In de onsluiting van Internet aan de TU is in een jaar tijd een ,,enorme stap voorwaarts” gezet, aldus het eindrapport van de projectgroep ‘Internetfaciliteiten voor Studenten en Medewerkers’ (ISM), dat vorige week verscheen.
De projectgroep, een gezamenlijke dochter van het Rekencentrum en de voorlichtingsdienst, mocht 270.000 gulden uitgeven om elke TU’er toegang te verschaffen tot de Infobahn.
Met vrijwel alle beheerseenheden overlegde het ISM-team, voorgezeten door ir. F. Hospers, het afgelopen jaar over de te volgen aanpak. Daarbij draaide het om voorlichting, en afspraken over standaardisatie en ondersteuning. Faculteiten konden subsidie aanvragen voor het inrichten van werkplekken, en aanschaf of uitbreiding van apparatuur. In totaal werd bijna twee ton toegezegd, waarvan inmiddels een kwart is uitgekeerd.
De werkgroep durft niet te garanderen dat algemene toegang voor iedere TU-medewerker in de herfst van 1996 zal zijn bewerkstelligd, maar het eindrapport spreekt van ,,een enorme stap voorwaarts” ten opzichte van de situatie in mei 1994. ,,Een tussenmeting wettigt de verwachting dat het wel zal lukken.”
Over de realisering van een Delfts universitair informatiesysteem toont het rapport zich eveneens optimistisch. Ook hier zien de samenstellers ,,een enorme stap voorwaarts”, hoewel de huidige inhoud vooral onafhankelijk van het ISM-project tot stand kwam. Zo wordt de hoofdingang – de home page – van de TU Delft, in 1993 ad hoc opgezet door dr. W. Penninx, nog altijd door de faculteit Wiskunde en Informatica beheerd.
De Oras, instigator van het plan ‘Iedereen op het Net!’, reageert gematigd positief op het eindrapport. ,,De basisvoorzieningen beginnen zich af te tekenen”, vindt woordvoerder M. Blom. ,,Maar de toepassingen van de infrastructuur zijn een beetje onderbelicht. Alleen de mogelijkheid bieden is niet voldoende.”
Het bedrag van 270.000 gulden was februari vorig jaar beschikbaar gesteld door de universiteitsraad, naar aanleiding van een uit 1993 daterende Oras-notitie. De studentenfractie had daarin een achterstand van de TU Delft in de ontsluiting van het Internet geconstateerd, en voorgesteld om de toegang en het gebruik van het netwerk met centrale middelen te stimuleren.
De projectgroep vertaalde het raadsbesluit in twee doelen. Per september 1996 moeten alle studenten en medewerkers die daaraan behoefte hebben, over ten minste e-mail en World Wide Web (WWW) kunnen beschikken. Een elektronische postbus is een minimale vereiste om via het nieuwe medium te kunnen communiceren. WWW heeft het Internet sinds de introductie van grafische navigatiesoftware stormenderhand veroverd en is verreweg de comfortabelste manier om de infozee te bevaren.
Verder wilde het ISM-team zo snel mogelijk een Delft University of Technology Information System (DUTIS) inrichten waarmee universiteit, faculteiten en diensten zich inCyberspace presenteren. Reeds bestaande initiatieven, waaronder WWW-pagina’s van verschillende faculteiten en het gopher-zoeksysteem van het Rekencentrum, zouden in dit Delftse subweb worden ondergebracht. (G.J.t.D.)
Het eindrapport zou volgens de projectgroep te lezen zijn via de gopher van het Rekencentrum. Woensdagochtend was dit echter nog niet het geval.
In de onsluiting van Internet aan de TU is in een jaar tijd een ,,enorme stap voorwaarts” gezet, aldus het eindrapport van de projectgroep ‘Internetfaciliteiten voor Studenten en Medewerkers’ (ISM), dat vorige week verscheen. De projectgroep, een gezamenlijke dochter van het Rekencentrum en de voorlichtingsdienst, mocht 270.000 gulden uitgeven om elke TU’er toegang te verschaffen tot de Infobahn.
Met vrijwel alle beheerseenheden overlegde het ISM-team, voorgezeten door ir. F. Hospers, het afgelopen jaar over de te volgen aanpak. Daarbij draaide het om voorlichting, en afspraken over standaardisatie en ondersteuning. Faculteiten konden subsidie aanvragen voor het inrichten van werkplekken, en aanschaf of uitbreiding van apparatuur. In totaal werd bijna twee ton toegezegd, waarvan inmiddels een kwart is uitgekeerd.
De werkgroep durft niet te garanderen dat algemene toegang voor iedere TU-medewerker in de herfst van 1996 zal zijn bewerkstelligd, maar het eindrapport spreekt van ,,een enorme stap voorwaarts” ten opzichte van de situatie in mei 1994. ,,Een tussenmeting wettigt de verwachting dat het wel zal lukken.”
Over de realisering van een Delfts universitair informatiesysteem toont het rapport zich eveneens optimistisch. Ook hier zien de samenstellers ,,een enorme stap voorwaarts”, hoewel de huidige inhoud vooral onafhankelijk van het ISM-project tot stand kwam. Zo wordt de hoofdingang – de home page – van de TU Delft, in 1993 ad hoc opgezet door dr. W. Penninx, nog altijd door de faculteit Wiskunde en Informatica beheerd.
De Oras, instigator van het plan ‘Iedereen op het Net!’, reageert gematigd positief op het eindrapport. ,,De basisvoorzieningen beginnen zich af te tekenen”, vindt woordvoerder M. Blom. ,,Maar de toepassingen van de infrastructuur zijn een beetje onderbelicht. Alleen de mogelijkheid bieden is niet voldoende.”
Het bedrag van 270.000 gulden was februari vorig jaar beschikbaar gesteld door de universiteitsraad, naar aanleiding van een uit 1993 daterende Oras-notitie. De studentenfractie had daarin een achterstand van de TU Delft in de ontsluiting van het Internet geconstateerd, en voorgesteld om de toegang en het gebruik van het netwerk met centrale middelen te stimuleren.
De projectgroep vertaalde het raadsbesluit in twee doelen. Per september 1996 moeten alle studenten en medewerkers die daaraan behoefte hebben, over ten minste e-mail en World Wide Web (WWW) kunnen beschikken. Een elektronische postbus is een minimale vereiste om via het nieuwe medium te kunnen communiceren. WWW heeft het Internet sinds de introductie van grafische navigatiesoftware stormenderhand veroverd en is verreweg de comfortabelste manier om de infozee te bevaren.
Verder wilde het ISM-team zo snel mogelijk een Delft University of Technology Information System (DUTIS) inrichten waarmee universiteit, faculteiten en diensten zich inCyberspace presenteren. Reeds bestaande initiatieven, waaronder WWW-pagina’s van verschillende faculteiten en het gopher-zoeksysteem van het Rekencentrum, zouden in dit Delftse subweb worden ondergebracht. (G.J.t.D.)
Het eindrapport zou volgens de projectgroep te lezen zijn via de gopher van het Rekencentrum. Woensdagochtend was dit echter nog niet het geval.
Comments are closed.