Vertwijfeld kijk ik naar m’n vensterbank, want daar staat-ie. Mijn eigen ‘bush fuchsia hardy’. Ik ben een van de 100 deelnemers geworden van de fuchsia-kweekwedstrijd 1996.
Op 10 augustus moet ik mijn eigen plantje opgekweekt hebben tot ‘een gezonde plant die regelmatig van vorm is en op de dag van de keuring uitbundig bloeit’.
Iedereen kent de Cultuurtuin Technische Universiteit Delft, achter het Kluyver laboratorium voor biotechnologie, als het één van de verplichte OWEE-nummers. Ver gespecialiseerde afstudeerders in de bioprocestechnologie komen er regelmatig, maar verder kan het er vrij stil zijn. Voor de negen mensen die de tweeëneenhalve hectare tuin en 600 vierkante meter kas in stand houden, was het afgelopen museumweekend een mooie gelegenheid om weer eens wat mensen over de vloer te krijgen.
De botanische tuin bood zaterdag de Nederlandse Kring van Fuchsiavrienden gelegenheid de ‘fuchsiakweekwedstrijd 1996’ te organiseren. Eenieder die wilde, kon zich melden om een of drie planten mee naar huis te nemen. Er zijn namelijk twee klassen, waarin vaardigheid getoond kan worden. De klasse één plant per pot (een soort eerste divisie) en de categorie drie planten per pot (de hoofdklasse). Iedere deelnemer dient zijn kweekgoed thuis zó te vertroetelen dat begin augustus een vol in bloei staand kunstwerkje gereed is.
Onmiddellijk rijst de vraag of er niet eenvoudig gefraudeerd kan worden; de planten zijn immers niet gemerkt. Een van de organisatoren, de heer Heistek (nee, geen flauwe naamgrap) vertelt dat dat zo goed als uitgesloten is. Een plant ouder dan een jaar wordt direct herkend, dus alleen iemand die van te voren uit de duizenden fuchsiasoorten de wedstrijdsoorten zou weten, had een maand eerder kunnen beginnen.
Vurig vertelt Heistek verder over de 2000 fuchsiasoorten, de uitstapjes naar kwekerijen en andere activiteiten van de fuchsia kring. Want onderschat ze niet. De kring fuchsiavrienden is met 6000 leden de grootste ‘liefhebberijvereniging’ in Nederland.
Maar waarom, waarom toch fuchsia en geen geranium als lustobject? Heistek bekent dat naast het feit dat de fuchsia gewoon heel makkelijk stekbaar is en natuurlijk erg mooi, het ook een beetje een virus is, ‘een goedaardig fuchsiavirus’. Toch altijd nog beter dan een BSE-besmetting of een gekke kattenziekte.
Vertwijfeld kijk ik naar m’n vensterbank, want daar staat-ie. Mijn eigen ‘bush fuchsia hardy’. Ik ben een van de 100 deelnemers geworden van de fuchsia-kweekwedstrijd 1996. Op 10 augustus moet ik mijn eigen plantje opgekweekt hebben tot ‘een gezonde plant die regelmatig van vorm is en op de dag van de keuring uitbundig bloeit’.
Iedereen kent de Cultuurtuin Technische Universiteit Delft, achter het Kluyver laboratorium voor biotechnologie, als het één van de verplichte OWEE-nummers. Ver gespecialiseerde afstudeerders in de bioprocestechnologie komen er regelmatig, maar verder kan het er vrij stil zijn. Voor de negen mensen die de tweeëneenhalve hectare tuin en 600 vierkante meter kas in stand houden, was het afgelopen museumweekend een mooie gelegenheid om weer eens wat mensen over de vloer te krijgen.
De botanische tuin bood zaterdag de Nederlandse Kring van Fuchsiavrienden gelegenheid de ‘fuchsiakweekwedstrijd 1996’ te organiseren. Eenieder die wilde, kon zich melden om een of drie planten mee naar huis te nemen. Er zijn namelijk twee klassen, waarin vaardigheid getoond kan worden. De klasse één plant per pot (een soort eerste divisie) en de categorie drie planten per pot (de hoofdklasse). Iedere deelnemer dient zijn kweekgoed thuis zó te vertroetelen dat begin augustus een vol in bloei staand kunstwerkje gereed is.
Onmiddellijk rijst de vraag of er niet eenvoudig gefraudeerd kan worden; de planten zijn immers niet gemerkt. Een van de organisatoren, de heer Heistek (nee, geen flauwe naamgrap) vertelt dat dat zo goed als uitgesloten is. Een plant ouder dan een jaar wordt direct herkend, dus alleen iemand die van te voren uit de duizenden fuchsiasoorten de wedstrijdsoorten zou weten, had een maand eerder kunnen beginnen.
Vurig vertelt Heistek verder over de 2000 fuchsiasoorten, de uitstapjes naar kwekerijen en andere activiteiten van de fuchsia kring. Want onderschat ze niet. De kring fuchsiavrienden is met 6000 leden de grootste ‘liefhebberijvereniging’ in Nederland.
Maar waarom, waarom toch fuchsia en geen geranium als lustobject? Heistek bekent dat naast het feit dat de fuchsia gewoon heel makkelijk stekbaar is en natuurlijk erg mooi, het ook een beetje een virus is, ‘een goedaardig fuchsiavirus’. Toch altijd nog beter dan een BSE-besmetting of een gekke kattenziekte.
Comments are closed.