Onderwijs

Einde van de universiteit?

Open courseware, het gratis en open beschikbaar stellen van cursussen op internet, neemt een hoge vlucht. Onlangs koos het internationale OpenCourseWare Consortium Anka Mulder tot president. Zij vertelt over haar plannen en waarom de TU cursussen gratis op internet zet.

Open courseware. Het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) begon er tien jaar geleden mee vanuit ideële redenen en om de internationale positie van de universiteit te versterken. “Je bent een universiteit en dus in het leven geroepen om kennis te verspreiden en mensen op te leiden”, zegt Anka Mulder, directeur onderwijs en studentenzaken aan de TU Delft.


De TU volgde vier jaar geleden met vakken binnen opleidingen. Soms zelfs compleet met oefentoets. Te zien zijn opnamen van collegerama, opdrachten, tentamens en uitwerkingen met antwoorden. Toch zet de TU niet zoals MIT alles op internet. “MIT heeft 25 man om dat te doen”, zegt Mulder. “Wij hebben de middelen daar niet voor en kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.” In eerste instantie focuste Delft op masteropleidingen die internationaal in de belangstelling staan. Een kwart van de Delftse masterstudenten en zestig procent van de promovendi komt immers uit het buitenland.


Een voorbeeld is de mastercursus watermanagement. Die cursus wordt volgens de TU veel gebruikt door bedrijven in Nederland, maar is met financiële steun van het ministerie van economische zaken, landbouw en innovatie ook overgezet naar de Universiteit van Bandung in Indonesië. Een deel van het materiaal wordt hergebruikt, een deel wordt op maat gemaakt, met lokale voorbeelden.


De cursussen van de TU zijn te vinden op ocw.tudelft.nl. Tussen oktober 2007 en oktober 2010 werd deze website 168 duizend maal bezocht. Wie die bezoekers zijn is moeilijk te onderzoeken, maar ze komen onder meer uit Nederland, de Verenigde Staten, India, China en het Verenigd Koninkrijk.


“We weten niet waarvoor ze het gebruiken”, zegt Mulder. “Het MIT onderzocht dat en dacht dat het voornamelijk om docenten van buiten MIT zou gaan, maar de grootste doelgroep bestond uit mensen die iets willen leren of geïnteresseerd zijn. Dat was verrassend.” 


Kort geleden heeft de TU de vijftigste cursus op de website geplaatst. Het betreft een introductie van de bachelorstudie technische bestuurskunde. Daarmee wil de TU aankomende studenten een realistisch beeld geven van de opleiding en ze helpen een opleiding te kiezen die bij ze past. “We willen studenten zo goed en zo reëel mogelijk voorlichten”, zegt Mulder.


Uiteindelijk hoopt Mulder van alle veertien bacheloropleidingen aan de TU introducties op open courseware te publiceren. Dat kan volgens haar helpen bij aansluitingsproblemen van bijvoorbeeld hbo’ers, internationale studenten en vwo’ers.


Er zijn dus ook minder altruïstische redenen, geeft Mulder toe: meer studenten trekken. Of dat lukt, is moeilijk te meten. “Soms hoor je studenten open courseware als reden noemen om hier te studeren. Ik weet in ieder geval zeker dat we hiermee de reputatie van de TU Delft versterken.”


Dat is volgens Mulder wat de universiteit er zelf aan heeft. “De universiteit ontleent haar reputatie vaak aan onderzoek, maar hoe profileer je je onderwijs? Natuurlijk door de kwaliteit van je afgestudeerden. Open courseware is een middel om te laten zien hoe je onderwijs er uit ziet.”


Dat zorgt ook meteen voor een ander voordeel voor de universiteit, vindt Mulder. “Je verbetert je onderwijsmateriaal. Als je het namelijk ter beschikking stelt van de hele wereld, kijk je nog eens of het inhoudelijk klopt, of het begrijpelijk is, of filmpjes werken.”


De TU wil niet betuttelend zijn als het gaat om voorwaarden waaraan een cursus voor open courseware moet voldoen. “De docent bepaalt zelf of hij het kwalitatief goed genoeg vindt, maar wij kijken mee naar zaken als bijvoorbeeld copyright. Je moet toestemming hebben om bijvoorbeeld foto’s uit een krant te gebruiken.”


Mulder zegt veel docenten te zien die het leuk vinden om hun onderwijsmateriaal op internet te zetten. “Docenten denken dat het veel tijd kost, maar dat is helemaal niet zo. Je hebt veel materiaal al digitaal. Ik dacht van tevoren dat mensen zouden denken: waarom zou ik materiaal weggeven? Maar dat is niet zo.” 


Ligt je materiaal zo niet op straat? “Daar geloof ik niet in. Je bent er als universiteit om mensen dingen te leren. Als MIT het gratis op internet zet, waarom zouden wij er dan geld voor vragen? Waarom zouden mensen betalen?” Nadelen ziet Mulder niet. “Je moet je blijven inzetten voor innovatie. Open courseware is geen doel op zich. Je moet er continu over blijven nadenken.”


Inmiddels zijn er wereldwijd 266 organisaties die in totaal zo’n vijftienduizend cursussen via open courseware aanbieden. Het gaat onder meer om MIT, Korea University, Johns Hopkins, University of the Western Cape en Paris Tech. In Nederland doet behalve de TU Delft de Open Universiteit mee. Al deze instellingen zijn verenigd in het OpenCourseWare Consortium dat het gratis online beschikbaar maken van hoogwaardig onderwijsmateriaal als doelstelling heeft.


Toen dit consortium drie jaar geleden werd opgericht, gaf iemand Mulder op om zich verkiesbaar te stellen. Tot haar verrassing werd ze als bestuurslid gekozen. Onlangs werd haar gevraagd zich ook verkiesbaar te stellen als president. “Daar moest ik wel over nadenken, want zoiets kost tijd. Ik heb het er met het college van bestuur over gehad en dat vindt het ook belangrijk. Ik word nu goed ondersteund.” 


Als eerste president van buiten de Verenigde Staten wil ze de focus verleggen van het aanbod naar de gebruiker van lesmateriaal. “Nu gaat het erom wat die gebruiker er mee gaat doen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat hij het materiaal vindt en samen met andere studenten gaat gebruiken?” Mulder verwijst naar een initiatief als open study. Studenten kunnen elkaar op openstudy.com snel antwoord geven op vragen over hun studie. “Daar moeten we ons op richten.” 


Terug naar Delft. Daar wil Mulder onderzoeken of er hele opleidingen van de TU op internet moeten komen. “Wat is de rol van universiteiten in de toekomst? In de Middeleeuwen was de professor een bron van informatie. Later waren het professoren, docenten en de bibliotheek. Nu is internet een ontzettend grote concurrent. Alles staat tegenwoordig online: foto’s, filmpjes en ook onderwijsmateriaal.”


Dat roept de vraag op waarom mensen nog een opleiding zouden volgen aan een universiteit. “Daar moeten we als universiteiten goed over nadenken”, zegt Mulder. “Studenten komen naar Delft omdat een diploma van de TU top is. Wij zijn geaccrediteerd, beoordeeld aan de hand van kwaliteitseisen. De toegevoegde waarde van de universiteit zit minder in het leveren van informatie, maar vooral in het helpen om te leren. In context. In het contact met medestudenten en in de waarde van een diploma. Je moet je alleen wel realiseren dat je rol als universiteit anders is.”


Mulder wil kijken naar zogeheten blended learning: een mix van live en digitaal onderwijs door gebruik van ict. “We moeten nagaan of we het zouden willen om opleidingen echt alleen virtueel aan te bieden. Stel dat we de cursus watermanagement aan veel meer mensen willen aanbieden? Bijvoorbeeld aan studenten in Afrika en Azië die niet de tijd of het geld hebben om naar Nederland te gaan. Als je dat online kunt aanbieden moet je een betrouwbare manier zoeken om mensen goed te toetsen. Je wilt immers betrouwbare diploma’s met een hoge kwaliteit leveren.”


Ook in het hoger onderwijs in Nederland kan blended learning een belangrijke rol spelen, meent Mulder. “De vraag naar onderwijs neemt toe, maar de middelen niet. En hoe organiseer je levenslang leren voor mensen die tien, twintig jaar geleden klaar waren met hun opleiding en toch weer willen leren? Dat valt niet mee.“


ocw.tudelft.nl

openstudy.com

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.