Onderwijs

Ereprof in het land van Dracula

Hard lachend wijst prof.dr. Joop Schoonman op een foto van zichzelf in een toga, uitbundig versierd met gouden strepen. Hij kreeg de toga toen hij eredoctor werd van de universiteit van Braşov in Transsylvanië.

“Hij is zo wild, dat ik hem bijna niet durf te dragen”, zegt Schoonman. Het eredoctoraat en een eerder ereprofessoraat aan dezelfde universiteit kreeg de hoogleraar als dank voor zijn inzet voor het instituut.

Tien jaar geleden werd het eerste contact gelegd. Een limousine stopte voor de toenmalige faculteit der Scheikundige Technologie en Materiaalkunde waarvan Schoonman destijds decaan was. De ambassadeur van Roemenië stapte uit met de vraag of de TU Delft wilde samenwerken met de universiteit in het gebied Transsylvanië. Niet veel later arriveerden Schoonman en zijn vrouw, dr. Marina van Geenhuizen, universitair hoofddocent bij Techniek, Bestuur en Management, in Boekarest. Ze reisden door de bergen naar het noorden. Naar het gebied van graaf Dracula, de knoflookhatende vampier die, zonder enig respect voor tafelmanieren, zijn scherpe tanden in de nek van zijn slachtoffer zet om het bloed eruit te zuigen. Het kasteel van Dracula staat slechts dertig kilometer van de universiteit van Braşov. En de sfeer was er tien jaar geleden misschien wel een beetje gelijk.

“Met de apparatuur die toen op de scheikundefaculteit stond, had Justus von Liebig uitstekend uit de voeten gekund”, zegt Schoonman. Deze Duitse chemicus was, gezien zijn sterfjaar 1873, niet erg moderne apparatuur gewend. “Het was duidelijk dat Delftse studenten in Transsylvanië niet veel nieuws konden leren. Maar we hebben besloten daar iets aan te doen.”

Schoonman begon met het geven van colleges. Het eerste jaar samen met een Roemeense collega, die naast hem stond om het Engels te vertalen. Nog steeds reist Schoonman drie tot vier keer per jaar naar Transsylvanië. Maar de Roemeense stafleden komen ook regelmatig naar Delft. “De eerste keer sliepen ze bijna in de bibliotheek en keerden ze terug met kilo’s fotokopieën van de literatuur die ze hier vonden”, herinnert Schoonman zich. Wat de hoogleraar ook opviel was de samenstelling van het wetenschappelijke personeel in Braşov. “In tegenstelling tot Delft zijn bijna alle studenten, stafleden en hoogleraren vrouwen.”

In tien jaar is er veel veranderd. In samenwerking met Delft en met fondsen uit Brussel richtte de Transsylvanische universiteit een onderzoekscentrum op voor duurzame ontwikkeling. “Een aantal onderwerpen is nauw gelieerd aan wat wij hier doen, bijvoorbeeld het zoeken van manieren om zonne-energie op te slaan. De universiteit van Braşov wordt niet meteen MIT, Stanford of Delft”, zegt Schoonman. “Maar de rector heeft de ambitie in de wereldwijde top 500 van universiteiten te komen en de vooruitgang is groot. Ik vind het een groot genoegen dat ik daar een klein steentje aan heb kunnen bijdragen.”

Maaike Muller

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Hard lachend wijst prof.dr. Joop Schoonman op een foto van zichzelf in een toga, uitbundig versierd met gouden strepen. Hij kreeg de toga toen hij eredoctor werd van de universiteit van Braşov in Transsylvanië. “Hij is zo wild, dat ik hem bijna niet durf te dragen”, zegt Schoonman. Het eredoctoraat en een eerder ereprofessoraat aan dezelfde universiteit kreeg de hoogleraar als dank voor zijn inzet voor het instituut.

Tien jaar geleden werd het eerste contact gelegd. Een limousine stopte voor de toenmalige faculteit der Scheikundige Technologie en Materiaalkunde waarvan Schoonman destijds decaan was. De ambassadeur van Roemenië stapte uit met de vraag of de TU Delft wilde samenwerken met de universiteit in het gebied Transsylvanië. Niet veel later arriveerden Schoonman en zijn vrouw, dr. Marina van Geenhuizen, universitair hoofddocent bij Techniek, Bestuur en Management, in Boekarest. Ze reisden door de bergen naar het noorden. Naar het gebied van graaf Dracula, de knoflookhatende vampier die, zonder enig respect voor tafelmanieren, zijn scherpe tanden in de nek van zijn slachtoffer zet om het bloed eruit te zuigen. Het kasteel van Dracula staat slechts dertig kilometer van de universiteit van Braşov. En de sfeer was er tien jaar geleden misschien wel een beetje gelijk.

“Met de apparatuur die toen op de scheikundefaculteit stond, had Justus von Liebig uitstekend uit de voeten gekund”, zegt Schoonman. Deze Duitse chemicus was, gezien zijn sterfjaar 1873, niet erg moderne apparatuur gewend. “Het was duidelijk dat Delftse studenten in Transsylvanië niet veel nieuws konden leren. Maar we hebben besloten daar iets aan te doen.”

Schoonman begon met het geven van colleges. Het eerste jaar samen met een Roemeense collega, die naast hem stond om het Engels te vertalen. Nog steeds reist Schoonman drie tot vier keer per jaar naar Transsylvanië. Maar de Roemeense stafleden komen ook regelmatig naar Delft. “De eerste keer sliepen ze bijna in de bibliotheek en keerden ze terug met kilo’s fotokopieën van de literatuur die ze hier vonden”, herinnert Schoonman zich. Wat de hoogleraar ook opviel was de samenstelling van het wetenschappelijke personeel in Braşov. “In tegenstelling tot Delft zijn bijna alle studenten, stafleden en hoogleraren vrouwen.”

In tien jaar is er veel veranderd. In samenwerking met Delft en met fondsen uit Brussel richtte de Transsylvanische universiteit een onderzoekscentrum op voor duurzame ontwikkeling. “Een aantal onderwerpen is nauw gelieerd aan wat wij hier doen, bijvoorbeeld het zoeken van manieren om zonne-energie op te slaan. De universiteit van Braşov wordt niet meteen MIT, Stanford of Delft”, zegt Schoonman. “Maar de rector heeft de ambitie in de wereldwijde top 500 van universiteiten te komen en de vooruitgang is groot. Ik vind het een groot genoegen dat ik daar een klein steentje aan heb kunnen bijdragen.”

Maaike Muller

(Illustratie: Floris Wiegerinck)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.