Onderwijs

Gepromoveerden beter af op arbeidsmarkt

De toegevoegde waarde van een doctorstitel lijkt groter dan gedacht. Gepromoveerden hebben betere banen dan niet-gepromoveerde academici en verdienen gemiddeld twintig procent meer.

 Volgens een vandaag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek doen gepromoveerden het goed op de arbeidsmarkt. Ze vinden even vaak werk als niet-gepromoveerden, maar hun baan heeft meestal meer aanzien. De meesten hebben een medisch of paramedisch beroep, bijvoorbeeld arts of tandarts. Een ander substantieel deel werkt in het wetenschappelijk onderwijs.

Ze verdienen aanmerkelijk beter dan niet-gepromoveerden, al hangt dat ook samen met hun gemiddeld hogere leeftijd en ruimere werkervaring. In 2004-2005 bedroeg het gemiddelde verschil in uurloon ruim twintig procent.

Het grootst is dit verschil in de promotierichting gezondheidszorg & sociale dienstverlening (33 procent), op de voet gevolgd door humanoria, sociale wetenschappen & kunst (29 procent). In de overige richtingen is het beloningsverschil tussen gepromoveerden en gewone stervelingen kleiner dan gemiddeld.

Van de ruim één miljoen academici in de beroepsbevolking die geen onderwijs meer volgen zijn er bijna zeventigduizend gepromoveerd. Het CBS leidt dit af uit de Enquêtes Beroepsbevolking die in de jaren 2004 tot en met 2007 zijn afgenomen onder telkens honderdduizend personen.

Van die gepromoveerden is dertig procent vrouw, maar dat gaat veranderen: wie in 2006-2007 een doctorstitel behaalde, was in ruim veertig procent van de gevallen een vrouw.

Volgens het CBS geven de onderzoeksresultaten “een eerste indicatie” van de arbeidsmarktpositie van gepromoveerden. Vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid verschaffen over de meerwaarde van de doctorstitel.

Volgens een vandaag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek doen gepromoveerden het goed op de arbeidsmarkt. Ze vinden even vaak werk als niet-gepromoveerden, maar hun baan heeft meestal meer aanzien. De meesten hebben een medisch of paramedisch beroep, bijvoorbeeld arts of tandarts. Een ander substantieel deel werkt in het wetenschappelijk onderwijs.

Ze verdienen aanmerkelijk beter dan niet-gepromoveerden, al hangt dat ook samen met hun gemiddeld hogere leeftijd en ruimere werkervaring. In 2004-2005 bedroeg het gemiddelde verschil in uurloon ruim twintig procent.

Het grootst is dit verschil in de promotierichting gezondheidszorg & sociale dienstverlening (33 procent), op de voet gevolgd door humanoria, sociale wetenschappen & kunst (29 procent). In de overige richtingen is het beloningsverschil tussen gepromoveerden en gewone stervelingen kleiner dan gemiddeld.

Van de ruim één miljoen academici in de beroepsbevolking die geen onderwijs meer volgen zijn er bijna zeventigduizend gepromoveerd. Het CBS leidt dit af uit de Enquêtes Beroepsbevolking die in de jaren 2004 tot en met 2007 zijn afgenomen onder telkens honderdduizend personen.

Van die gepromoveerden is dertig procent vrouw, maar dat gaat veranderen: wie in 2006-2007 een doctorstitel behaalde, was in ruim veertig procent van de gevallen een vrouw.

Volgens het CBS geven de onderzoeksresultaten ‘een eerste indicatie’ van de arbeidsmarktpositie van gepromoveerden. Vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid verschaffen over de meerwaarde van de doctorstitel.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.