Onlangs viel ik van mijn fiets. Ik kwam vanaf de Rotterdamseweg en reed iets te hard om de scherpe bocht naar links te kunnen nemen richting de campus. In plaats van af te remmen om de langzamer rijdende fietsers te ontwijken, besloot ik een driehoekig voetgangersgedeelte af te snijden, maar dat haalde ik niet. Ik moest die dag hoognodig werken aan de eerste presentatie van mijn afstudeerproject. In plaats daarvan vloog ik vier meter de lucht in en landde ik op mijn kin. Oeps.
Fascinerend hoe snel een fietser en een dag op zijn kop kunnen worden gezet.
Eerst kwam de frustratie – over mijn eigen onnodige roekeloosheid, over de timing, over de pijn. Toen bezorgde gezichten zich om me heen verzamelden en druppels bloed van onbekende oorsprong op de grond vielen, veranderde mijn frustratie in angst. Net alleen om de pijn – ik was ook bezorgd over het werk dat niet gedaan was, de dag die ontspoord was. Iemand belde een ambulance en iemand anders mijn beste vriendin. Alsof het van tevoren was bedacht, viel ik dicht bij het huis van mijn vriendin die werd gebeld precies op het moment dat ze naar buiten ging voor een wandeling, na een dag van zelf jeugdherinneringen ophalen.
Een politieagent zag mijn Argentijnse ID en sprak me in het Spaans aan. Mijn vriendin verscheen. De ambulancemedewerkster kwam aan en glimlachte naar me als zonlicht door de wolken. En toen realiseerde ik me dat het zo slecht niet was. Ik voelde de warmte van de mensen om me heen.
Uiteindelijk bracht ik een middag met mijn vriendin door, eerst in het ziekenhuis om mijn fouten te laten herstellen, gevolgd door een lange wandeling om haar fouten te herstellen. We hadden samen pijn en ik kreeg eindelijk hechtingen op mijn kin. De klassieker uit mijn kindertijd na het springen op bedden of het achterna zitten van honden door het huis. Op de een of andere manier had ik dit uitgesteld tot nu.
Wat betekent het om als volwassene een kinderlijke fout te maken?
Niemand zal me tegenhouden om te snel te gaan, om de kortere weg te kiezen, om te vallen
Hopelijk zijn we allemaal opgegroeid met een zekere mate van zorg door anderen. Maar zorg kan ons ook beschermen tegen het maken van bepaalde fouten. Nu, als volwassene, leer ik elke dag dat niemand me zal tegenhouden om te snel te gaan, om de kortere weg te kiezen, om te vallen. Dat soort vrijheid – volledige verantwoordelijkheid voor mijn eigen fouten – is eng, maar bevrijdend.
In de kindertijd zitten fouten vaak achter een buffer van toezicht. Maar volwassenheid vraagt van ons dat we onze eigen beslissingen nemen en dat we onze fouten maken. Vallen als een kind, maar met de volledige verantwoordelijkheid voor de val en de gevolgen ervan, is misschien wel een deel van volwassen worden.
En zo ging ik van frustratie naar een voorzichtige lach (vanwege de pijn en de ironie), omringd door vriendelijkheid en me veilig voelend in een staat van kwetsbaarheid. De volgende ochtend ging ik aan de slag met mijn presentatie – met een zere kin en wat blauwe plekken, maar eigenlijk geïnspireerd door de val.
(En tussen haakjes, er zijn geen andere fietsers of voetgangers gewond geraakt)
Comments are closed.