Campus

Gekke Tom en de konijnenbiefstuk

Het entree van studentenhuis De VOC op de Oost-Indiëplaats staat gastvrij open. Ik ren naar binnen, de vele trappen op, schiet linksaf en sta in de keuken.

Daar zijn vijfdejaars bouwkundestudente Charlot en eerstejaars rechtenstudente Astrid al bezig lekkere hapjes te maken. Ze kijken me verrast aan, maar als ze zien dat het niet buurman Tom is, gaat de verraste blik over in een hartelijk ontvangst.

Buurman Tom is een apart geval. Hij komt wel vaker over de vloer bij De VOC. Zelf woont hij in de gang tegenover. Vooral ’s nachts heeft buurman Tom er een handje van om het hele huis wakker te bellen. Hij kan dan zijn appartement niet in, omdat hij tijdens zijn nachtelijke dwalingen zijn sleutels verloren heeft. Overdag loopt hij zomaar binnen om gebruik te maken van de telefoon van het huis. Of hij slentert zonder schoenen door het pand. Het is allemaal wat rustiger voor de acht bewoners sinds gekke buurman Tom zijn pillen weer krijgt.

Daardoor kwam de buurman gelukkig niet binnen tijdens het strippokeren. Dat was toen Gunnar, vierdejaars luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, met wat clubgenoten ’s ochtends om vijf uur thuiskwam na een borrelavond. Gunnar woonde net drie dagen in het huis. Ze wilden samen met Astrid nog wel een spelletje spelen. Dit leek nuchtere Astrid wel een goede manier om hem nader kennis te laten maken met het huis en kleedde hem uit tot op zijn boxershort.

We mogen aan tafel. Eén van de bewoners wil zijn biefstuk well done. Dat kan natuurlijk niet: biefstuk moet bloederig zijn. Terwijl ik me verwonder over de uitstekende kookkunsten van de koks, vliegen de onderwerpen over tafel. Het gaat vooral over dieren. Van die kleine lieve hamstertjes die je volgens Gunnar prima in de koelkast kunt stoppen als je er tijdelijk genoeg van hebt; ze gaan dan in winterslaap. Of zijn verhaal over de boa constrictor, waarvoor de eigenaar iedere maand een konijntje ging halen bij de dierenwinkel. Totdat de eigenaar hem vroeg waarom die gezonde beestjes toch zo snel stierven. Met een blauw oog en zonder lief konijntje werd de slangenbezweerder de winkel uitgezet. Geen bloederige konijnenbiefstuk meer voor de boa. (MvdS)

MENU

Geitenkaasje met honing en tijm op toast en salade

Biefstuk met knoflook, tabascokrieltjes en sperzieboontjes

Koffie en tompoes

Rode wijn van Delta

Het entree van studentenhuis De VOC op de Oost-Indiëplaats staat gastvrij open. Ik ren naar binnen, de vele trappen op, schiet linksaf en sta in de keuken. Daar zijn vijfdejaars bouwkundestudente Charlot en eerstejaars rechtenstudente Astrid al bezig lekkere hapjes te maken. Ze kijken me verrast aan, maar als ze zien dat het niet buurman Tom is, gaat de verraste blik over in een hartelijk ontvangst.

Buurman Tom is een apart geval. Hij komt wel vaker over de vloer bij De VOC. Zelf woont hij in de gang tegenover. Vooral ’s nachts heeft buurman Tom er een handje van om het hele huis wakker te bellen. Hij kan dan zijn appartement niet in, omdat hij tijdens zijn nachtelijke dwalingen zijn sleutels verloren heeft. Overdag loopt hij zomaar binnen om gebruik te maken van de telefoon van het huis. Of hij slentert zonder schoenen door het pand. Het is allemaal wat rustiger voor de acht bewoners sinds gekke buurman Tom zijn pillen weer krijgt.

Daardoor kwam de buurman gelukkig niet binnen tijdens het strippokeren. Dat was toen Gunnar, vierdejaars luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, met wat clubgenoten ’s ochtends om vijf uur thuiskwam na een borrelavond. Gunnar woonde net drie dagen in het huis. Ze wilden samen met Astrid nog wel een spelletje spelen. Dit leek nuchtere Astrid wel een goede manier om hem nader kennis te laten maken met het huis en kleedde hem uit tot op zijn boxershort.

We mogen aan tafel. Eén van de bewoners wil zijn biefstuk well done. Dat kan natuurlijk niet: biefstuk moet bloederig zijn. Terwijl ik me verwonder over de uitstekende kookkunsten van de koks, vliegen de onderwerpen over tafel. Het gaat vooral over dieren. Van die kleine lieve hamstertjes die je volgens Gunnar prima in de koelkast kunt stoppen als je er tijdelijk genoeg van hebt; ze gaan dan in winterslaap. Of zijn verhaal over de boa constrictor, waarvoor de eigenaar iedere maand een konijntje ging halen bij de dierenwinkel. Totdat de eigenaar hem vroeg waarom die gezonde beestjes toch zo snel stierven. Met een blauw oog en zonder lief konijntje werd de slangenbezweerder de winkel uitgezet. Geen bloederige konijnenbiefstuk meer voor de boa. (MvdS)

MENU

Geitenkaasje met honing en tijm op toast en salade

Biefstuk met knoflook, tabascokrieltjes en sperzieboontjes

Koffie en tompoes

Rode wijn van Delta

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.