Campus

Feuilleton: Druk (4)

Free WillyDe verpleegsters achter de balie kijken in haar richting. Er wordt gefluisterd. Uiteraard gaat het over haar.

Kan niet anders. Uit wraak denkt Sanja aan hoe de zusters oude mannen verschonen. En doorligplekken behandelen. En straks hun handen wassen en daarna thuis het avondeten klaarmaken.

Eten. De lucht van ontsmettingsmiddelen, het maakt Sanja hongerig. Ze heeft al de hele dag niets gegeten. Haar rommelende maag wint het van haar schaamte. Ze loopt naar de automaat en koopt een pak stroopwafels.

,,Ach ja, stroopwafels. Die mag ik van de dokter niet meer.” Een vrouw naast haar kijkt naar het pak. Er staat een tekening van een molen op. Sanja peutert aan de sluiting. De vrouw stinkt. Niet echt, maar ze ruikt naar van die oma-zeep. De verpakking gaat eindelijk open. De vrouw zet nog eens extra kracht achter haar zucht. Sanja kijkt haar aan. Niet vragend. Niet kwaad. Ze kijkt haar aan. Als de vrouw haar ogen neerslaat, staat Sanja op. Weg van hier. Ze heeft genoeg van alles. Tijd voor verandering, een nieuwe start.

Ze haast zich de wachtruimte uit. Het pak stroopwafels staat onaangebroken op een Viva voor de vrouw. ‘Mijn vriend slaat me’, staat er in paarse letters op de voorkant van het tijdschrift. Naast de Viva ligt een studieboek. De kaft in verse kreukels.

Buiten schijnt de zon. Natuurlijk schijnt de zon, bedenkt Sanja. Er heeft nog nooit iemand een nieuwe start gemaakt op een grijs-verregende donderdagochtend. Het is een van die winterdagen waarop de lente al een klein beetje te ruiken is. Iets warms, iets tintelents in de lucht. Ze ademt een rijpheid die al maanden uit haar longen verdwenen was. Mensen zouden vaker nuchter buiten moeten komen.

Ze loopt langs een schoolplein. Sanja wou dat het speelkwartier was. Nu staart ze naar de lege grijze betontegels. Gaat op het hek zitten. Gevingerverfde tekeningen tegen de ruiten van een kleuterklas. De juffrouw doet voor hoe de vellen papier geknipt moeten worden. Een meisje hangt met haar voorhoofd tegen de ruit. Ze kijkt naar Sanja.

Sanja ziet het niet. Haar gedachten zijn weer bij die ochtend. Bij de bibliotheek. Bij Ralph, die uiteraard veel te ver weg zat om te kunnen raken. In plaats daarvan raakt het boek de ballustrade en valt vervolgens helemaal naar beneden. Vier verdiepingen lager loopt een oudere mevrouw. Met kalend hoofd. Godzijdank schampt het dodelijke projectiel alleen haar schouder. Dat is toch genoeg om de dame kermend op de vloer te doen belanden. Sanja staat stil, gevangen in de blikken van Evelien en Ralph en een heleboel wakkergeschudde studenten. Verbijsterd kijkt ze naar wat er was gebeurt. Waarom moest die vrouw nou precies onder haar boek terechtkomen?

Dan loopt ze de trappen af, naar het jammerende slachtoffer. Zo erg kan het toch niet zijn? Geen bloed te zien. De ambulance komt snel. ‘Schouder uit de kom en wat kneuzingen. Valt best mee mevrouwtje’. Toegesneld bibliotheekpersoneel begrijpt er helemaal niets van. Het lukt Sanja in de verwarring om haar boek op te pakken. Vrouw op brancard. Nog een heel gedoe om de trappen voor de bibliotheek af te komen. Sanja zegt dat ze bij de vrouw hoort. Ze mag mee, de ambulance in. De vrouw is eindelijk stil.

De schoolbel gaat. Het is half vier. Sanja kijkt hoe de kinderen naar buiten komen. Bijna schuchter, niet rennend of schreeuwend, zoals op tv. Een blond meisje stopt bij haar.

,,Ik zag jou net zitten. Hoe heet je?”

Sanja weet nooit zo goed raad met spontane kinderen. Zelf was ze vroeger nooit zo. Dat kwam pas op de middelbare school.

,,Ik ben Sanja. En jij?”

,,Waar wacht jij op?” Het meisje houdt haar hoofd een beetje schuin, Sanja’s tegenvraag negerend. Ze heeft hele blauwe ogen.

,,Ik wachtte op de zon.”

Het kind steekt haar vinger in de lucht en wijst naar de zon. ,,Maar de zon is er nu toch?”

,,Klopt, ik hoef niet meer te wachten.” Sanja bezwijkt onder de aandacht en moet lachen. Ze wil rennen op het speelplein. Maar dat kan niet, ze is te oud, te volwassen, ze heeft het net uitgemaakt met haar vriendje, een onschuldige kalende vrouw verwond en achtervolgd tot in het ziekenhuis, haar studie verknald. ,,Fuck you”, zegt Sanja. Ze springt van het hek en rent naar de fietsenstalling. Moeders kijken verbaasd op. Het meisje lacht alsof ze in eenDisneyfilm meespeelt.

Free Willy

De verpleegsters achter de balie kijken in haar richting. Er wordt gefluisterd. Uiteraard gaat het over haar. Kan niet anders. Uit wraak denkt Sanja aan hoe de zusters oude mannen verschonen. En doorligplekken behandelen. En straks hun handen wassen en daarna thuis het avondeten klaarmaken.

Eten. De lucht van ontsmettingsmiddelen, het maakt Sanja hongerig. Ze heeft al de hele dag niets gegeten. Haar rommelende maag wint het van haar schaamte. Ze loopt naar de automaat en koopt een pak stroopwafels.

,,Ach ja, stroopwafels. Die mag ik van de dokter niet meer.” Een vrouw naast haar kijkt naar het pak. Er staat een tekening van een molen op. Sanja peutert aan de sluiting. De vrouw stinkt. Niet echt, maar ze ruikt naar van die oma-zeep. De verpakking gaat eindelijk open. De vrouw zet nog eens extra kracht achter haar zucht. Sanja kijkt haar aan. Niet vragend. Niet kwaad. Ze kijkt haar aan. Als de vrouw haar ogen neerslaat, staat Sanja op. Weg van hier. Ze heeft genoeg van alles. Tijd voor verandering, een nieuwe start.

Ze haast zich de wachtruimte uit. Het pak stroopwafels staat onaangebroken op een Viva voor de vrouw. ‘Mijn vriend slaat me’, staat er in paarse letters op de voorkant van het tijdschrift. Naast de Viva ligt een studieboek. De kaft in verse kreukels.

Buiten schijnt de zon. Natuurlijk schijnt de zon, bedenkt Sanja. Er heeft nog nooit iemand een nieuwe start gemaakt op een grijs-verregende donderdagochtend. Het is een van die winterdagen waarop de lente al een klein beetje te ruiken is. Iets warms, iets tintelents in de lucht. Ze ademt een rijpheid die al maanden uit haar longen verdwenen was. Mensen zouden vaker nuchter buiten moeten komen.

Ze loopt langs een schoolplein. Sanja wou dat het speelkwartier was. Nu staart ze naar de lege grijze betontegels. Gaat op het hek zitten. Gevingerverfde tekeningen tegen de ruiten van een kleuterklas. De juffrouw doet voor hoe de vellen papier geknipt moeten worden. Een meisje hangt met haar voorhoofd tegen de ruit. Ze kijkt naar Sanja.

Sanja ziet het niet. Haar gedachten zijn weer bij die ochtend. Bij de bibliotheek. Bij Ralph, die uiteraard veel te ver weg zat om te kunnen raken. In plaats daarvan raakt het boek de ballustrade en valt vervolgens helemaal naar beneden. Vier verdiepingen lager loopt een oudere mevrouw. Met kalend hoofd. Godzijdank schampt het dodelijke projectiel alleen haar schouder. Dat is toch genoeg om de dame kermend op de vloer te doen belanden. Sanja staat stil, gevangen in de blikken van Evelien en Ralph en een heleboel wakkergeschudde studenten. Verbijsterd kijkt ze naar wat er was gebeurt. Waarom moest die vrouw nou precies onder haar boek terechtkomen?

Dan loopt ze de trappen af, naar het jammerende slachtoffer. Zo erg kan het toch niet zijn? Geen bloed te zien. De ambulance komt snel. ‘Schouder uit de kom en wat kneuzingen. Valt best mee mevrouwtje’. Toegesneld bibliotheekpersoneel begrijpt er helemaal niets van. Het lukt Sanja in de verwarring om haar boek op te pakken. Vrouw op brancard. Nog een heel gedoe om de trappen voor de bibliotheek af te komen. Sanja zegt dat ze bij de vrouw hoort. Ze mag mee, de ambulance in. De vrouw is eindelijk stil.

De schoolbel gaat. Het is half vier. Sanja kijkt hoe de kinderen naar buiten komen. Bijna schuchter, niet rennend of schreeuwend, zoals op tv. Een blond meisje stopt bij haar.

,,Ik zag jou net zitten. Hoe heet je?”

Sanja weet nooit zo goed raad met spontane kinderen. Zelf was ze vroeger nooit zo. Dat kwam pas op de middelbare school.

,,Ik ben Sanja. En jij?”

,,Waar wacht jij op?” Het meisje houdt haar hoofd een beetje schuin, Sanja’s tegenvraag negerend. Ze heeft hele blauwe ogen.

,,Ik wachtte op de zon.”

Het kind steekt haar vinger in de lucht en wijst naar de zon. ,,Maar de zon is er nu toch?”

,,Klopt, ik hoef niet meer te wachten.” Sanja bezwijkt onder de aandacht en moet lachen. Ze wil rennen op het speelplein. Maar dat kan niet, ze is te oud, te volwassen, ze heeft het net uitgemaakt met haar vriendje, een onschuldige kalende vrouw verwond en achtervolgd tot in het ziekenhuis, haar studie verknald. ,,Fuck you”, zegt Sanja. Ze springt van het hek en rent naar de fietsenstalling. Moeders kijken verbaasd op. Het meisje lacht alsof ze in eenDisneyfilm meespeelt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.