren we in onderzoek: 200 miljoen euro. En als we echt tot de wereld-top vijf willen behoren, dan is dat nog te weinig. We maken ook honderd miljoen vrij voor intensievere studiebegeleiding en steken vijftig miljoen in een propedeusebonus voor instellingen. Veel studenten haken in het eerste jaar af: ze zijn zoekende, hebben nog geen band met de instelling, ze voelen zich een nummer. Juist in dat jaar moet er meer één op één contact zijn. Dus investeren we in betere begeleiding.”
Maar veel minder dan in het beroepsonderwijs.“GroenLinks kiest er inderdaad voor te investeren waar de nood het hoogst is. En in het vmbo en het mbo zijn de problemen veel groter dan in het hoger onderwijs.”
Bent u zelf al afgestudeerd?“Toen ik Tweede Kamerlid werd, had ik mijn bachelor media en cultuur bijna afgerond. Ik moet nog steeds een paar vakken doen. Gelukkig zit ik nog in het oude studiefinancieringstelsel. En ik verdien best veel.”
Woensdagochtend, tien uur. Na de nodige toespraakjes, wat sightseeing Delft en je eerste bezoekjes aan studentenverenigingen is het tijd voor een gezamenlijk ontbijt. Na zoveel indrukken is het heerlijk om even op de heuveltjes voor Industrieel Ontwerpen languit bij te kletsen in het zonnetje.
GroenLinks wil de basisbeurs vervangen door wat ze nu een ‘studieheffing’ noemt.
“De basisbeurs is niet meer van deze tijd. Vroeger stelde het echt wat voor, nu betaal je er in Amsterdam de huur niet mee. Daarom pleit GroenLinks al jaren voor een studiebelasting. Geef studenten een hogere maandelijkse toelage, een ‘studieloon’. Dan hoeven ze minder bij te verdienen en hebben ze meer tijd voor hun studie. Afgestudeerden betalen iets meer belasting dan niet-hoogopgeleiden en betalen hun studieloon naar draagkracht terug. De hoogte van deze belasting is mede afhankelijk van het aantal studiejaren, zodat snel studeren loont. Daar staat tegenover dat we de aanvullende beurs willen verhogen, met tachtig euro per maand.”
Hoe hoog is dat studieloon? “Rond de 700 euro per maand, vergelijkbaar met de bijstandsuitkering voor alleenstaanden. En wie met minder toekomt, leent minder. Het is zeker niet de bedoeling dat iedereen maar zoveel mogelijk gaat lenen. En als je het op eigen kracht kan doen, so be it, veel succes.”
Ook andere partijen – PvdA, VVD en D66 – pleiten voor een sociaal leenstelsel. “Ja, maar de Partij van de Arbeid verhoogt de aanvullende beurs niet, dat doen wij wel. En de VVD maakt er zelfs een lening van. D66 wil ook een sociaal leenstelsel, maar liet haar plannen niet doorrekenen door het CPB. En het CDA wil alles zo houden als het is: de basisbeurs blijft, maar de ov-jaarkaart wordt versoberd en studenten met vertraging betalen duizenden euro’s meer. Van het CDA moet studeren vooral zo snel mogelijk. Maar de studententijd gaat niet alleen om het halen van studiepunten.”
Het voorstel van het CDA beperkt ook de uitval: studenten studeren sneller af. “Er zijn allerlei redenen waarom een student vertraging kan oplopen. Omdat het onderwijs niet deugt, bijvoorbeeld. Te veel studenten zijn ontevreden over de kwaliteit van hun opleiding. Ze raken gedemotiveerd en denken: ik zit hier wel, maar haal ik echt het onderste uit de kan?”
Hoe investeert GroenLinks in kwaliteit? “Als een van de weinige partijen investeren we in onderzoek: 200 miljoen euro. En als we echt tot de wereld-top vijf willen behoren, dan is dat nog te weinig. We maken ook honderd miljoen vrij voor intensievere studiebegeleiding en steken vijftig miljoen in een propedeusebonus voor instellingen. Veel studenten haken in het eerste jaar af: ze zijn zoekende, hebben nog geen band met de instelling, ze voelen zich een nummer. Juist in dat jaar moet er meer één op één contact zijn. Dus investeren we in betere begeleiding.”
Maar veel minder dan in het beroepsonderwijs. “GroenLinks kiest er inderdaad voor te investeren waar de nood het hoogst is. En in het vmbo en het mbo zijn de problemen veel groter dan in het hoger onderwijs.”
Bent u zelf al afgestudeerd? “Toen ik Tweede Kamerlid werd, had ik mijn bachelor media en cultuur bijna afgerond. Ik moet nog steeds een paar vakken doen. Gelukkig zit ik nog in het oude studiefinancieringstelsel. En ik verdien best veel.”
Comments are closed.