Campus

Fax van Verre

Hij kan iedereen een soortgelijk tripje aanraden. Robin Ludwig, vijfdejaars werktuigbouw, mailt ons van down under, waar hij drie maanden stage loopt.

br />
Alle vermoeidheid van een lange vlucht valt in één keer van me af, als ik op het vliegveld een bord zie met mijn naam erop. Erboven een vriendelijk gezicht, wat bij kennismaking mijn supervisor blijkt te zijn voor de komende drie maanden. Eindelijk: Melbourne. Na maanden van nauwkeurig voorbereiden en een weekje overleven rond Bangkok, begin ik met mijn laatstejaars stage.

Gewapend met mijn vers verkregen laptop ga ik vol enthousiasme aan de slag bij het Australische hoofdkantoor van Stork ICM. Vanaf de eerste dag word ik toegewezen aan het ‘Queensland Ammonium Nitrate Project Team’. Dit team is net gestart met de voorbereidingen voor de bouw van een enorme springstoffabriek voor de mijnbouwindustrie, die tweeduizend kilometer ten noorden van Melbourne in Queensland zal worden gebouwd. De fabriek produceert over twee jaar 515 ton ammoniumnitraat per dag.

De kloof tussen de universiteit en een groep ervaren ingenieurs die een project van 100 miljoen gulden in goede banen proberen te leiden, is uiteraard behoorlijk groot. Projectmanagement is een aspect dat nu eenmaal niet overvloedig belicht wordt in het verplichte programma van Werktuigbouwkunde. De Delftse fundamenten stellen je echter uitstekend in staat om nieuwe ervaringen systematisch te analyseren en maken het zodoende mogelijk deze op zijn minst te volgen.

En dan de rest: de stad Melbourne is met zijn 3,5 miljoen inwoners een attractie op zich. Ontelbaar veel suburbs met elk hun eigen kenmerken. De omgeving van Melbourne is zo divers als de stad zelf. Binnen tweehonderd kilometer bevinden zich woestijnen, bergen, regenwouden en verscheidene adembenemende kustlandschappen. Ook de fauna is een belevenis: dolfijnen, zeehonden, emu’s, walibi’s, wombats, papegaaien en natuurlijk kangoeroes zijn hier in het wild veel geziene beesten.

Daarbij zijn Australiërs vriendelijke, behulpzame en oprecht geïnteresseerde mensen. Zeker als je vertelt dat je uit Nederland komt.

Voor aankomende Delftse ingenieurs heeft een buitenlandse stage absoluut een toegevoegde waarde. De extra tijd en inspanning werden in mijn geval ruimschoots gecompenseerd door een fantastische periode in Australië.

Hij kan iedereen een soortgelijk tripje aanraden. Robin Ludwig, vijfdejaars werktuigbouw, mailt ons van down under, waar hij drie maanden stage loopt.

Alle vermoeidheid van een lange vlucht valt in één keer van me af, als ik op het vliegveld een bord zie met mijn naam erop. Erboven een vriendelijk gezicht, wat bij kennismaking mijn supervisor blijkt te zijn voor de komende drie maanden. Eindelijk: Melbourne. Na maanden van nauwkeurig voorbereiden en een weekje overleven rond Bangkok, begin ik met mijn laatstejaars stage.

Gewapend met mijn vers verkregen laptop ga ik vol enthousiasme aan de slag bij het Australische hoofdkantoor van Stork ICM. Vanaf de eerste dag word ik toegewezen aan het ‘Queensland Ammonium Nitrate Project Team’. Dit team is net gestart met de voorbereidingen voor de bouw van een enorme springstoffabriek voor de mijnbouwindustrie, die tweeduizend kilometer ten noorden van Melbourne in Queensland zal worden gebouwd. De fabriek produceert over twee jaar 515 ton ammoniumnitraat per dag.

De kloof tussen de universiteit en een groep ervaren ingenieurs die een project van 100 miljoen gulden in goede banen proberen te leiden, is uiteraard behoorlijk groot. Projectmanagement is een aspect dat nu eenmaal niet overvloedig belicht wordt in het verplichte programma van Werktuigbouwkunde. De Delftse fundamenten stellen je echter uitstekend in staat om nieuwe ervaringen systematisch te analyseren en maken het zodoende mogelijk deze op zijn minst te volgen.

En dan de rest: de stad Melbourne is met zijn 3,5 miljoen inwoners een attractie op zich. Ontelbaar veel suburbs met elk hun eigen kenmerken. De omgeving van Melbourne is zo divers als de stad zelf. Binnen tweehonderd kilometer bevinden zich woestijnen, bergen, regenwouden en verscheidene adembenemende kustlandschappen. Ook de fauna is een belevenis: dolfijnen, zeehonden, emu’s, walibi’s, wombats, papegaaien en natuurlijk kangoeroes zijn hier in het wild veel geziene beesten.

Daarbij zijn Australiërs vriendelijke, behulpzame en oprecht geïnteresseerde mensen. Zeker als je vertelt dat je uit Nederland komt.

Voor aankomende Delftse ingenieurs heeft een buitenlandse stage absoluut een toegevoegde waarde. De extra tijd en inspanning werden in mijn geval ruimschoots gecompenseerd door een fantastische periode in Australië.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.