Gert van der Heijden staat als reserve klaar om in te vallen in de prestigieuze Volvo Ocean Race. Hij acht de kans reëel dat hij een of meer etappes mag meevaren.
Na het behalen van zijn bachelor staat hij voor de keuze: zich richten op de Olympische Spelen van Londen of professioneel gaan zeilen.
Hoe raakte je bij de Volvo Ocean Race betrokken?
“Ik kreeg begin juli een telefoontje van Bouwe Bekking. Die kende ik van Mean Machine, een Nederlands zeilsyndicaat en -team. Vorig jaar waren die al bezig met een campagne voor deelname aan de Volvo Ocean Race, maar ze kregen de sponsoring niet rond. Ik was bij die ploeg betrokken. Toen Bouwe belde zat ik in de TGV, op weg naar Perpignan. Ik zou daar met een Franse ploeg twee etappes meevaren in de Tour de France à la voile. Bouwe is nu campagneleider van de twee Spaanse Telefonica-boten die aan de oceaanrace meedoen en schipper op een daarvan. Hij vroeg of ik zin had eerste reserve te worden voor de deelnemers onder de dertig jaar. Naar aanleiding van de vorige race, waaraan vooral veel oudere, ervaren zeilers deelnamen, had de organisatie besloten om twee jonge zeilers verplicht te stellen per boot. Op die manier krijgen jongeren ook een kans.
Zijn tweede vraag ging over een trainingstocht van tweeduizend mijl die de volgende dag van start zou gaan. Als ik wilde kon ik mee. Ik heb het Franse team in overleg afgebeld en ben naar Alicante doorgereisd. De volgende dag kwam ik daar aan. Ik heb mijn tas aan boord gezet, heb mij voorgesteld aan degenen die ik nog niet kende en daarna zijn we vertrokken.”
Hoe beviel die tocht?“Het was een redelijk heftige ervaring. We hebben acht dagen gevaren. Het was voor het eerst dat ik zo lang de oceaan opging en dat ik in een wachtsysteem meedraaide. Het was ontzettend gaaf, ik heb heel veel geleerd. Bij terugkomst zei Bouwe: als je wilt kun je tot september blijven. Er gingen twee bemanningsleden naar de Olympische Spelen. Ik mocht voor een van hen invallen. Die anderhalve maand was ik onderdeel van het team, heb ik alle trainingen en ontwikkelingen meegemaakt.”
Doe je alle taken, of heb je een specifieke positie op zo’n boot?“Je vaart met zijn tienen. Dat is eigenlijk weinig. Je moet allround zijn. Je zit wel vaak in de positie waar je het beste in bent. In mijn geval is dat zeiltrimmen, het verzorgen van de optimale stand van de zeilen. Dat ik groot en sterk ben is ook handig. Er zijn veel spullen op zo’n boot die steeds verplaatst moeten worden om ‘m harder te laten gaan. Als al dat spul nat is, weegt dat tweeëneenhalve ton. Bij elke manoeuvre moet je dat verplaatsen. Er zijn twee Telefonica-boten, Black en Blue. Op die laatste zat ik. We trainden vaak tegen elkaar. Hielden testen van negen minuten waarin we verschillende zeilen uitprobeerden in verschillende standen. In combinatie met de data van de roerhoek, windhoek en windsterkte kwamen daar allerlei nieuwe gegevens uit. Hoeveel graden de kiel gekanteld was, hoe de spanning op de stagen was die de mast overeind moeten houden. Mijn technische TU-achtergrond, bijvoorbeeld de kennis over diverse stromingen die ik daar heb opgedaan, komt bij zoiets goed van pas.”
Het lijkt mij geen toeval dat je maritieme techniek bent gaan doen.“Zeilen en watersport zijn altijd mijn grote passies geweest. En ik ben altijd handig geweest met techniek. Dan is één plus één al gauw twee.”
Is de Volvo Ocean Race je ultieme doel?“In het offshore-zeilen over lange afstanden is de Volvo Ocean Race het hoogst haalbare. Voor kleine eenpersoonsbootjes als de Finn zijn dat de Olympische Spelen. Meedoen aan de Spelen is zeker ook een grote droom, al is dat een heel andere discipline. De nuances liggen heel anders als je met een of twee man in een boot zit. Het hangt er een beetje vanaf, of het het een of het ander wordt. Als ik mij op de Spelen zou richten, maak ik best kans dat ik mij daarvoor kwalificeer. Ik blijf trainen in de Finn, zolang ik niet wordt opgeroepen voor de Volvo Ocean Race. De afspraak is dat ik fit ben. Ik krijg een telefoontje als ik nodig ben. Intussen is het belangrijk dat ik aan mijn eigen ontwikkeling werk. Die haal ik uit de Finn. Ik ga intussen gewoon door met de rest van mijn leven.”
Je zit vaak op het water. Is dat te combineren met je studie?“Ik ben in 2001 in Delft begonnen. Dat ik niet nominaal loop is een van de concessies die erbij horen. Studeren gaat in periodes. Door mijn officiële topsportstatus kan ik daar ook langer over doen. Ik besteed nu weer even veel tijd aan mijn studie, er komen tentamens aan. Zodra de Volvo-race in beeld komt gaat het accent meer richting zeilen.”
De race is aan zijn eerste etappe bezig, van Alicante naar Kaapstad. Ik neem aan dat je de ontwikkelingen op de voet volgt?“Ja. Op internet wordt elke drie uur een update gegeven van de posities.”
Is het niet frustrerend om de race van afstand te volgen en maar af te wachten wat er gebeurt?“Ik heb ze uitgezwaaid in Alicante. Dat was moeilijk, ik had graag aan boord gezeten. Aan de andere kant weet ik dat het nu eenmaal zo is. Het was van tevoren duidelijk. Ik zit er niet echt op te hopen dat iemand geblesseerd raakt of niet verder wil. Ik ken ze goed. Het zijn allemaal aardige gasten, van wie ik veel heb geleerd. Ik wens ze niet toe dat ze moeten stoppen. Ik zit niet elke avond te duimen dat er eentje zijn been breekt.”
Hoe groot acht je de kans dat je wordt opgeroepen?“Het gebeurt regelmatig dat iemand afvalt. Langeafstandsbootraces zijn heel extreem. Je kunt gewond raken of geblesseerd. De race duurt negen maanden. Er zijn tien grote etappes. De kans is reëel dat ik er één of meer meevaar.”
Je zit tijdens een etappe soms een maand lang met elkaar op een boot. Is onderlinge frictie niet een belangrijke aanleiding om af te haken?“Dat zou kunnen. Maar bij de Telefonica-ploeg heeft iedereen een uitgebreide voorbereiding gehad. Dan wordt al veel duidelijk.”
De Telefonica-boten worden tot de kanshebbers gerekend. Is voor jou alleen het meevaren belangrijk of gaat het je ook om het wedstrijdelement?“Ik heb geen enkele behoefte om de wereld rond te zeilen zonder wedstrijdelement. Ik wil er met zo’n team alles uithalen wat erin zit. Als je dat doet en je wordt tweede, is het niet beter dan dat. Maar als je alle ingrediënten hebt om te winnen en het lukt niet, dan is het vervelend. Het is vergelijkbaar met de Formule 1. Daar heb je ook grote en kleine budgetten, goede en slechte voorbereiding. Die bepalen voor een groot deel je kansen.”
Tijdens de vorige Volvo Ocean Race is een Nederlandse zeiler overboord geslagen en verdronken. Ben je wel eens bang tijdens zo’n lange tocht op volle zee? “Er zijn situaties waarbij je over je eigen grens heengaat. Dat kan beangstigend zijn, gezien het natuurgeweld waarmee je te maken hebt. Aan de andere kant heb je de ervaring van eerdere keren dat je zo’n situatie hebt meegemaakt. Een gezonde dosis respect voor de zee is belangrijk. Tot nu toe ben ik niet bang geweest aan boord.”
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen die je moet hebben?“Je moet zowel fysiek als geestelijk sterk zijn, goed in de groep passen en een goede allround zeiler zijn.”
Is de zeilwereld je toekomst?“Met zeilen kun je goed verdienen. De sport is de laatste jaren sterk geprofessionaliseerd, zowel voor zeilers als voor ontwerpers. Ik zou een en ander kunnen combineren. Een andere mogelijkheid is dat ik mij in de Finn op de Olympische Spelen ga richten. Ik ben nu mijn bachelor aan het afronden. Ik denk niet dat ik een masteropleiding ga volgen. Want wat doe je dan als je voor de Volvo Race wordt opgeroepen. Het kan goed zijn dat ik na mijn bachelor volledig de zeilsport in duik.”
Hoe raakte je bij de Volvo Ocean Race betrokken?
“Ik kreeg begin juli een telefoontje van Bouwe Bekking. Die kende ik van Mean Machine, een Nederlands zeilsyndicaat en -team. Vorig jaar waren die al bezig met een campagne voor deelname aan de Volvo Ocean Race, maar ze kregen de sponsoring niet rond. Ik was bij die ploeg betrokken. Toen Bouwe belde zat ik in de TGV, op weg naar Perpignan. Ik zou daar met een Franse ploeg twee etappes meevaren in de Tour de France à la voile. Bouwe is nu campagneleider van de twee Spaanse Telefonica-boten die aan de oceaanrace meedoen en schipper op een daarvan. Hij vroeg of ik zin had eerste reserve te worden voor de deelnemers onder de dertig jaar. Naar aanleiding van de vorige race, waaraan vooral veel oudere, ervaren zeilers deelnamen, had de organisatie besloten om twee jonge zeilers verplicht te stellen per boot. Op die manier krijgen jongeren ook een kans.
Zijn tweede vraag ging over een trainingstocht van tweeduizend mijl die de volgende dag van start zou gaan. Als ik wilde kon ik mee. Ik heb het Franse team in overleg afgebeld en ben naar Alicante doorgereisd. De volgende dag kwam ik daar aan. Ik heb mijn tas aan boord gezet, heb mij voorgesteld aan degenen die ik nog niet kende en daarna zijn we vertrokken.”
Hoe beviel die tocht?
“Het was een redelijk heftige ervaring. We hebben acht dagen gevaren. Het was voor het eerst dat ik zo lang de oceaan opging en dat ik in een wachtsysteem meedraaide. Het was ontzettend gaaf, ik heb heel veel geleerd. Bij terugkomst zei Bouwe: als je wilt kun je tot september blijven. Er gingen twee bemanningsleden naar de Olympische Spelen. Ik mocht voor een van hen invallen. Die anderhalve maand was ik onderdeel van het team, heb ik alle trainingen en ontwikkelingen meegemaakt.”
Doe je alle taken, of heb je een specifieke positie op zo’n boot?“
Je vaart met zijn tienen. Dat is eigenlijk weinig. Je moet allround zijn. Je zit wel vaak in de positie waar je het beste in bent. In mijn geval is dat zeiltrimmen, het verzorgen van de optimale stand van de zeilen. Dat ik groot en sterk ben is ook handig. Er zijn veel spullen op zo’n boot die steeds verplaatst moeten worden om ‘m harder te laten gaan. Als al dat spul nat is, weegt dat tweeëneenhalve ton. Bij elke manoeuvre moet je dat verplaatsen. Er zijn twee Telefonica-boten, Black en Blue. Op die laatste zat ik. We trainden vaak tegen elkaar. Hielden testen van negen minuten waarin we verschillende zeilen uitprobeerden in verschillende standen. In combinatie met de data van de roerhoek, windhoek en windsterkte kwamen daar allerlei nieuwe gegevens uit. Hoeveel graden de kiel gekanteld was, hoe de spanning op de stagen was die de mast overeind moeten houden. Mijn technische TU-achtergrond, bijvoorbeeld de kennis over diverse stromingen die ik daar heb opgedaan, komt bij zoiets goed van pas.”
Het lijkt mij geen toeval dat je maritieme techniek bent gaan doen.
“Zeilen en watersport zijn altijd mijn grote passies geweest. En ik ben altijd handig geweest met techniek. Dan is één plus één al gauw twee.”
Is de Volvo Ocean Race je ultieme doel?“In het offshore-zeilen over lange afstanden is de Volvo Ocean Race het hoogst haalbare. Voor kleine eenpersoonsbootjes als de Finn zijn dat de Olympische Spelen. Meedoen aan de Spelen is zeker ook een grote droom, al is dat een heel andere discipline. De nuances liggen heel anders als je met een of twee man in een boot zit. Het hangt er een beetje vanaf, of het het een of het ander wordt. Als ik mij op de Spelen zou richten, maak ik best kans dat ik mij daarvoor kwalificeer. Ik blijf trainen in de Finn, zolang ik niet wordt opgeroepen voor de Volvo Ocean Race. De afspraak is dat ik fit ben. Ik krijg een telefoontje als ik nodig ben. Intussen is het belangrijk dat ik aan mijn eigen ontwikkeling werk. Die haal ik uit de Finn. Ik ga intussen gewoon door met de rest van mijn leven.”
Je zit vaak op het water. Is dat te combineren met je studie?
“Ik ben in 2001 in Delft begonnen. Dat ik niet nominaal loop is een van de concessies die erbij horen. Studeren gaat in periodes. Door mijn officiële topsportstatus kan ik daar ook langer over doen. Ik besteed nu weer even veel tijd aan mijn studie, er komen tentamens aan. Zodra de Volvo-race in beeld komt gaat het accent meer richting zeilen.”
De race is aan zijn eerste etappe bezig, van Alicante naar Kaapstad. Ik neem aan dat je de ontwikkelingen op de voet volgt?
“Ja. Op internet wordt elke drie uur een update gegeven van de posities.”
Is het niet frustrerend om de race van afstand te volgen en maar af te wachten wat er gebeurt?“Ik heb ze uitgezwaaid in Alicante. Dat was moeilijk, ik had graag aan boord gezeten. Aan de andere kant weet ik dat het nu eenmaal zo is. Het was van tevoren duidelijk. Ik zit er niet echt op te hopen dat iemand geblesseerd raakt of niet verder wil. Ik ken ze goed. Het zijn allemaal aardige gasten, van wie ik veel heb geleerd. Ik wens ze niet toe dat ze moeten stoppen. Ik zit niet elke avond te duimen dat er eentje zijn been breekt.”
Hoe groot acht je de kans dat je wordt opgeroepen?
“Het gebeurt regelmatig dat iemand afvalt. Langeafstandsbootraces zijn heel extreem. Je kunt gewond raken of geblesseerd. De race duurt negen maanden. Er zijn tien grote etappes. De kans is reëel dat ik er één of meer meevaar.”
Je zit tijdens een etappe soms een maand lang met elkaar op een boot. Is onderlinge frictie niet een belangrijke aanleiding om af te haken?“Dat zou kunnen. Maar bij de Telefonica-ploeg heeft iedereen een uitgebreide voorbereiding gehad. Dan wordt al veel duidelijk.”
De Telefonica-boten worden tot de kanshebbers gerekend. Is voor jou alleen het meevaren belangrijk of gaat het je ook om het wedstrijdelement?“Ik heb geen enkele behoefte om de wereld rond te zeilen zonder wedstrijdelement. Ik wil er met zo’n team alles uithalen wat erin zit. Als je dat doet en je wordt tweede, is het niet beter dan dat. Maar als je alle ingrediënten hebt om te winnen en het lukt niet, dan is het vervelend. Het is vergelijkbaar met de Formule 1. Daar heb je ook grote en kleine budgetten, goede en slechte voorbereiding. Die bepalen voor een groot deel je kansen.”
Tijdens de vorige Volvo Ocean Race is een Nederlandse zeiler overboord geslagen en verdronken. Ben je wel eens bang tijdens zo’n lange tocht op volle zee? “Er zijn situaties waarbij je over je eigen grens heengaat. Dat kan beangstigend zijn, gezien het natuurgeweld waarmee je te maken hebt. Aan de andere kant heb je de ervaring van eerdere keren dat je zo’n situatie hebt meegemaakt. Een gezonde dosis respect voor de zee is belangrijk. Tot nu toe ben ik niet bang geweest aan boord.”
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen die je moet hebben?
“Je moet zowel fysiek als geestelijk sterk zijn, goed in de groep passen en een goede allround zeiler zijn.”
Is de zeilwereld je toekomst?“Met zeilen kun je goed verdienen. De sport is de laatste jaren sterk geprofessionaliseerd, zowel voor zeilers als voor ontwerpers. Ik zou een en ander kunnen combineren. Een andere mogelijkheid is dat ik mij in de Finn op de Olympische Spelen ga richten. Ik ben nu mijn bachelor aan het afronden. Ik denk niet dat ik een masteropleiding ga volgen. Want wat doe je dan als je voor de Volvo Race wordt opgeroepen. Het kan goed zijn dat ik na mijn bachelor volledig de zeilsport in duik.”
Comments are closed.