Onderwijs

Eisen voor financiële steun TU opgeschroefd

De TU heeft de regels aangescherpt voor vergoedingen aan studenten die buiten hun schuld de voortgangsnorm niet hebben gehaald.

Het wordt moeilijker voor Delftse studenten om in aanmerking te komen voor financiële steun van de TU. De norm voor vergoeding van een beurs die door IBG is omgezet in een rentedragende lening, is opgeschroefd van vier naar zeven maanden.

Studenten komen in aanmerking voor extra ondersteuning als zij door bijzondere omstandigheden vertraging hebben opgelopen in hun studie. Dat kan zijn door ziekte, familie-omstandigheden of bestuurswerk. Als zij hierdoor de temponorm niet halen, wordt hun beurs voor dat jaar door de IBG omgezet in een rentedragende lening.

De TU nam in sommige gevallen de schuld van de student over, maar stelde als eis dat er een studievertraging van minimaal vier maanden moest worden aangetoond, en dat dit geleid had tot het missen van de voortgangsnorm. Vanaf dit seizoen moet de gedupeerde student zeven maanden of meer achterlopen, wil hij nog in aanmerking komen voor steun.

Aanpassing was nodig omdat de huidige regeling te duur dreigde te worden: in het slechtste geval zou de TU de studenten met een prestatielening moeten bijstaan met vier jaar rentedragende lening. De norm voor deze prestatie-leningstudenten lag op 16 maanden vertraging over de hele studieduur na de propedeuse, maar is vanaf nu gesteld op 24 maanden.

Hoewel de nieuwe norm al sinds 1 september van kracht is, waren de studentenraad en de VSSD pas vorige week op de hoogte. De maatregel is goedgekeurd door de vorige studentenraad.

Het wordt moeilijker voor Delftse studenten om in aanmerking te komen voor financiële steun van de TU. De norm voor vergoeding van een beurs die door IBG is omgezet in een rentedragende lening, is opgeschroefd van vier naar zeven maanden.

Studenten komen in aanmerking voor extra ondersteuning als zij door bijzondere omstandigheden vertraging hebben opgelopen in hun studie. Dat kan zijn door ziekte, familie-omstandigheden of bestuurswerk. Als zij hierdoor de temponorm niet halen, wordt hun beurs voor dat jaar door de IBG omgezet in een rentedragende lening.

De TU nam in sommige gevallen de schuld van de student over, maar stelde als eis dat er een studievertraging van minimaal vier maanden moest worden aangetoond, en dat dit geleid had tot het missen van de voortgangsnorm. Vanaf dit seizoen moet de gedupeerde student zeven maanden of meer achterlopen, wil hij nog in aanmerking komen voor steun.

Aanpassing was nodig omdat de huidige regeling te duur dreigde te worden: in het slechtste geval zou de TU de studenten met een prestatielening moeten bijstaan met vier jaar rentedragende lening. De norm voor deze prestatie-leningstudenten lag op 16 maanden vertraging over de hele studieduur na de propedeuse, maar is vanaf nu gesteld op 24 maanden.

Hoewel de nieuwe norm al sinds 1 september van kracht is, waren de studentenraad en de VSSD pas vorige week op de hoogte. De maatregel is goedgekeurd door de vorige studentenraad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.