Onderwijs

Geobsedeerd door cijfertjes

Het leek maandagmiddag in de aula wel alsof alle 2500 nieuwe studenten waren toegestroomd om de opening van het academische jaar mee te maken. De link tussen sport en techniek, dat thema prikkelde de verbeelding.

De zaal puilde zo uit, dat het publiek af en toe de ‘regiekamer’ het zicht op het podium ontnam.

Zonder technologische ontwikkelingen zou zijn glansrijke loopbaan al jaren geleden beëindigd zijn, bekende ‘schaatsbelg’ Bart Veldkamp tegenover deze studentenmassa. En zijn prijzenkast zou waarschijnlijk minder Olympische medailles hebben geteld. “Toen ik in 1996 naar België ging, leek fysiek de rek eruit”, vertelde de nu 38-jarige topschaatser. “Ik wilde het rendement van de trainingen verhogen, en ik was altijd al gecharmeerd van technologie.” Veldkamp beschreef de rusteloze zoektocht naar spitstechnologie om net een halve of een hele seconde sneller te gaan. Die zoektocht voerde hem onder meer naar de windtunnel van de TU Delft.

Maar sporters en trainers moeten zich niet blindstaren op steeds geavanceerdere meetapparatuur, waarschuwde Veldkamp. “Ik heb een tijd gekend waarin ik geobsedeerd raakte door al die cijfertjes. Dat leverde alleen maar frustratie op.” Veldkamp sloot af met een oproep. “Jongens, doe jullie best, want wij sporters zijn jullie echt dankbaar.”

Daarna kon de schaatser plaats nemen in een deskundigenpanel, voor een quiz die duidelijk op het televisieprogramma ‘Hoe?Zo!’ was geïnspireerd. Zeiler Sander Willems en schaatster Marloes Gelderblom, allebei bouwkundestudenten, moesten lastige vragen over uiteenlopende sporten beantwoorden. Bijvoorbeeld: in welke fase van de werpbeweging is de blessuregevoeligheid van de pitcher het grootst? Druk geroezemoes in de zaal, en overal armen die een onzichtbare bal de zaal in wierpen.

“Geen zware verhalen over uw hoofden heen richting politiek”, had collegevoorzitter Hans van Luijk eerder die middag in zijn korte openingstoespraak gezegd. Hij dreigde even die belofte te breken toen hij de zaal wees op de honderdduizenden ingenieurs uit China en India die jaarlijks afstuderen. Allemaal even energiek en ambitieus en ook nog eens stukken goedkoper dan hun westerse tegenvoeters. Van Luijk: “Vergelijk dat eens met Nederland, waar men gepreoccupeerd lijkt door atv-dagen en prepensioenregelingen.” Voor de stemming kon inzakken, schakelde de collegevoorzitter over op aanlokkelijkere vergezichten. De toekomstige campus, bijvoorbeeld. “Misschien zeggen jullie: we willen nu eindelijk wel eens iets zien. Dat kan.” Een virtual reality-filmpje, met een stuiterende beat eronder, maakte de nieuwe campus opeens al bijna tastbaar.

Als ode aan de nieuwe lichting studenten had collegelid Paul Rullmann een rugtasje omgedaan. “Maak een vliegende start”, zo luidde één van zijn adviezen. “Want het is leuk hier, maar je moet vanaf het begin een pittig werktempo aanhouden. Dat klinkt vaderlijk, en zo is het ook bedoeld.” Het was een raad die cabaretier Martijn Oosterhuis (nooit afgestudeerd!) later die middag met een stalen smoel zou herhalen. Geen student kan dus straks zeggen dat hij niet dubbel gewaarschuwd is.

Joost Panhuysen

Het leek maandagmiddag in de aula wel alsof alle 2500 nieuwe studenten waren toegestroomd om de opening van het academische jaar mee te maken. De link tussen sport en techniek, dat thema prikkelde de verbeelding. De zaal puilde zo uit, dat het publiek af en toe de ‘regiekamer’ het zicht op het podium ontnam.

Zonder technologische ontwikkelingen zou zijn glansrijke loopbaan al jaren geleden beëindigd zijn, bekende ‘schaatsbelg’ Bart Veldkamp tegenover deze studentenmassa. En zijn prijzenkast zou waarschijnlijk minder Olympische medailles hebben geteld. “Toen ik in 1996 naar België ging, leek fysiek de rek eruit”, vertelde de nu 38-jarige topschaatser. “Ik wilde het rendement van de trainingen verhogen, en ik was altijd al gecharmeerd van technologie.” Veldkamp beschreef de rusteloze zoektocht naar spitstechnologie om net een halve of een hele seconde sneller te gaan. Die zoektocht voerde hem onder meer naar de windtunnel van de TU Delft.

Maar sporters en trainers moeten zich niet blindstaren op steeds geavanceerdere meetapparatuur, waarschuwde Veldkamp. “Ik heb een tijd gekend waarin ik geobsedeerd raakte door al die cijfertjes. Dat leverde alleen maar frustratie op.” Veldkamp sloot af met een oproep. “Jongens, doe jullie best, want wij sporters zijn jullie echt dankbaar.”

Daarna kon de schaatser plaats nemen in een deskundigenpanel, voor een quiz die duidelijk op het televisieprogramma ‘Hoe?Zo!’ was geïnspireerd. Zeiler Sander Willems en schaatster Marloes Gelderblom, allebei bouwkundestudenten, moesten lastige vragen over uiteenlopende sporten beantwoorden. Bijvoorbeeld: in welke fase van de werpbeweging is de blessuregevoeligheid van de pitcher het grootst? Druk geroezemoes in de zaal, en overal armen die een onzichtbare bal de zaal in wierpen.

“Geen zware verhalen over uw hoofden heen richting politiek”, had collegevoorzitter Hans van Luijk eerder die middag in zijn korte openingstoespraak gezegd. Hij dreigde even die belofte te breken toen hij de zaal wees op de honderdduizenden ingenieurs uit China en India die jaarlijks afstuderen. Allemaal even energiek en ambitieus en ook nog eens stukken goedkoper dan hun westerse tegenvoeters. Van Luijk: “Vergelijk dat eens met Nederland, waar men gepreoccupeerd lijkt door atv-dagen en prepensioenregelingen.” Voor de stemming kon inzakken, schakelde de collegevoorzitter over op aanlokkelijkere vergezichten. De toekomstige campus, bijvoorbeeld. “Misschien zeggen jullie: we willen nu eindelijk wel eens iets zien. Dat kan.” Een virtual reality-filmpje, met een stuiterende beat eronder, maakte de nieuwe campus opeens al bijna tastbaar.

Als ode aan de nieuwe lichting studenten had collegelid Paul Rullmann een rugtasje omgedaan. “Maak een vliegende start”, zo luidde één van zijn adviezen. “Want het is leuk hier, maar je moet vanaf het begin een pittig werktempo aanhouden. Dat klinkt vaderlijk, en zo is het ook bedoeld.” Het was een raad die cabaretier Martijn Oosterhuis (nooit afgestudeerd!) later die middag met een stalen smoel zou herhalen. Geen student kan dus straks zeggen dat hij niet dubbel gewaarschuwd is.

Joost Panhuysen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.