Onderwijs

Geen gesloten front voor onderzoekscholen

Hoe moet het verder met de landelijke onderzoekscholen? Er ligt een rapport, maar de diverse wetenschapsclubs steggelen nog over een gemeenschappelijk standpunt. Misschien moeten ze juist de tegenstellingen laten zien.

Er zijn negentig onderzoekscholen in Nederland, waarin vakgroepen van verschillende universiteiten samen onderzoek doen en promovendi opleiden. De eerste begonnen in 1993 en al snel volgden er meer. Het idee is eenvoudig: voor vier promovendi van één universiteit kun je geen hele studiedag met deskundigen organiseren, maar voor veertig promovendi van tien universiteiten kan dat wel. Bovendien werkt het voor promovendi verfrissend om met collega’s uit andere hoeken van de academische wereld van gedachten te wisselen.

Maar er is altijd weerstand geweest tegen de onderzoekscholen. Bestuurders hebben er minder grip op en daarom houden sommigen hun promovendi liever binnenshuis in lokale graduate schools, waarin ze ook het masteronderwijs onderbrengen. De beste masterstudenten kunnen dan eenvoudig in het promotietraject doorstromen. Bovendien kunnen universiteiten zich dan sterker van elkaar onderscheiden.

Langzaamaan dreigt het doek te vallen voor de onderzoekscholen. Enkele universiteiten willen hun onderzoekscholen niet meer laten erkennen door de club die daar speciaal voor is opgericht: de ECOS, oftewel de Erkenningscommissie Onderzoekscholen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). 

Tel daarbij op dat minister Plasterk zijn eigen experimenten lanceert met graduate schools op Amerikaanse leest geschoeid – met meer vrijheid voor promovendi – en de vraag rijst: waar moet het naartoe met de onderzoekscholen? Een commissie onder leiding van de Utrechtse emeritus hoogleraar Peter van der Vliet mocht het uitzoeken in opdracht van de universiteiten, KNAW en onderzoeksfinancier NWO. Het rapport is nog geheim, maar wat de uitkomst ook is: de universiteiten en de KNAW zullen het moeilijk eens kunnen worden. 

De KNAW, genootschap van topwetenschappers en belangenbehartiger van de gehele Nederlandse wetenschap, heeft hart voor de onderzoekscholen. Nederland is veel te klein om onderling te wedijveren, vindt de KNAW. Wetenschappers kunnen beter hun krachten bundelen.

Daar staan bestuurders van universiteiten tegenover, die niet helemaal hetzelfde belang hebben. Zij willen met name hun eigen instelling opstuwen en daarbij helpt een onderzoekschool maar ten dele. Een onderzoekschool kent geen eigenaar; hooguit een penvoerder. 

Wat de conclusie van de commissie ook zal blijken te zijn, liefst houden de wetenschappers het front gesloten en staan ze schouder aan schouders tegenover minister Plasterk. Als het rapport straks naar Plasterk gaat, willen zij met één stem spreken. 

Maar dat zal betekenen dat voor- en tegenstanders zich in bochten moeten wringen en hun eigen positie geweld moeten aandoen. Voor het debat zou het wellicht beter zijn om de verdeeldheid te tonen. Dan kan de politiek het daarna uitvechten.

 

 

Vijf jaar geleden bedacht Elize Zwerver een ludiek idee om haar vaste klanten van Elize Kledingvondsten aan Vrouw Juttenland te bedanken. “Veel winkels zijn op zoek naar nieuwe klanten. Ik was juist heel erg blij met mijn trouwe klanten, omdat ik dankzij hen open kon blijven. Ik heb ze beloond door een dag in de etalage te zitten in een grote baljurk met vleugels aan de mouwen. Met lange nagels en wimpers viel ik extra op. Naast mij stond een etalagepop met een gevangenispak aan. ‘Bedankt dat ik hier nog een keer mag zitten’, stond op het dubbelzinnige bordje in de etalage.”
Langslopende mensen keken verbaasd op, sommigen schrokken van de levende etalagepop. Zwerver kreeg zo veel positieve reacties dat ze eind 2007 een plan bij Delftse Nieuwe indiende voor een ‘Levende Etalagedag’. Delftse Nieuwe is een initiatief van de gemeente om vernieuwende ideeën voor evenementen te stimuleren. Zwerver won tienduizend euro ‘durfgeld’ om de Delftse etalages op te fleuren met levende etalagepoppen.
Om 10.30 uur zal de Levende Etalagedag op de Markt openen met een heus huwelijk tussen Hugo de Groot en paspop Venus. Zij staat al jaren trouw in de winkel van initiatiefneemster Zwerver. “Ze kunnen elkaar al jaren niet bereiken, omdat beelden natuurlijk niet kunnen bewegen”, zegt Zwerver lachend. “Op de Levende Etalagedag kan dat wel.” Stip-wethouder Lian Merkx, die onder meer cultuur in haar portefeuille heeft, zal de twee in de echt verbinden. Daarna gaan de levende etalagepoppen aan de slag in bijna honderd winkels, van kledingzaak No13 tot aan kapsalon Steilloos. Om die winkels te vullen riep Zwerver de hulp in van theaternetwerk Delft.
In beddenzaak Klaas Vaak kan men de prinses op de erwt bewonderen. “Ik kende iemand van het theaternetwerk die prachtig haar heeft en heel goed verhalen kan vertellen. Zij gaat bij Klaas Vaak uitleggen waarom ze toch niet helemaal lekker ligt”, zegt organisatrice Anita Boone. Even verderop lurkt een Arabier aan een waterpijp in de etalage van sigarenspeciaalzaak ‘Van Renssen’. Ook boekhandel ‘De Omslag’ aan de Wijnhaven houdt het dicht bij huis. Daar zal onder het credo ‘Maf met Mees’ ieder half uur een verhaal of een gedicht worden voorlezen en kunnen kinderen een cadeau uit een geheim luik halen.
Wie moe wordt van het lopen, kan een speciale tour langs de etalages maken met de canal hopper.  Al varend kun je onder meer stoffenwinkel ’t Stoffige Pakhuis aandoen. “Het is nu de tijd van de grote voorjaarsschoonmaak en aan de buitenwatersloot gaan ze met grote lappen stof aan de slag”, weet Boone.
Zwerver trekt dit jaar een paarse baljurk aan. Ze zal een mooi paar vormen met haar buurvrouw van De Winkel, die de heilige maagd Maria in de etalage verwelkomt.

www.delftselevendeetalagedag.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.