Campus

Fax van verre

Sjef Peeraer, voormalig Orasser en al een dik jaar gewoon weer student werktuigbouw (vijfdejaars), probeert in gebrekkig Spaans in Mexico gasturbines te verkopen.

Dat hoort allemaal bij het stage lopen bij Asca Brown Boveri, afdeling verkoop thermo-elektrische centrales.

Terwijl ik in het vliegtuig krampachtig de laatste hoofdstukken van de WTM-cursus Spaans, de Delftse methode, probeer af te ronden, landen we in Mexico-stad. Tegen van alles en nog wat ingeënt, gewapend met traveller’s cheques en op het ergste voorbereid, stap ik dit Derde Wereldland binnen. Eerste indruk: spiegelende wolkenkrabbers, twaalfbaans wegen, hypermoderne metro en geldautomaten op iedere straathoek. Een splinterenieuwe Autobahn voert de gegoede Mexicaan in tweeëenhalf uur al autotelefonerend naar Acapulco. En dat voor maar tweehonderd gulden tol.

Voor de rijkere Mexicanen zijn de Derde Wereld-kenmerken hier goed gecamoufleerd. Ze worden keurig om de lelijke delen van de stad zonder water en licht heen geleid. Veel ‘goede’ wijken worden met slagbomen afgesloten opdat het ‘volk’ geen kauwgom kan komen verkopen of zeuren over auto’s wassen. Wel lastig dat ze, alvorens ze hun creditcard door de betaalsleuf bij de ingang van de discotheeek kunnen trekken, eerst nog over een legertje bedelende kinderen en oma’s heen moeten stappen. Op de terugweg is dat natuurlijk nog lastiger, met flink wat Corona’s – vijftien gulden per stuk – achter de kiezen.

Op mijn werk blijkt de mañana-(dat komt morgen wel)-mentaliteit van de Mexicanen geen fabeltje. Patience en Tetris spelen op de computer is hier bijzonder populair. ‘No te preocupes’ (maak je niet druk) is hier het motto en ze laten me dan ook gerust alleen naar een klant gaan om deze voor een duizelingwekkend bedrag van miljoenen USD een gasturbine aan te bieden waar ik niets van afweet en in een taal die ik niet beheers.

Met de WTM-cursus Spaans kun je hier trouwens aardig uit de voeten. Dat is ook wel nodig want er zijn hier maar weinig mensen die Engels spreken. Zelfs hier op kantoor, toch een internationaal opererend Europees bedrijf, is de beheersing van Engels vrij gebrekkig. Wel zijn veel mensen, als gevolg van het onlangs afgesloten NAFTA-akkoord met de VS en Canada, cursussen Engels aan het volgen.

Zondag vinden hier de zesjaarlijkse verkiezingen plaats. Dat zullen turbulente en misschien gewelddadige verkiezingen worden. De PRI (Partido Revolucionario Institucional) is hier al 65 jaar aan de macht en zij heeft de verkiezingen tot nu toe altijd op een ‘vuile’ manier gewonnen. Veel intimidatie in afvallige provincies, stembussen die zoekraken en dissidente journalisten die verdwijnen. Verder worden alle tv- en radiostations door de staat (lees PRI) gecontroleerd. Kranten die zich verschrijven krijgen eenvoudigweg geen papier meer; de staat heeft het papiermonopolie. Het overheidsapparaat is van hoog tot laag berucht om zijn corruptie. De PRI-presidentskandidaat Colosio, die beloofde de corruptie te bestrijden, is niet lang geleden en plein public vermoord.Door zijn eigen partij, naar iedereen aanneemt. De nieuwe kandidaat van de PRI is Ernesto Zedillo en wordt beschouwd alseen marionet, en zo ziet hij er ook uit. Hij belooft steeds elecciones limpias (‘schone’ verkiezingen) maar volgens de opiniepeilingen gelooft 57 procent hem niet. Als de PRI over drie dagen weer wint, is het niet onwaarschijnlijk dat er opstandjes uitbreken. De allerrijksten, vaak (ex-)politici, vertrekken alvast naar hun huizen in Spanje of de Verenigde Staten.
Sjef

Sjef Peeraer, voormalig Orasser en al een dik jaar gewoon weer student werktuigbouw (vijfdejaars), probeert in gebrekkig Spaans in Mexico gasturbines te verkopen. Dat hoort allemaal bij het stage lopen bij Asca Brown Boveri, afdeling verkoop thermo-elektrische centrales.

Terwijl ik in het vliegtuig krampachtig de laatste hoofdstukken van de WTM-cursus Spaans, de Delftse methode, probeer af te ronden, landen we in Mexico-stad. Tegen van alles en nog wat ingeënt, gewapend met traveller’s cheques en op het ergste voorbereid, stap ik dit Derde Wereldland binnen. Eerste indruk: spiegelende wolkenkrabbers, twaalfbaans wegen, hypermoderne metro en geldautomaten op iedere straathoek. Een splinterenieuwe Autobahn voert de gegoede Mexicaan in tweeëenhalf uur al autotelefonerend naar Acapulco. En dat voor maar tweehonderd gulden tol.

Voor de rijkere Mexicanen zijn de Derde Wereld-kenmerken hier goed gecamoufleerd. Ze worden keurig om de lelijke delen van de stad zonder water en licht heen geleid. Veel ‘goede’ wijken worden met slagbomen afgesloten opdat het ‘volk’ geen kauwgom kan komen verkopen of zeuren over auto’s wassen. Wel lastig dat ze, alvorens ze hun creditcard door de betaalsleuf bij de ingang van de discotheeek kunnen trekken, eerst nog over een legertje bedelende kinderen en oma’s heen moeten stappen. Op de terugweg is dat natuurlijk nog lastiger, met flink wat Corona’s – vijftien gulden per stuk – achter de kiezen.

Op mijn werk blijkt de mañana-(dat komt morgen wel)-mentaliteit van de Mexicanen geen fabeltje. Patience en Tetris spelen op de computer is hier bijzonder populair. ‘No te preocupes’ (maak je niet druk) is hier het motto en ze laten me dan ook gerust alleen naar een klant gaan om deze voor een duizelingwekkend bedrag van miljoenen USD een gasturbine aan te bieden waar ik niets van afweet en in een taal die ik niet beheers.

Met de WTM-cursus Spaans kun je hier trouwens aardig uit de voeten. Dat is ook wel nodig want er zijn hier maar weinig mensen die Engels spreken. Zelfs hier op kantoor, toch een internationaal opererend Europees bedrijf, is de beheersing van Engels vrij gebrekkig. Wel zijn veel mensen, als gevolg van het onlangs afgesloten NAFTA-akkoord met de VS en Canada, cursussen Engels aan het volgen.

Zondag vinden hier de zesjaarlijkse verkiezingen plaats. Dat zullen turbulente en misschien gewelddadige verkiezingen worden. De PRI (Partido Revolucionario Institucional) is hier al 65 jaar aan de macht en zij heeft de verkiezingen tot nu toe altijd op een ‘vuile’ manier gewonnen. Veel intimidatie in afvallige provincies, stembussen die zoekraken en dissidente journalisten die verdwijnen. Verder worden alle tv- en radiostations door de staat (lees PRI) gecontroleerd. Kranten die zich verschrijven krijgen eenvoudigweg geen papier meer; de staat heeft het papiermonopolie. Het overheidsapparaat is van hoog tot laag berucht om zijn corruptie. De PRI-presidentskandidaat Colosio, die beloofde de corruptie te bestrijden, is niet lang geleden en plein public vermoord.Door zijn eigen partij, naar iedereen aanneemt. De nieuwe kandidaat van de PRI is Ernesto Zedillo en wordt beschouwd alseen marionet, en zo ziet hij er ook uit. Hij belooft steeds elecciones limpias (‘schone’ verkiezingen) maar volgens de opiniepeilingen gelooft 57 procent hem niet. Als de PRI over drie dagen weer wint, is het niet onwaarschijnlijk dat er opstandjes uitbreken. De allerrijksten, vaak (ex-)politici, vertrekken alvast naar hun huizen in Spanje of de Verenigde Staten.
Sjef

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.