Deze week kwam een oude liefde uit Amerika mij opzoeken. We hadden elkaar twee jaar geleden voor het laatst gezien. Hij had niet stilgezeten al die tijd, integendeel.
Hij had rond de wereld gereisd. Op zoek naar geluk. En dat had hij gevonden, hij kon er niet over ophouden. Tijdens een meditatiekamp in de bossen van India had hij een man leren kennen. De wijste man die hij ooit had ontmoet. Hij had zijn spirituele leider gevonden, zei hij, zijn goeroe.
Hij vroeg me wie mijn spirituele leider was. Stilte. Ik was goeroe-loos! Waarom? Ook ik leef toch in een wereld met een overkill aan mogelijkheden, niet wetend wat te kiezen.
Niet dat ik niet heb gezocht. Twee jaar geleden begon ik aan de TU met hoopvolle verwachtingen. Maar na vele colleges en zalen vol lege stoelen, begon ik de hoop een beetje op te geven. De wijsten der aarden met een vaste aanstelling aan de TU lijken niet geïnteresseerd in hun volgelingen. Of is het andersom? Zijn wij niet geïnteresseerd en gaven zij het op?
Ik zocht de betekenis van het woord goeroe op in het woordenboek. Mijn woordenboek Engels zegt: ‘A teacher and guide in spiritual and philosophical matters.’ Mijn Wolters’ handwoordenboek Nederlands: ‘(godsdienst)onderwijzer: partijgoeroe (spottend gezegd vd partijleider).’
Een geheel andere interpretatie. Een taalprobleem. Wat zeg ik; een cultuurprobleem! Het is niet dat wij Nederlanders niet op zoek zijn naar een goeroe. Wanhopig zochten wij en tijdens de laatste verkiezingen kozen we de meest godsdienstige die we in Den Haag konden vinden. Maar hebben we eenmaal een goeroe, dan begint de ellende. We stellen hem vragen, maar geloven hem niet. We weten het zelf beter. We spotten met de ideeën van onze goeroe en geven hem bijnamen uit kinderboeken. En daar houden ze niet van, goeroes.
Het is een cultuurprobleem. In de relatie met mijn Amerikaanse vriend een vertrouwd argument om moeilijke gesprekken te beëindigen. Enigszins opgelucht breng ik hem een paar dagen later naar het vliegveld. “Bye”, zegt hij, “I wish you all the luck. I hope one day you’ll find your guru.”
Ik denk dat ik die al heb gevonden; ze zwaait naar je. Ik blijf toch een Nederlandse.
Anna Noyons
Deze week kwam een oude liefde uit Amerika mij opzoeken. We hadden elkaar twee jaar geleden voor het laatst gezien. Hij had niet stilgezeten al die tijd, integendeel. Hij had rond de wereld gereisd. Op zoek naar geluk. En dat had hij gevonden, hij kon er niet over ophouden. Tijdens een meditatiekamp in de bossen van India had hij een man leren kennen. De wijste man die hij ooit had ontmoet. Hij had zijn spirituele leider gevonden, zei hij, zijn goeroe.
Hij vroeg me wie mijn spirituele leider was. Stilte. Ik was goeroe-loos! Waarom? Ook ik leef toch in een wereld met een overkill aan mogelijkheden, niet wetend wat te kiezen.
Niet dat ik niet heb gezocht. Twee jaar geleden begon ik aan de TU met hoopvolle verwachtingen. Maar na vele colleges en zalen vol lege stoelen, begon ik de hoop een beetje op te geven. De wijsten der aarden met een vaste aanstelling aan de TU lijken niet geïnteresseerd in hun volgelingen. Of is het andersom? Zijn wij niet geïnteresseerd en gaven zij het op?
Ik zocht de betekenis van het woord goeroe op in het woordenboek. Mijn woordenboek Engels zegt: ‘A teacher and guide in spiritual and philosophical matters.’ Mijn Wolters’ handwoordenboek Nederlands: ‘(godsdienst)onderwijzer: partijgoeroe (spottend gezegd vd partijleider).’
Een geheel andere interpretatie. Een taalprobleem. Wat zeg ik; een cultuurprobleem! Het is niet dat wij Nederlanders niet op zoek zijn naar een goeroe. Wanhopig zochten wij en tijdens de laatste verkiezingen kozen we de meest godsdienstige die we in Den Haag konden vinden. Maar hebben we eenmaal een goeroe, dan begint de ellende. We stellen hem vragen, maar geloven hem niet. We weten het zelf beter. We spotten met de ideeën van onze goeroe en geven hem bijnamen uit kinderboeken. En daar houden ze niet van, goeroes.
Het is een cultuurprobleem. In de relatie met mijn Amerikaanse vriend een vertrouwd argument om moeilijke gesprekken te beëindigen. Enigszins opgelucht breng ik hem een paar dagen later naar het vliegveld. “Bye”, zegt hij, “I wish you all the luck. I hope one day you’ll find your guru.”
Ik denk dat ik die al heb gevonden; ze zwaait naar je. Ik blijf toch een Nederlandse.
Anna Noyons

Comments are closed.