Onderwijs

Energiebeleid zorgt niet voor innovatie

Het doel van het energieprestatiebeleid is energiebesparing in woonhuizen. Maar volgens dr.ir. Milou Beerepoot (OTB) zijn de doelstellingen te weinig ambitieus en hebben ze niet tot innovaties geleid.

Het energieprestatiebeleid, dat in Nederland in 1996 werd ingevoerd, bestaat uit energiegebruiksnormen voor nieuwbouwwoningen. Volgens het onderzoek van Beerepoot heeft het wel tot enige verbetering van energie-efficiëntie in de bouw geleid, maar niet spectaculair. Verbeteringen in de woningisolatie, rendementsverbeteringen van de verwarming en betere ventilatoren zijn grotendeels terug te voeren op autonome technologische verbeteringen. Innovatie wordt niet afgedwongen.

“De overheid stelt eisen in overleg met de markt,” vertelt Beerepoot. Ze promoveerde onlangs aan het Delftse onderzoeksinstituut OTB voor wonen, bouwen en gebouwde omgeving. “De overheid heeft zich in de vaststelling van normen te veel laten leiden door bouwers en installateurs. Er moet meer sturing komen vanuit de overheid en meer verantwoordelijkheid worden neergelegd bij de bouwsector zelf.” Als voorbeeld van daadkrachtig energiebeleid noemt de promovendus Engeland en Schotland, waar de bouwsector zich conformeert aan de doelstelling om nieuwbouwhuizen vanaf 2016 klimaatneutraal te laten zijn. Zulke maatregelen leiden tot inzet van nieuwe technologie en innovatie.

Het Nederlandse energieprestatiebeleid daarentegen heeft in de periode 1996-2003 nauwelijks tot extra zonneboilers of warmtepompen geleid. Als verklaring voert Beerepoot aan dat aannemers geacht worden energiebesparende innovaties te introduceren die henzelf geen winst of concurrentievoordeel opleveren. Dat motiveert niet echt. Ook is er weinig communicatie tussen de bouwende partijen en leveranciers van verwarmingstechnologie, waardoor innovatie niet gestimuleerd wordt. Het zou effectiever zijn, zegt Beerepoot, om het beleid rechtstreeks op fabrikanten van energietechnologieën te richten. Verder bepleit ze om het energieprestatiebeleid ook per wijk te laten gelden, waardoor bijvoorbeeld de aanleg van een kleine biomassacentrale aantrekkelijk zou worden. (JW)

Milou Beerepoot, ‘Energy policy instruments and technical change in the residential building sector’

Het energieprestatiebeleid, dat in Nederland in 1996 werd ingevoerd, bestaat uit energiegebruiksnormen voor nieuwbouwwoningen. Volgens het onderzoek van Beerepoot heeft het wel tot enige verbetering van energie-efficiëntie in de bouw geleid, maar niet spectaculair. Verbeteringen in de woningisolatie, rendementsverbeteringen van de verwarming en betere ventilatoren zijn grotendeels terug te voeren op autonome technologische verbeteringen. Innovatie wordt niet afgedwongen.

“De overheid stelt eisen in overleg met de markt,” vertelt Beerepoot. Ze promoveerde onlangs aan het Delftse onderzoeksinstituut OTB voor wonen, bouwen en gebouwde omgeving. “De overheid heeft zich in de vaststelling van normen te veel laten leiden door bouwers en installateurs. Er moet meer sturing komen vanuit de overheid en meer verantwoordelijkheid worden neergelegd bij de bouwsector zelf.” Als voorbeeld van daadkrachtig energiebeleid noemt de promovendus Engeland en Schotland, waar de bouwsector zich conformeert aan de doelstelling om nieuwbouwhuizen vanaf 2016 klimaatneutraal te laten zijn. Zulke maatregelen leiden tot inzet van nieuwe technologie en innovatie.

Het Nederlandse energieprestatiebeleid daarentegen heeft in de periode 1996-2003 nauwelijks tot extra zonneboilers of warmtepompen geleid. Als verklaring voert Beerepoot aan dat aannemers geacht worden energiebesparende innovaties te introduceren die henzelf geen winst of concurrentievoordeel opleveren. Dat motiveert niet echt. Ook is er weinig communicatie tussen de bouwende partijen en leveranciers van verwarmingstechnologie, waardoor innovatie niet gestimuleerd wordt. Het zou effectiever zijn, zegt Beerepoot, om het beleid rechtstreeks op fabrikanten van energietechnologieën te richten. Verder bepleit ze om het energieprestatiebeleid ook per wijk te laten gelden, waardoor bijvoorbeeld de aanleg van een kleine biomassacentrale aantrekkelijk zou worden. (JW)

Milou Beerepoot, ‘Energy policy instruments and technical change in the residential building sector’

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.