Campus

Geldgids voor student faalt in uitleg over stufi-stelsel

‘Voor scholieren en studenten’, zegt de ondertitel en prompt richt hoofdstuk 1 (Kinderbijslag) van de Kluwer Geldgids zich tot de ouders. Het Poenboek uit Delft, sinds jaar en dag enige in zijn soort, heeft met de uitgave van de ‘Geldgids voor scholieren en studenten’ een concurrent gekregen.

Poenboek-medewerker Stijn van Leeuwen schrijft een recensie.

In hoofdstuk gaat het over ‘het werkloze kind’ en ‘Is een invalide kind uitwonend…’ Vervelend, denigrerend en in tegenspraak met hetgeen je verwacht. Hoofdstuk 2, Tegemoetkoming studiekosten, verontschuldigt zich gelukkig voor de U-vorm en raad je aan dit hoofdstuk door je ouders te laten lezen. Pas vanaf hoofdstuk 3 heb je weer het idee dat er tegen je gesproken wordt. Je bent dan de leeftijd van 18 gepasseerd.

Om te beginnen een paar positieve punten: zo’n 240 pagina’s dik en er staat veel in. Bij het samenstellen van een geldgids is het altijd de vraag wat er wel en niet in moet. Wetboeken, regelingen en procedures met betrekking tot jongeren beslaan vele duizenden bladzijden. De kracht van een uitgave als deze moet liggen in de zorgvuldige keuze van onderwerpen en in de eenduidige, heldere uitleg hiervan. Volledigheid ligt immers buiten bereik.

En er zitten goede hoofdstukken bij. De tegemoetkoming studiekosten wordt adequaat uit de doeken gedaan, er wordt diep ingegaan op wat er bij bijbanen en vakantiewerk komt kijken, het wat en hoe van solliciteren komt aan bod en natuurlijk zijn er hoofdstukken over belastingen en sociale zekerheid. De gids sluit af met een sterk hoofdstuk over rechtspositie, dat in een gids als deze zeker op zijn plaats is.
Lukraak

Maar al lezende krijg je net iets te vaak het idee dat de elf schrijvers van de geldgids nooit met elkaar om de tafel hebben gezeten. En dat de redactie de geschreven stukken maar lukraak heeft geplaatst.

Een paar voorbeelden. Leuk en origineel, die vergelijking tussen de diverse jongerenbankrekeningen van hoofdstuk 5. Maar is daar echt een apart hoofdstuk van nog geen 4 pagina’s voor nodig, waarvan anderhalve pagina gaat over de verzekeringen uit hoofdstuk 7? Van de luttele zevenëneenhalve kolom van hoofdstuk 6 over samenwonen, gaat tweeëneenhalve kolom over alleenstaande ouders. En dat ‘Student als ondernemer’ uit 12. Een droom van een select gezelschap en slechts weggelegd voor een enkeling. Het raakt geen breed publiek. Aardig maar overbodig.

Alle kritiek kan gemakkelijk terzijde worden geschoven als het onderwerp studiefinanciering goed en duidelijk werd behandeld, maar helaas. Terecht wordt in het begin van hoofdstuk 10 de studiefinanciering de belangrijkste inkomstenbron voor de meestestudenten genoemd, maar de beschrijving ervan doet deze uitspraak absoluut geen recht aan. Onduidelijk, wanordelijk en vaak dubbelzinnig in de uitleg.

Onduidelijk is hoe lang de verschillende lichtingen studenten recht hebben op de verschillende studiefinancieringsonderdelen. De prestatiebeurs, een geheel nieuw stelsel, wordt doodleuk onder de kop ’tempobeurs’ geplaatst en vervolgens worden de principes van deze twee systemen volledig door elkaar gebruikt. De termen norm, voorwaardelijke lening, gift, cohorten studenten, soorten inschrijving en het aflossen van leningen worden onzorgvuldig, te onvolledig of in het geheel niet behandeld.
Basisprincipes

De term auditor is inderdaad komen te vervallen. Helaas wordt niet vermeld wat er voor in de plaats is gekomen. De tempobeurs geldt wel degelijk ook voor studenten die vóór 1993/’94 begonnen met studeren en nog recht hebben op gemengde studiefinanciering. Wat gebeurt er als je, volgens de prestatiebeurs, je 4-jarige studie niet binnen 6 jaar afrond? Enzovoorts en ga zo maar door.

Conclusie: leuke gids met een aantal geinige en inhoudelijk goede hoofdstukken. Jammer dat je op zoek moet naar andere publicaties om de basisprincipes van studiefinanciering te kunnen begrijpen om er iets aan te hebben. Volgend jaar wellicht te verkrijgen in betere versie.

‘Geldgids voor scholieren en studenten’; Kluwer, Deventer; ISBN 90 200 1812 4.

‘Voor scholieren en studenten’, zegt de ondertitel en prompt richt hoofdstuk 1 (Kinderbijslag) van de Kluwer Geldgids zich tot de ouders. Het Poenboek uit Delft, sinds jaar en dag enige in zijn soort, heeft met de uitgave van de ‘Geldgids voor scholieren en studenten’ een concurrent gekregen. Poenboek-medewerker Stijn van Leeuwen schrijft een recensie.

In hoofdstuk gaat het over ‘het werkloze kind’ en ‘Is een invalide kind uitwonend…’ Vervelend, denigrerend en in tegenspraak met hetgeen je verwacht. Hoofdstuk 2, Tegemoetkoming studiekosten, verontschuldigt zich gelukkig voor de U-vorm en raad je aan dit hoofdstuk door je ouders te laten lezen. Pas vanaf hoofdstuk 3 heb je weer het idee dat er tegen je gesproken wordt. Je bent dan de leeftijd van 18 gepasseerd.

Om te beginnen een paar positieve punten: zo’n 240 pagina’s dik en er staat veel in. Bij het samenstellen van een geldgids is het altijd de vraag wat er wel en niet in moet. Wetboeken, regelingen en procedures met betrekking tot jongeren beslaan vele duizenden bladzijden. De kracht van een uitgave als deze moet liggen in de zorgvuldige keuze van onderwerpen en in de eenduidige, heldere uitleg hiervan. Volledigheid ligt immers buiten bereik.

En er zitten goede hoofdstukken bij. De tegemoetkoming studiekosten wordt adequaat uit de doeken gedaan, er wordt diep ingegaan op wat er bij bijbanen en vakantiewerk komt kijken, het wat en hoe van solliciteren komt aan bod en natuurlijk zijn er hoofdstukken over belastingen en sociale zekerheid. De gids sluit af met een sterk hoofdstuk over rechtspositie, dat in een gids als deze zeker op zijn plaats is.
Lukraak

Maar al lezende krijg je net iets te vaak het idee dat de elf schrijvers van de geldgids nooit met elkaar om de tafel hebben gezeten. En dat de redactie de geschreven stukken maar lukraak heeft geplaatst.

Een paar voorbeelden. Leuk en origineel, die vergelijking tussen de diverse jongerenbankrekeningen van hoofdstuk 5. Maar is daar echt een apart hoofdstuk van nog geen 4 pagina’s voor nodig, waarvan anderhalve pagina gaat over de verzekeringen uit hoofdstuk 7? Van de luttele zevenëneenhalve kolom van hoofdstuk 6 over samenwonen, gaat tweeëneenhalve kolom over alleenstaande ouders. En dat ‘Student als ondernemer’ uit 12. Een droom van een select gezelschap en slechts weggelegd voor een enkeling. Het raakt geen breed publiek. Aardig maar overbodig.

Alle kritiek kan gemakkelijk terzijde worden geschoven als het onderwerp studiefinanciering goed en duidelijk werd behandeld, maar helaas. Terecht wordt in het begin van hoofdstuk 10 de studiefinanciering de belangrijkste inkomstenbron voor de meestestudenten genoemd, maar de beschrijving ervan doet deze uitspraak absoluut geen recht aan. Onduidelijk, wanordelijk en vaak dubbelzinnig in de uitleg.

Onduidelijk is hoe lang de verschillende lichtingen studenten recht hebben op de verschillende studiefinancieringsonderdelen. De prestatiebeurs, een geheel nieuw stelsel, wordt doodleuk onder de kop ’tempobeurs’ geplaatst en vervolgens worden de principes van deze twee systemen volledig door elkaar gebruikt. De termen norm, voorwaardelijke lening, gift, cohorten studenten, soorten inschrijving en het aflossen van leningen worden onzorgvuldig, te onvolledig of in het geheel niet behandeld.
Basisprincipes

De term auditor is inderdaad komen te vervallen. Helaas wordt niet vermeld wat er voor in de plaats is gekomen. De tempobeurs geldt wel degelijk ook voor studenten die vóór 1993/’94 begonnen met studeren en nog recht hebben op gemengde studiefinanciering. Wat gebeurt er als je, volgens de prestatiebeurs, je 4-jarige studie niet binnen 6 jaar afrond? Enzovoorts en ga zo maar door.

Conclusie: leuke gids met een aantal geinige en inhoudelijk goede hoofdstukken. Jammer dat je op zoek moet naar andere publicaties om de basisprincipes van studiefinanciering te kunnen begrijpen om er iets aan te hebben. Volgend jaar wellicht te verkrijgen in betere versie.

‘Geldgids voor scholieren en studenten’; Kluwer, Deventer; ISBN 90 200 1812 4.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.