De aandacht voor excellentie in de wetenschap is doorgeschoten, vindt het Rathenau Instituut. Vakgebieden raken in de verdrukking en het onderwijs lijdt eronder.
De afgelopen dertig jaar heeft de politiek er alles aan gedaan om excellentie in de wetenschap te bevorderen: er zijn allerlei beurzen die verdeeld worden onder de beste wetenschappers. Aanvragers moeten met elkaar concurreren om het geld.
Het budget voor ‘excellent onderzoek’ is meer dan verdubbeld van 160 miljoen euro in 2006 tot 370 miljoen euro in 2016. Onderzoekers strijden zowel in eigen land als in Europa om geld.
Ook voor de TU Delft is excellentie een belangrijk streven, blijkt uit het Strategisch Kader 2018-2024. Excellentie is daarin naast ‘impact, betrokkenheid en openheid’ een van de vier ‘belangrijkste karakteristieke uitgangspunten’ voor de komende jaren. Bij de presentatie van het plan zei toenmalig collegelid Anka Mulder daarover dat de focus op excellentie nodig is om bij te kunnen dragen aan een betere maatschappij.
Tijd kwijt
De aandacht voor excellentie verdient ‘heroverweging’, schrijft het Rathenau Instituut nu in Excellent is niet gewoon, een rapport met een advies aan het parlement. Wetenschappers zijn steeds meer tijd kwijt aan die onderlinge competitie, terwijl de onderlinge kwaliteitsverschillen niet zo groot zijn.
‘Het is vreemd dat iedereen excellent zou moeten zijn’
En ‘gewoon onderzoek’ is ook waardevol, wil het Rathenau onderstrepen. Het hoeft niet allemaal excellent te zijn. Het is vreemd dat iedereen excellent zou moeten zijn. Dat kan per definitie niet. Bovendien heb je het probleem dat kwaliteit niet altijd wordt herkend, als een wetenschapper nogal individueel bezig is of weinig gangbaar onderzoek doet.
Misschien moeten die excellentieprogramma’s zich voortaan op werkelijk uitzonderlijke wetenschap richten, overweegt het Rathenau. Dan is er aanzienlijk minder budget nodig voor de zogeheten Veni-, Vidi- en Vicibeurzen (voor excellente wetenschappers in verschillende stadia van hun loopbaan). Het overgebleven geld zou je kunnen besteden aan thematisch onderzoek of gewoon rechtstreeks aan de universiteiten kunnen geven, die het naar eigen inzicht kunnen besteden.
Differentiëren
Zo niet, dan moet in elk geval de definitie van excellent eens tegen het licht worden gehouden. “Nu is het predicaat excellent voorbehouden aan uitstekend fundamenteel onderzoek dat in toptijdschriften terechtkomt”, stelt Rathenau. “Maak het ook van toepassing op uitstekend onderwijs, bijzondere samenwerkingsvormen, exceptionele valorisatieactiviteiten, en dergelijke.”
Het rapport past in stroom kritiek op werkdruk
Dat laatste is overigens niet zaligmakend, zeggen de onderzoekers erbij. Het voordeel is dat je dan op allerlei manieren excellent kunt zijn, maar het nadeel is dat dezelfde problemen dan ook zullen opduiken bij excellent onderwijs, excellente samenwerking enzovoorts.
Het rapport past in een stroom van kritiek op competitie en werkdruk in de wetenschap, waar ook het onderwijs onder te lijden heeft. Protestbeweging WOinActie wil dat de overheid beduidend meer geld uitgeeft aan hoger onderwijs en onderzoek, en hoopt dat de werkdruk dan omlaag gaat. Anderen, zoals hoogleraar Willem Schinkel, benadrukken dat de werkdruk vooral uit het systeem zelf komt, nog los van het precieze budget.
HOP, Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.