Onderwijs

‘Geef universiteiten nu eens écht vrijheid’

De overheid moet de universiteiten nu eindelijk eens de vrijheid gunnen die zij hun al zo lang belooft. Universiteiten moeten hun eigen bestuursstructuur kunnen bepalen, en meer zeggenschap krijgen over de hoogte van het collegegeld en selectie ‘aan de poort’.

Daartoe dienen zij voortaan onder het privaatrecht te vallen, in plaats van het publiekrecht.

Dat staat in het rapport ‘De verhouding tussen overheid en universiteiten’, een vertrouwelijk advies van een commissie onder voorzitterschap van prof.dr. P.W.C. Akkermans, rector magnificus van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Over het advies bepalen de gezamenlijke universiteiten (VSNU) komend najaar een standpunt.

Tien jaar geleden zegde minister Deetman de universiteiten meer autonomie toe. Maar de universiteiten vinden dat zij nog altijd overspoeld worden met regels en voorschriften, terwijl zij ook meer verantwoordelijkheden kregen.

De publiekrechtelijke status van universiteiten is niet langer op zijn plaats, vindt de commissie. Bij het geven van onderwijs en het doen van onderzoek treden de universiteiten niet op als verlengstuk van de overheid. Studenten en docenten gaan anders met elkaar om dan burgers en overheid. De privaatrechtelijke status zou daaraan volgens de commissie recht doen.

In het scenario van de commissie is geen sprake van volledige privatisering. De overheid moet de toegankelijkheid van het onderwijs waarborgen door studiefinanciering beschikbaar te stellen. Ook blijft de overheid een belangrijke financier van de universiteiten, waarmee zij voor een periode van vier tot zes jaar contracten afsluit. ,,Het is ondenkbaar dat universiteiten financieel volledig onafhankelijk worden, zoals in Amerika”, aldus commissielid prof.mr. C.A.J.M. Kortmann, hoogleraar staatsrecht en algemene staatsleer in Nijmegen. Dat betekent volgens Kortmann wel dat de overheid ,,over een zeer krachtige hefboom beschikt om toch regulerend op te treden”. Wat de commissie betreft mag de overheid slechts controleren of een universiteit het geld van de overheid goed heeft besteed.

Een geringere inbreng van de overheid betekent volgens de commissie niet dat personeel en studenten vogelvrij worden verklaard. Het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de Ondernemingsraden en andere ‘globale regels’ bieden naar haar mening voldoende kader voor onderwerpen als de bestuursstructuur, de rechtsbescherming, de arbeidsomstandigheden en de medezeggenschap.
Aantasten

De commissie wil wel een aantal verworvenheden aantasten. Wat de bestuursvorm betreft, moet een Raad van Toezicht de overgang naar een nieuwe bestuursvorm begeleiden. Daarin moet de invloed van studenten ,,worden toegespitst op het voor hen zo belangrijke onderwijs”. Ook mogen de universiteiten strengere eisen gaan stellen aan hun studenten. Kortmann:,,Een universiteit kan bijvoorbeeld zeggen dat een vwo-diploma allèèn niet meer genoeg is om toegelaten te worden.”

Kortmann is niet optimistisch over de realisering van de wensen van de commissie. De hoogleraar heeft ,,ernstige twijfels over de bereidheid tot deregulering” bij de overheid. Toch zijn de voordelen van een privaatrechtelijke status van de universiteiten naar zijn mening evident. Naarmate de universiteiten meer verantwoordelijkheden dragen, wordt de minister van onderwijs minder geraakt door maatschappelijke kritiek op slecht onderwijs en onderzoek, vindt Kortmann. Minder regels leidt ook tot een afname van de bureaucratie, die volgens Kortmann een verlammende invloed op onderwijs en onderzoek heeft. ,,Dat staat als een paal boven water.”

Drie Nederlandse universiteiten hebben al een privaatrechtelijke status. De Katholieke Universiteit Nijmegen, de Vrije Universiteit en de Katholieke Universiteit Brabant. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

De overheid moet de universiteiten nu eindelijk eens de vrijheid gunnen die zij hun al zo lang belooft. Universiteiten moeten hun eigen bestuursstructuur kunnen bepalen, en meer zeggenschap krijgen over de hoogte van het collegegeld en selectie ‘aan de poort’. Daartoe dienen zij voortaan onder het privaatrecht te vallen, in plaats van het publiekrecht.

Dat staat in het rapport ‘De verhouding tussen overheid en universiteiten’, een vertrouwelijk advies van een commissie onder voorzitterschap van prof.dr. P.W.C. Akkermans, rector magnificus van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Over het advies bepalen de gezamenlijke universiteiten (VSNU) komend najaar een standpunt.

Tien jaar geleden zegde minister Deetman de universiteiten meer autonomie toe. Maar de universiteiten vinden dat zij nog altijd overspoeld worden met regels en voorschriften, terwijl zij ook meer verantwoordelijkheden kregen.

De publiekrechtelijke status van universiteiten is niet langer op zijn plaats, vindt de commissie. Bij het geven van onderwijs en het doen van onderzoek treden de universiteiten niet op als verlengstuk van de overheid. Studenten en docenten gaan anders met elkaar om dan burgers en overheid. De privaatrechtelijke status zou daaraan volgens de commissie recht doen.

In het scenario van de commissie is geen sprake van volledige privatisering. De overheid moet de toegankelijkheid van het onderwijs waarborgen door studiefinanciering beschikbaar te stellen. Ook blijft de overheid een belangrijke financier van de universiteiten, waarmee zij voor een periode van vier tot zes jaar contracten afsluit. ,,Het is ondenkbaar dat universiteiten financieel volledig onafhankelijk worden, zoals in Amerika”, aldus commissielid prof.mr. C.A.J.M. Kortmann, hoogleraar staatsrecht en algemene staatsleer in Nijmegen. Dat betekent volgens Kortmann wel dat de overheid ,,over een zeer krachtige hefboom beschikt om toch regulerend op te treden”. Wat de commissie betreft mag de overheid slechts controleren of een universiteit het geld van de overheid goed heeft besteed.

Een geringere inbreng van de overheid betekent volgens de commissie niet dat personeel en studenten vogelvrij worden verklaard. Het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de Ondernemingsraden en andere ‘globale regels’ bieden naar haar mening voldoende kader voor onderwerpen als de bestuursstructuur, de rechtsbescherming, de arbeidsomstandigheden en de medezeggenschap.
Aantasten

De commissie wil wel een aantal verworvenheden aantasten. Wat de bestuursvorm betreft, moet een Raad van Toezicht de overgang naar een nieuwe bestuursvorm begeleiden. Daarin moet de invloed van studenten ,,worden toegespitst op het voor hen zo belangrijke onderwijs”. Ook mogen de universiteiten strengere eisen gaan stellen aan hun studenten. Kortmann:,,Een universiteit kan bijvoorbeeld zeggen dat een vwo-diploma allèèn niet meer genoeg is om toegelaten te worden.”

Kortmann is niet optimistisch over de realisering van de wensen van de commissie. De hoogleraar heeft ,,ernstige twijfels over de bereidheid tot deregulering” bij de overheid. Toch zijn de voordelen van een privaatrechtelijke status van de universiteiten naar zijn mening evident. Naarmate de universiteiten meer verantwoordelijkheden dragen, wordt de minister van onderwijs minder geraakt door maatschappelijke kritiek op slecht onderwijs en onderzoek, vindt Kortmann. Minder regels leidt ook tot een afname van de bureaucratie, die volgens Kortmann een verlammende invloed op onderwijs en onderzoek heeft. ,,Dat staat als een paal boven water.”

Drie Nederlandse universiteiten hebben al een privaatrechtelijke status. De Katholieke Universiteit Nijmegen, de Vrije Universiteit en de Katholieke Universiteit Brabant. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.