Universiteiten en hogescholen zagen het al in de collegebanken, maar nu is het bevestigd: het aantal eerstejaars studenten is flink gestegen. Hogescholen kregen 6,3 procent meer eerstejaars dan vorig jaar, universiteiten zelfs 12,5 procent meer.
Dat meldt het ministerie van OCW. Vooraf was niet op zoveel extra eerstejaars gerekend. Daardoor valt de bekostiging van de onderwijsinstellingen voorlopig te laag uit. Normaal gesproken wordt dat pas twee jaar na dato hersteld, waardoor het hoger onderwijs tijdelijk met een gat in de begroting kampt.
In het hbo groeide het aantal deeltijdstudenten met 4,2 procent, maar het aantal voltijdsstudenten nam nog harder toe. De afgelopen jaren schommelde de groei telkens rond de twee procent. De laatste groeispurt dateert van 2003, toen er opeens 6,4 procent meer eerstejaars waren, na een krimp in het voorafgaande jaar.
Aan de universiteiten was de toename iets grilliger: het ene jaar ruim vier procent, het andere jaar bijna niets. In 2001 kwam er opeens een golf van 7,1 procent extra eerstejaars. Een groei van 12,5 procent is – in ieder geval sinds 1992 – nog niet eerder vertoond.
Een extern bureau is gevraagd de toename te analyseren. De cijfers zijn exclusief het ‘groene’ onderwijs, zoals de studies in Wageningen. Die vallen onder het ministerie van Landbouw.
Overigens vallen de cijfers lager uit dan in de doemscenario’s die vorige zomer de ronde deden. Toen circuleerden er voorspellingen als achttien procent extra eerstejaars in het hbo en vijfentwintig procent meer aan de universiteiten.
De cijfers zijn nog niet helemaal definitief. De instellingen kunnen nog correcties doorgeven. Daarom zijn er geen details bekend over de groei aan afzonderlijke hogescholen en universiteiten. Ook valt nog niet te zeggen welke opleidingen het hardst zijn gegroeid.
“Ik ben als fietser begonnen. Sinds september 2007 heb ik ook de coördinerende rol.” Zijn bijbaan bevalt ‘m uitstekend. “Je bent buiten, en ik vind het leuk om met kinderen om te gaan. Bovendien kun je je werktijden kort van te voren aangeven. Acht uur achter elkaar werken is er alleen niet bij.”
Op het moment dat de basisschool uit gaat, staat Nooy er al met zijn bakfiets – drie wielen, zeven versnellingen en bak inclusief overkapping. “Ik haal de kinderen uit de klas, help ze met de jas aandoen en neem ze mee naar buiten.” Daar gaan de kids de bak in. Maximale ballast? “Kleintjes acht, anders zes. Je moet wel conditie hebben.” De rit gaat vaak door het centrum en kan oplopen tot een half uur. Al fietsende wordt er nog wel eens eentje vervelend. “Dan moet je ze een beetje entertainen, hè. Een spelletje ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’ of liedjes zingen. Kinderen klagen gelukkig niet als je vals zingt”, lacht Nooy.
Acht kinderen in een bakfiets vraagt om veiligheid. “Ik heb meegeholpen aan de opzet van een bakfietsrijbewijs. Studenten leggen een examen af als ze een tijdje in dienst zijn. Net als bij de auto is er een deel theorie en praktijk.” De theorie betreft vooral inzicht, praktisch gaat het om bewustwording. “Bijvoorbeeld dat de bak uitsteekt bij het maken van een bocht. Of dat je met meer gewicht een langere remweg hebt.” Ook belangrijk: niet vergeten aan te zetten voor een bruggetje. “Als je stilvalt moet je afstappen.” Is er wel eens iemand gezakt? “Voor theorie wel, maar die kreeg al binnen een week een herkansing.” Geen CBR-praktijken gelukkig.
De Delftse binnenstad en fietsen… “Er is er eens een de gracht in gereden, ja. Zonder kinderen hoor, zet dat er maar wel bij.”
Bijbaan: Bakfietsrijder voor schoolkinderen
Verdiensten: €8,75 per uur
Opvallend: Bakfietsexamen verplicht
Comments are closed.