Campus

Freak out

Jongen en meisje maken tegenover elkaar discopasjes. Een paringsdans op het meest uitgekauwde nummer allertijden van een man die zichzelf gehaktbrood noemt.

,,What’s it gonna be boy, yes or no”, vraagt ze met een quasi-ongeduldige uitdrukking op haar gezicht. ,,Leuk showtje, zou ze me echt willen?” denkt de jongen. De barbloemen slaan het schouwspel gade en wedden of er gezoend gaat worden.

Ik sta ook te kijken. Verveeld, maar vooral verbaasd dat ze dit lied in deze tijd nog steeds met zoveel overtuiging ten tonele brengen. Op feesten met wat modernere, instrumentale muziek zijn geen moeilijke moves nodig: steek één hand de lucht in, schud wat met je hoofd en als je iemand lekker vindt ga je dicht bij die persoon pelvisbewegingen maken. Simpel als wat. Toch blijven die gouwe ouwen populair.

Een dance classic verandert feestgangers in acteurs en de dansvloer in de repetitieruimte van een musical. Bij de massale technofeesten ben je niet meer dan een figurant die net zo goed met een digital-capturing-techniek in het beeld geplakt had kunnen worden. Veel mensen nemen daar blijkbaar genoegen mee, maar anderen willen liever een echte rol. Daarom houden ze van liedjes met groepsdansen, duetten en solo’s van dien.

Jammer alleen dat grijsgedraaide platen tot zulke voorspelbare optredens leiden. Terwijl de Melissa Etheridges het moeilijk hebben met zichzelf, drinken de jongens een pilsje. Bij ‘Get on the scene’ komen de mannen de dansvloer weer op om tijdens het pianoriedeltje van James Brown als muppets met hun handen op een onzichtbare piano te slaan. En altijd zwaait iemand bij ‘YMCA‘ z’n armen een couplet te vroeg omhoog.

Wat de amateurs lijken te vergeten is dat hoe langer je performt, hoe meer je je best moet doen om je karakter spannend te houden. Lukt dat niet meer, dan is het tijd voor iets nieuws.

Gelukkig zijn er een paar mensen die dat doorhebben, zonder wie retro-feestjes maar een saaie bedoeling zouden zijn: de freaks. Zij trekken de aandacht op de dansvloer naar zich toe door kermend als een virgin over de grond te rollen, te boogieën alsof ze door de bliksem getroffen zijn, of zo heftig te headbangen dat dichtbij komen onveilig is. Overdreven camp en vermakelijk voor de mensen aan de bar.

Jongen en meisje van net zijn opgegaan in de groep en dansen nu de Marcarena.

Dance-classic-dj’s onschuldige kabouters met gevoel voor nostalgie? Een stelletje manipulatieve regisseurs met een heel theater aan marionetten zijn het! Ik blijf aan de kant staan, want ik weet voor welke rol ik ga. De freak, die is pas chic.

Jongen en meisje maken tegenover elkaar discopasjes. Een paringsdans op het meest uitgekauwde nummer allertijden van een man die zichzelf gehaktbrood noemt. ,,What’s it gonna be boy, yes or no”, vraagt ze met een quasi-ongeduldige uitdrukking op haar gezicht. ,,Leuk showtje, zou ze me echt willen?” denkt de jongen. De barbloemen slaan het schouwspel gade en wedden of er gezoend gaat worden.

Ik sta ook te kijken. Verveeld, maar vooral verbaasd dat ze dit lied in deze tijd nog steeds met zoveel overtuiging ten tonele brengen. Op feesten met wat modernere, instrumentale muziek zijn geen moeilijke moves nodig: steek één hand de lucht in, schud wat met je hoofd en als je iemand lekker vindt ga je dicht bij die persoon pelvisbewegingen maken. Simpel als wat. Toch blijven die gouwe ouwen populair.

Een dance classic verandert feestgangers in acteurs en de dansvloer in de repetitieruimte van een musical. Bij de massale technofeesten ben je niet meer dan een figurant die net zo goed met een digital-capturing-techniek in het beeld geplakt had kunnen worden. Veel mensen nemen daar blijkbaar genoegen mee, maar anderen willen liever een echte rol. Daarom houden ze van liedjes met groepsdansen, duetten en solo’s van dien.

Jammer alleen dat grijsgedraaide platen tot zulke voorspelbare optredens leiden. Terwijl de Melissa Etheridges het moeilijk hebben met zichzelf, drinken de jongens een pilsje. Bij ‘Get on the scene’ komen de mannen de dansvloer weer op om tijdens het pianoriedeltje van James Brown als muppets met hun handen op een onzichtbare piano te slaan. En altijd zwaait iemand bij ‘YMCA‘ z’n armen een couplet te vroeg omhoog.

Wat de amateurs lijken te vergeten is dat hoe langer je performt, hoe meer je je best moet doen om je karakter spannend te houden. Lukt dat niet meer, dan is het tijd voor iets nieuws.

Gelukkig zijn er een paar mensen die dat doorhebben, zonder wie retro-feestjes maar een saaie bedoeling zouden zijn: de freaks. Zij trekken de aandacht op de dansvloer naar zich toe door kermend als een virgin over de grond te rollen, te boogieën alsof ze door de bliksem getroffen zijn, of zo heftig te headbangen dat dichtbij komen onveilig is. Overdreven camp en vermakelijk voor de mensen aan de bar.

Jongen en meisje van net zijn opgegaan in de groep en dansen nu de Marcarena.

Dance-classic-dj’s onschuldige kabouters met gevoel voor nostalgie? Een stelletje manipulatieve regisseurs met een heel theater aan marionetten zijn het! Ik blijf aan de kant staan, want ik weet voor welke rol ik ga. De freak, die is pas chic.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.