Campus

Fax van verre

Zesdejaars Industrieel Ontwerpen Joep Ketelaar loopt stage bij Philips Telecom, Private Mobile Radio in Cambridge. De plaatselijke universiteit voorziet in de toeristische attracties.

br />
In de fabriek waar ik werk, maken 1500 werknemers allerlei communicatieapparatuur; van semafoons en politieradio’s, tot allerlei touch-screen applicaties. Ik zit op de afdeling mechanical development en houd mij bezig met een onderzoekje naar simulatie-programmatuur. Ik had nooit gedacht dat ik mij, na sterkteleer binnengehaald te hebben, ooit nog met eindige elementen zou bezighouden. Maar als je wil voorspellen of je semafoon heel blijft als je hem tegen de muur smijt – een bekende verkoopstunt – dan moet je wel.

Mijn collega’s zijn wel een stelletje wetenschappers bij elkaar; oude mannen met witte jassen, lange baarden, dikke brillen en walkman op, die giechelend elastiekjes naar elkaar schieten. Ik kàn er naast zitten, maar The Far Side Gallery lijkt zijn oorsprong in Philips Cambridge te vinden. Verrast was ik ook door het echte Engels; volwassen mannen begroeten elkaar met een vrolijk cheerio. Verder zijn smashing, hilarious en excellent de populairste stopwoorden op de werkvloer. En bucket! natuurlijk, wat is afgeleid van fuck it.

Vlak voor dat ik naar Engeland vertrok kwam de onderhuurder van mijn kamer nog even langs. Cambridge, zo verzekerde deze Italiaanse student mij, dat was net zoiets als Delft. ,,Oud, toeristisch en veel studenten”. Ik verborg mijn teleurstelling want daarvoor ging ik niet naar Engeland.

Ik ben er nu twee weken en hij zat er gelukkig ver naast. Hèt grote verschil met Delft is wel dat in Cambridge de studenten en de universiteit de toeristische attractie vormen. Je kunt ansichtkaarten kopen met studenten erop afgebeeld die hun bul ontvangen of aan het roeien zijn. Zelfs galabal-taferelen staan op de kaarten. Gelukkig hebben ze wel een slechte naam, want een kok van een college vertrouwde me toe dat ze zelfs bij de lunch stomdronken zijn en het eten naar zijn hoofd smijten.

Op straat lopen ze praktisch allemaal in pak en dat zijn dan wel iets andere (lees: Armani) dan die Delftse studenten wel eens plegen te dragen. Met strik vaak, en nog vaker met toga. Tot tien jaar terug was het voor studenten zelfs verboden je op straat te begeven zonder toga aan. Zo waren ze goed te herkennen door de controleurs van de colleges, die op straat en in pubs patrouilleerden, op de uitkijk voor balorige studenten. Nu het dragen van een toga niet meer verplicht is, is dat geen reden hem thuis te laten; in de meeste colleges wordt het niet gewaardeerd zonder aan tafel te verschijnen.

De universiteit bezit praktisch het gehele centrum van Cambridge en ik ben dan ook wel enigszins jaloers op de woonruimte van de studenten hier. Zij wonen bijna allemaal in de colleges. Gedwongen door ruimtetekort hebben deze colleges een prima selectiemethode bedacht: als je cijfers niet hoog genoeg zijn, word je eruit gezet en mag je zelf een kamer gaan zoeken in de stad.

Zesdejaars Industrieel Ontwerpen Joep Ketelaar loopt stage bij Philips Telecom, Private Mobile Radio in Cambridge. De plaatselijke universiteit voorziet in de toeristische attracties.

In de fabriek waar ik werk, maken 1500 werknemers allerlei communicatieapparatuur; van semafoons en politieradio’s, tot allerlei touch-screen applicaties. Ik zit op de afdeling mechanical development en houd mij bezig met een onderzoekje naar simulatie-programmatuur. Ik had nooit gedacht dat ik mij, na sterkteleer binnengehaald te hebben, ooit nog met eindige elementen zou bezighouden. Maar als je wil voorspellen of je semafoon heel blijft als je hem tegen de muur smijt – een bekende verkoopstunt – dan moet je wel.

Mijn collega’s zijn wel een stelletje wetenschappers bij elkaar; oude mannen met witte jassen, lange baarden, dikke brillen en walkman op, die giechelend elastiekjes naar elkaar schieten. Ik kàn er naast zitten, maar The Far Side Gallery lijkt zijn oorsprong in Philips Cambridge te vinden. Verrast was ik ook door het echte Engels; volwassen mannen begroeten elkaar met een vrolijk cheerio. Verder zijn smashing, hilarious en excellent de populairste stopwoorden op de werkvloer. En bucket! natuurlijk, wat is afgeleid van fuck it.

Vlak voor dat ik naar Engeland vertrok kwam de onderhuurder van mijn kamer nog even langs. Cambridge, zo verzekerde deze Italiaanse student mij, dat was net zoiets als Delft. ,,Oud, toeristisch en veel studenten”. Ik verborg mijn teleurstelling want daarvoor ging ik niet naar Engeland.

Ik ben er nu twee weken en hij zat er gelukkig ver naast. Hèt grote verschil met Delft is wel dat in Cambridge de studenten en de universiteit de toeristische attractie vormen. Je kunt ansichtkaarten kopen met studenten erop afgebeeld die hun bul ontvangen of aan het roeien zijn. Zelfs galabal-taferelen staan op de kaarten. Gelukkig hebben ze wel een slechte naam, want een kok van een college vertrouwde me toe dat ze zelfs bij de lunch stomdronken zijn en het eten naar zijn hoofd smijten.

Op straat lopen ze praktisch allemaal in pak en dat zijn dan wel iets andere (lees: Armani) dan die Delftse studenten wel eens plegen te dragen. Met strik vaak, en nog vaker met toga. Tot tien jaar terug was het voor studenten zelfs verboden je op straat te begeven zonder toga aan. Zo waren ze goed te herkennen door de controleurs van de colleges, die op straat en in pubs patrouilleerden, op de uitkijk voor balorige studenten. Nu het dragen van een toga niet meer verplicht is, is dat geen reden hem thuis te laten; in de meeste colleges wordt het niet gewaardeerd zonder aan tafel te verschijnen.

De universiteit bezit praktisch het gehele centrum van Cambridge en ik ben dan ook wel enigszins jaloers op de woonruimte van de studenten hier. Zij wonen bijna allemaal in de colleges. Gedwongen door ruimtetekort hebben deze colleges een prima selectiemethode bedacht: als je cijfers niet hoog genoeg zijn, word je eruit gezet en mag je zelf een kamer gaan zoeken in de stad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.