Onderwijs

Grafieken en borstkloppende staatjes

Statistieken, grafieken en tabellen worden de laatste weken in stelling gebracht door universiteiten, hogescholen én de minister van onderwijs.

Dat blijkt in de aanloop naar de kamerbehandeling van het Hoger Onderwijs- en Onderzoekplan. De parlementariërs moeten immers voor de respectievelijke standpunten gewonnen worden. Inzet: de verdeling van 200 miljoen aan bezuinigingen.

Deze week heeft de minister zijn jaarlijkse ramingen van studentenaantallen uitgebracht. De universiteiten krijgen de komende jaren 40.000 studenten minder – precies wat Ritzen deze zomer als basis nam voor zijn plan om over vijf jaar een bezuiniging van 200 miljoen gulden volledig te verhalen op de universiteiten.

De cijfers zelf zijn geen verrassing. Interessanter is dat ze nu pas verschijnen. In andere jaren waren de ramingen er vaak al voor Prinsjesdag. Maar dit keer kostte het meer werk om, zogezegd, het toekomstbeeld kloppend te maken met de bezuinigingen.

Intussen hebben de kamerfracties laten merken dat ze wel wat vragen hebben bij Ritzens benadering. Men is er nog niet van overtuigd dat de studentenaantallen omlaag zullen en moeten – en dan alleen bij de universiteiten. Het bekend worden van de voorspelling dat er rond het jaar 2000 ’tekorten’ ontstaan aan veel soorten hoger opgeleiden, heeft de twijfel vergroot. Er is daardoor een kans dat er over de 200 miljoen gulden bezuinigingen nog een echte discussie tussen Ritzen en de Kamer ontbrandt.

Zo’n situatie is voer voor lobbyisten. Dus hebben ook de universiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-Raad) de laatste weken de kamerfracties bewerkt met statistieken. Met eigen toekomstcijfers kwamen ze overigens niet. Wel lieten ze deerniswekkende grafieken zien over de immer dalende overheidsbijdrage, en borstkloppende staatjes over aantallen studenten of de positie van afgestudeerden. Uit elke grafiek sprak de boodschap: ,,Bescherm ons tegen verdere verwaarlozing door de overheid. We verdienen het.”

Hoe plooibaar het wapen van de statistiek is, blijkt uit de verschillen in presentatie tussen hbo en universiteiten. Volgens de ‘branchecijfers’ van de HBO-Raad kostte het hbo per ingeschreven student vorig jaar krap negenduizend gulden. De kosten per universitaire student lagen ruim eenderde hoger, op bijna twaalfduizend gulden. De kosten per afgestudeerde verschilden nog meer.

Wie de ‘Feiten over universiteiten’ van de VSNU opslaat, leest daar iets heel anders. De ‘rijksbijdrage voor onderwijs’ per student blijkt in het hbo komend jaar zo’n 9.600 te zijn, en bij de universiteiten maar 200 gulden hoger! Zelfs lezen we dat ondermeer bij de universitaire techniek- en economiestudies de groepsgrootte ‘aanzienlijk groter’ is dan in het veel meer versnipperd hbo.

Wie er gelijk heef? Allebei natuurlijk. Alleen is de VSNU zo slim om ondermeer het huisvestingsbudget (dat in het hbo veel hoger is) mee te tellen, terwijl ze van het eigen budget een zo groot mogelijk deel toeschrijft aan onderzoek en dienstverlening. De HBO-Raad doet het omgekeerde.

Temidden van de goocheltrucs van minister, VSNU en HBO-Raad zullen de kamerfracties het straks moeilijk krijgen om te weten waar ze het over hebben. De kans is groot dat ze ten slotte de kant kiezen van de partij die ze het liefst willen geloven. Is dat de VSNU met z’n Harvard Graphics, de HBO-Raad met z’n Wordperfect Presentations? Of hecht men toch meer waarde aan de sobere departementale grafieken? (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Statistieken, grafieken en tabellen worden de laatste weken in stelling gebracht door universiteiten, hogescholen én de minister van onderwijs. Dat blijkt in de aanloop naar de kamerbehandeling van het Hoger Onderwijs- en Onderzoekplan. De parlementariërs moeten immers voor de respectievelijke standpunten gewonnen worden. Inzet: de verdeling van 200 miljoen aan bezuinigingen.

Deze week heeft de minister zijn jaarlijkse ramingen van studentenaantallen uitgebracht. De universiteiten krijgen de komende jaren 40.000 studenten minder – precies wat Ritzen deze zomer als basis nam voor zijn plan om over vijf jaar een bezuiniging van 200 miljoen gulden volledig te verhalen op de universiteiten.

De cijfers zelf zijn geen verrassing. Interessanter is dat ze nu pas verschijnen. In andere jaren waren de ramingen er vaak al voor Prinsjesdag. Maar dit keer kostte het meer werk om, zogezegd, het toekomstbeeld kloppend te maken met de bezuinigingen.

Intussen hebben de kamerfracties laten merken dat ze wel wat vragen hebben bij Ritzens benadering. Men is er nog niet van overtuigd dat de studentenaantallen omlaag zullen en moeten – en dan alleen bij de universiteiten. Het bekend worden van de voorspelling dat er rond het jaar 2000 ’tekorten’ ontstaan aan veel soorten hoger opgeleiden, heeft de twijfel vergroot. Er is daardoor een kans dat er over de 200 miljoen gulden bezuinigingen nog een echte discussie tussen Ritzen en de Kamer ontbrandt.

Zo’n situatie is voer voor lobbyisten. Dus hebben ook de universiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-Raad) de laatste weken de kamerfracties bewerkt met statistieken. Met eigen toekomstcijfers kwamen ze overigens niet. Wel lieten ze deerniswekkende grafieken zien over de immer dalende overheidsbijdrage, en borstkloppende staatjes over aantallen studenten of de positie van afgestudeerden. Uit elke grafiek sprak de boodschap: ,,Bescherm ons tegen verdere verwaarlozing door de overheid. We verdienen het.”

Hoe plooibaar het wapen van de statistiek is, blijkt uit de verschillen in presentatie tussen hbo en universiteiten. Volgens de ‘branchecijfers’ van de HBO-Raad kostte het hbo per ingeschreven student vorig jaar krap negenduizend gulden. De kosten per universitaire student lagen ruim eenderde hoger, op bijna twaalfduizend gulden. De kosten per afgestudeerde verschilden nog meer.

Wie de ‘Feiten over universiteiten’ van de VSNU opslaat, leest daar iets heel anders. De ‘rijksbijdrage voor onderwijs’ per student blijkt in het hbo komend jaar zo’n 9.600 te zijn, en bij de universiteiten maar 200 gulden hoger! Zelfs lezen we dat ondermeer bij de universitaire techniek- en economiestudies de groepsgrootte ‘aanzienlijk groter’ is dan in het veel meer versnipperd hbo.

Wie er gelijk heef? Allebei natuurlijk. Alleen is de VSNU zo slim om ondermeer het huisvestingsbudget (dat in het hbo veel hoger is) mee te tellen, terwijl ze van het eigen budget een zo groot mogelijk deel toeschrijft aan onderzoek en dienstverlening. De HBO-Raad doet het omgekeerde.

Temidden van de goocheltrucs van minister, VSNU en HBO-Raad zullen de kamerfracties het straks moeilijk krijgen om te weten waar ze het over hebben. De kans is groot dat ze ten slotte de kant kiezen van de partij die ze het liefst willen geloven. Is dat de VSNU met z’n Harvard Graphics, de HBO-Raad met z’n Wordperfect Presentations? Of hecht men toch meer waarde aan de sobere departementale grafieken? (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.