Campus

Fax van verre

Hoe een knusgroen eiland in de ‘gordel van smaragd’ een Delftse chemicus terugvoert naar Nice, Venetië en …de Mekelweg. Nieuwe inzendingen voor deze rubriek-van-overzee blijven trouwens welkom.

br />
Het was overal wit van de sneeuwresten van najaar 1994 toen ik voor de ‘allerlaatste’ keer op Schiphol op het vliegtuig stapte. Alsof het land mij een knuswit Nederland als herinnering mee wilde geven. Maar dat terzijde.

Ik denk er toevallig aan terwijl ik ondertussen het zweet van mijn voorhoofd veeg in het propellervliegtuigje waar ik net op overgestapt ben. Negen uur in de ochtend, het vliegtuigje vertrekt en we zweven boven oost-Kalimantan, richting Bontang. Een klein, groeiend industriegebied op dit eiland dat vroeger vaak Borneo werd genoemd. De streek is net zo onbekend voor mij als voor ieder van mijn huisgenoten van eertijds in de Gimmie Shelter.

Ik denk er ook toevallig aan als ik door het raampje naar beneden kijk en de kleine ‘dessa’-tjes zie. Kleine groepjes huisjes als clusters verspreid over het groen van de bossen. Verbonden door ietwat bochtige aarden weggetjes. Vaak staat naast een huisje een van die parabolische tv-antennes. Het beeld van een primitief oerwoud dat in mijn hoofd zat vervaagt. Als we de landingsbaan bereiken wordt mijn aandacht getrokken door veldjes met een veel lichtere groene kleur dan de omgeving: golfbanen.

Een half uur later sta ik al op het fabrieksterrein van PT Pupuk Kalimantan Timur, een overheidsbedrijf, waar ik een werkbezoek van een aantal weken breng. Er is hier veel aardgas en er wordt goed gebruik van gemaakt. Daarvan getuigen drie grote kunstmestfabrieken en de andere ontwikkelingen die gaande zijn. Nieuwe chemische fabrieken worden uit de grond gestampt, volop in samenwerking met het buitenland. Voorbeeldje: een vanuit Nederland verhuisde melaminefabriek van DSM wordt nu hier in elkaar gezet. De chemische industrial estate die hier aan het ontstaan is doet mijn scheikundig hartje even sneller kloppen.

Het valt mij wel op dat er weinig sawah’s zijn, misschien door het hobbelige landschap. Veel groen is er wel. Er zijn veel bananen- of rubberplantages. Zo tussen de dikke bossen die langs de weg naar de provinciale hoofdstad Samarinda staan. Het weekend dat ik daar doorbreng doet me denken aan Europa. De stad is in tweeën gedeeld door de wijde Mahakamrivier, wat mij aan de Waal herinnert. En de lange weg die langs de rivier loopt doet mij denken aan de Boulevard des Anglais in Nice. Nog een sterk Europees tafereel is het koffiedrinken op een plein aan de kant van de rivier. Lijkt wel Venetië op een zwoele zomeravond.

De stilte van Bontang is voorts wel erg Delfts, of Mekelwegs. En dat is een van de dingen waar ik het meest heimwee naar heb. Het beeld van het weggetje waar na achten ’s avonds weinig tot geen auto’s meer rijden. Dat heb je niet inJakarta, en dat beleef ik weer in Bontang. Althans voor even, want de weken denderen snel voorbij. En voor ik het weet zit weer in het propellervliegtuigje.

Het is overal groen, en als het vliegtuig vertrekt realiseer ik me wat ik nu voor de tweede keer verlaat. Een soms vreselijke, maar toch rustige stilte, dit keer niet van Delft maar van een knusgroen eiland.

Hoe een knusgroen eiland in de ‘gordel van smaragd’ een Delftse chemicus terugvoert naar Nice, Venetië en …de Mekelweg. Nieuwe inzendingen voor deze rubriek-van-overzee blijven trouwens welkom.

Het was overal wit van de sneeuwresten van najaar 1994 toen ik voor de ‘allerlaatste’ keer op Schiphol op het vliegtuig stapte. Alsof het land mij een knuswit Nederland als herinnering mee wilde geven. Maar dat terzijde.

Ik denk er toevallig aan terwijl ik ondertussen het zweet van mijn voorhoofd veeg in het propellervliegtuigje waar ik net op overgestapt ben. Negen uur in de ochtend, het vliegtuigje vertrekt en we zweven boven oost-Kalimantan, richting Bontang. Een klein, groeiend industriegebied op dit eiland dat vroeger vaak Borneo werd genoemd. De streek is net zo onbekend voor mij als voor ieder van mijn huisgenoten van eertijds in de Gimmie Shelter.

Ik denk er ook toevallig aan als ik door het raampje naar beneden kijk en de kleine ‘dessa’-tjes zie. Kleine groepjes huisjes als clusters verspreid over het groen van de bossen. Verbonden door ietwat bochtige aarden weggetjes. Vaak staat naast een huisje een van die parabolische tv-antennes. Het beeld van een primitief oerwoud dat in mijn hoofd zat vervaagt. Als we de landingsbaan bereiken wordt mijn aandacht getrokken door veldjes met een veel lichtere groene kleur dan de omgeving: golfbanen.

Een half uur later sta ik al op het fabrieksterrein van PT Pupuk Kalimantan Timur, een overheidsbedrijf, waar ik een werkbezoek van een aantal weken breng. Er is hier veel aardgas en er wordt goed gebruik van gemaakt. Daarvan getuigen drie grote kunstmestfabrieken en de andere ontwikkelingen die gaande zijn. Nieuwe chemische fabrieken worden uit de grond gestampt, volop in samenwerking met het buitenland. Voorbeeldje: een vanuit Nederland verhuisde melaminefabriek van DSM wordt nu hier in elkaar gezet. De chemische industrial estate die hier aan het ontstaan is doet mijn scheikundig hartje even sneller kloppen.

Het valt mij wel op dat er weinig sawah’s zijn, misschien door het hobbelige landschap. Veel groen is er wel. Er zijn veel bananen- of rubberplantages. Zo tussen de dikke bossen die langs de weg naar de provinciale hoofdstad Samarinda staan. Het weekend dat ik daar doorbreng doet me denken aan Europa. De stad is in tweeën gedeeld door de wijde Mahakamrivier, wat mij aan de Waal herinnert. En de lange weg die langs de rivier loopt doet mij denken aan de Boulevard des Anglais in Nice. Nog een sterk Europees tafereel is het koffiedrinken op een plein aan de kant van de rivier. Lijkt wel Venetië op een zwoele zomeravond.

De stilte van Bontang is voorts wel erg Delfts, of Mekelwegs. En dat is een van de dingen waar ik het meest heimwee naar heb. Het beeld van het weggetje waar na achten ’s avonds weinig tot geen auto’s meer rijden. Dat heb je niet inJakarta, en dat beleef ik weer in Bontang. Althans voor even, want de weken denderen snel voorbij. En voor ik het weet zit weer in het propellervliegtuigje.

Het is overal groen, en als het vliegtuig vertrekt realiseer ik me wat ik nu voor de tweede keer verlaat. Een soms vreselijke, maar toch rustige stilte, dit keer niet van Delft maar van een knusgroen eiland.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.