Campus

Feestneuzen

Vier jaar hebben wij ervoor gespaard. En dit jaar mogen wij het eindelijk opmaken. Een hele extra dag! “Alles wat je doet is meegenomen!” Met deze opgewekte mededeling kom ik een uurtje later op mijn stageplek.

Zo’n bijzondere dag als een schrikkeldag mag natuurlijk niet zomaar voorbij gaan. Mijn moeder sms’t mij over de traditie dat een vrouw op schrikkeldag een man mee uit mag vragen: “Weet je dat jij de man van je dromen mag vragen deze dag, je geheime liefde, de prins op de motor?” Zijzelf heeft zich vandaag opnieuw verloofd met mijn vader. Om de keuzemogelijkheden niet te beperken vervolgt ze haar sms: “Gebruik hem goed, een volgende keer is er pas over vier jaar. Kies en ga voor de leukste, de meest opwindende of die lieve saaie spelletjesfanaat.” De saaie spelletjesfanaat. Spelletjesfanaten kunnen onmogelijk saai zijn! Ik besluit vier jaar te wachten op de man van mijn dromen, maar ga schrikkeldag uitgebreid vieren met mijn middelbareschoolvrienden.

Ik zie Maarten en Rob (Maastricht en Groningen) eigenlijk bijna nooit meer, maar wanneer wij allemaal terug zijn in Apeldoorn is het alsof de klok de afgelopen vier jaar heeft stilgestaan. We weten van elkaar niet echt wat ons bezighoudt, maar we weten des te beter wat dat was in de eerste tot en met de zesde klas: Briefjes halen, nablijven, slijmen bij docenten en in het weekend naar Tapperij Den Olifant.

Maar voordat we toegeven aan de lokroep van deze grijze viervoeter doen we een ‘sportieve’ activiteit. De minireúnieparty begint op de bowlingbaan met bier, bitterballen en de zuivere techniek van het kegel-kantelen. De mensen op de baan naast ons zijn ware experts. Luidruchtig laten ze zien hoe het hoort. Aanstellerige meisjes en getatoeëerde jongens maken indruk op elkaar door ofwel expres in de goot te gooien, ofwel een strike te gooien ondersteund door een luid ‘Yeah Baby!’ Hoewel ik die tactiek overneem, word ik glansrijk laatste.

Op naar onze stamkroeg, waar het schrikkelfeest al is begonnen. Toch ziet het er niet echt feestelijk uit. Toen stonden er altijd knappe jongens en leuke meisjes achter de bar. Nu de eigenaar en zijn vrouw. Maar niet met minder plezier. Trots vertellen ze dat zij elkaar hier ooit hebben leren kennen. Het is een stuk rustiger dan voorheen. Ik raak aan de praat met een horecabaas die in een crematorium werkt. Hij hoort zichzelf graag praten en maakt flauwe grappen over zijn beroep. Doodsaai, maar soms ook stervensdruk. Genoeg reden om toch maar ergens anders heen te gaan. Uiteindelijk wordt het een ouderwetse kroegentocht, in plaats van het geplande feest. Geeft niets, volgend..eh over vier jaar weer een kans. (CD)

Weet je een feest? Mail

carinedokter@hotmail.com

Vier jaar hebben wij ervoor gespaard. En dit jaar mogen wij het eindelijk opmaken. Een hele extra dag! “Alles wat je doet is meegenomen!” Met deze opgewekte mededeling kom ik een uurtje later op mijn stageplek. Zo’n bijzondere dag als een schrikkeldag mag natuurlijk niet zomaar voorbij gaan. Mijn moeder sms’t mij over de traditie dat een vrouw op schrikkeldag een man mee uit mag vragen: “Weet je dat jij de man van je dromen mag vragen deze dag, je geheime liefde, de prins op de motor?” Zijzelf heeft zich vandaag opnieuw verloofd met mijn vader. Om de keuzemogelijkheden niet te beperken vervolgt ze haar sms: “Gebruik hem goed, een volgende keer is er pas over vier jaar. Kies en ga voor de leukste, de meest opwindende of die lieve saaie spelletjesfanaat.” De saaie spelletjesfanaat. Spelletjesfanaten kunnen onmogelijk saai zijn! Ik besluit vier jaar te wachten op de man van mijn dromen, maar ga schrikkeldag uitgebreid vieren met mijn middelbareschoolvrienden.

Ik zie Maarten en Rob (Maastricht en Groningen) eigenlijk bijna nooit meer, maar wanneer wij allemaal terug zijn in Apeldoorn is het alsof de klok de afgelopen vier jaar heeft stilgestaan. We weten van elkaar niet echt wat ons bezighoudt, maar we weten des te beter wat dat was in de eerste tot en met de zesde klas: Briefjes halen, nablijven, slijmen bij docenten en in het weekend naar Tapperij Den Olifant.

Maar voordat we toegeven aan de lokroep van deze grijze viervoeter doen we een ‘sportieve’ activiteit. De minireúnieparty begint op de bowlingbaan met bier, bitterballen en de zuivere techniek van het kegel-kantelen. De mensen op de baan naast ons zijn ware experts. Luidruchtig laten ze zien hoe het hoort. Aanstellerige meisjes en getatoeëerde jongens maken indruk op elkaar door ofwel expres in de goot te gooien, ofwel een strike te gooien ondersteund door een luid ‘Yeah Baby!’ Hoewel ik die tactiek overneem, word ik glansrijk laatste.

Op naar onze stamkroeg, waar het schrikkelfeest al is begonnen. Toch ziet het er niet echt feestelijk uit. Toen stonden er altijd knappe jongens en leuke meisjes achter de bar. Nu de eigenaar en zijn vrouw. Maar niet met minder plezier. Trots vertellen ze dat zij elkaar hier ooit hebben leren kennen. Het is een stuk rustiger dan voorheen. Ik raak aan de praat met een horecabaas die in een crematorium werkt. Hij hoort zichzelf graag praten en maakt flauwe grappen over zijn beroep. Doodsaai, maar soms ook stervensdruk. Genoeg reden om toch maar ergens anders heen te gaan. Uiteindelijk wordt het een ouderwetse kroegentocht, in plaats van het geplande feest. Geeft niets, volgend..eh over vier jaar weer een kans. (CD)

Weet je een feest? Mail

carinedokter@hotmail.com

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.