Het hoorspel ‘Onder het melkwoud’ van Dylan Thomas is een poëtisch wereldwonder. Al vrij snel na het verschijnen ervan in 1953 maakte het ook furore als toneelstuk.
Regisseur Guy Cassiers heeft er bij het Rotterdamse RO Theater een visueel hoorspel van gemaakt. Wegens groot succes in reprise.
Foto: Leo van Velzen
Er zijn weinig toneelvoorstellingen die zo bijzonder zijn als ‘Onder het melkwoud’ van het RO Theater. De ervaring lijkt op een roesdroom die je meevoert naar Atlantis. Je waant je in een onwezenlijk landschap. Plompverloren loop je door de straten van een eeuwenoud dorp. De mensen zijn onzichtbaar, maar je voelt hun aanwezigheid en hoort hun gesprekken. Hun stemmen voeren je mee naar hun dagelijkse beslommeringen, het verleden waar ze prat op gaan, de toekomst die ze vrezen, de haat die hen vergiftigt, de liefde waarnaar ze verlangen. Even word je ondergedompeld in dit mysterieuze schimmenrijk.
‘Under Milkwood’ van Dylan Thomas is een unieke tekst, beeldend, duister, vol associaties, rijk aan klank, vaak onwerkelijk, meer dan eens geestig. Het is niet verbazend dat het hoorspel, geschreven en uitgezonden in hetzelfde jaar dat hij aan zijn drankzucht ten onder ging, immens populair was. Vlak voordat de televisie het venster op de wereld zou worden, zaten miljoenen mensen aan de radio gekluisterd om zich te laven aan zijn verbeeldingskracht. Het was een gepaste zwanenzang voor iemand die zijn gedichten ooit karakteriseerde als ‘statements on the way to the grave‘.
Het universum dat Thomas creëerde in de vorm van Llaregyb was gemodelleerd naar het plaatsje Laugharne in Wales. Daar waren hij en zijn echtgenote voor de oorlog gaan wonen nadat hij in de voorgaande jaren met zijn gedichten in Londen was doorgebroken. Het RO Theater heeft dit in één van de vele komische toespelingen uitvergroot, door vlak na het begin van de voorstelling beelden van het echte dorp op een videoscherm weer te geven. Acteur Geert Lageveen geeft als de plaatselijke schoolmeester met een stok een rondleiding langs de markante bijzonderheden van het dorp dat ‘onder het melkwoud’ ligt.
Dat we een echt dorp betreden is niet meer dan een effectvolle, overdreven suggestie. Al vanaf de opening, ingeleid door een verteller die optreedt als een soort gids, is duidelijk dat het stadje enkel bestaat uit klankrijke woorden. ,,Het is lente, nacht zonder maan in de kleine stad, zonder ster en bijbelzwart, de stille straten en het gekromde vrijers- en konijnenwoud hinken onzichtbaar naar de sleezwarte, trage, kraaizwarte, sloepdobberende zee… Het is stil. Zacht fluistert een man in het donker.”
Gedichten zijn in principe onvertaalbaar, maar de vertaling van Hugo Claus uit 1957 overtuigt nog altijd. Nu staat de taal ook niet op zichzelf. Gedurende de hele voorstelling worden er beelden op het videoscherm geprojecteerd, een collage van allerhande vormen en kleuren, gemaakt door de Belgischevideokunstenaar Walter Verdin. Verder zorgde het duo Paleis van Boem voor de muzikale omlijsting. Toch houdt het hier niet mee op, want laten we vooral niet de twaalf acteurs vergeten die het hoorspel stem en geluid geven.
Die acteurs zitten in een halfronde cirkel op stoelen naast elkaar, voor op het toneel. Ze dragen hun gewone kloffie, zijn niet geschminkt en hoeven geen gekke bekken te trekken. Als volleerde hoorspelartiesten zijn ze doorlopend bezig om met de meest ongewone voorwerpen de meest gewone geluiden te produceren. Een vogel in het bos, het traplopen, het schrobben van de straat, het koken van een pot eten, het wordt allemaal prachtig nagebootst. Het is een vorm van visuele poëzie die de woorden ondersteunt, soms ook overvleugelt, zodat de tekst in de lucht blijft hangen, maar dat is onvermijdelijk bij zo’n multimediale aanpak.
Wat we feitelijk zien en horen is een dag uit het leven van het dorp, zonder dat er een rotsvaste logica aan ten grondslag ligt. Volgens de regisseur is Thomas vertrokken uit de woorden en heeft hij er een dorp uit laten ontstaan. De personages die worden opgevoerd staan niet voor concrete mensenlevens, maar voor flarden ervan. ,,Met dit gedicht maakt hij een mooi portret van zichzelf”, verklaarde regisseur Guy Cassiers. ,,In wezen heeft hij zichzelf vergroot tot dat dorp. Als die honderd figuren samen zijn Dylan Thomas als persoon.”
Niet dat we daardoor veel wijzer worden van de auteur. Zijn leven was al legendarisch toen hij er nog was. Hij hield zich staande door zich over te geven aan de drank, gaf roemruchte lezingen in de Verenigde Staten, schreef filmscripts, had altijd geldgebrek en zo kunnen we nog wat biografische weetjes te berde brengen. Zelf vond hij zich in ieder geval een ramp. En dat was allesbehalve een gevolg van zoiets als een moeilijke jeugd. Als kind was hij namelijk de lieveling van het gezin en werd hij mateloos verwend. ,,Er is maar één ding erger dan een ongelukkige jeugd”, zou hij later zeggen, ,,en dat is een te gelukkige jeugd.”
‘Onder het melkwoud’ in de regie van Guy Cassiers is nog t/m vr. 12 sept. te zien in het RO Theater, William Boothlaan 10 te Rotterdam. Tel. 010-4118110
,,
Het hoorspel ‘Onder het melkwoud’ van Dylan Thomas is een poëtisch wereldwonder. Al vrij snel na het verschijnen ervan in 1953 maakte het ook furore als toneelstuk. Regisseur Guy Cassiers heeft er bij het Rotterdamse RO Theater een visueel hoorspel van gemaakt. Wegens groot succes in reprise.
Foto: Leo van Velzen
Er zijn weinig toneelvoorstellingen die zo bijzonder zijn als ‘Onder het melkwoud’ van het RO Theater. De ervaring lijkt op een roesdroom die je meevoert naar Atlantis. Je waant je in een onwezenlijk landschap. Plompverloren loop je door de straten van een eeuwenoud dorp. De mensen zijn onzichtbaar, maar je voelt hun aanwezigheid en hoort hun gesprekken. Hun stemmen voeren je mee naar hun dagelijkse beslommeringen, het verleden waar ze prat op gaan, de toekomst die ze vrezen, de haat die hen vergiftigt, de liefde waarnaar ze verlangen. Even word je ondergedompeld in dit mysterieuze schimmenrijk.
‘Under Milkwood’ van Dylan Thomas is een unieke tekst, beeldend, duister, vol associaties, rijk aan klank, vaak onwerkelijk, meer dan eens geestig. Het is niet verbazend dat het hoorspel, geschreven en uitgezonden in hetzelfde jaar dat hij aan zijn drankzucht ten onder ging, immens populair was. Vlak voordat de televisie het venster op de wereld zou worden, zaten miljoenen mensen aan de radio gekluisterd om zich te laven aan zijn verbeeldingskracht. Het was een gepaste zwanenzang voor iemand die zijn gedichten ooit karakteriseerde als ‘statements on the way to the grave‘.
Het universum dat Thomas creëerde in de vorm van Llaregyb was gemodelleerd naar het plaatsje Laugharne in Wales. Daar waren hij en zijn echtgenote voor de oorlog gaan wonen nadat hij in de voorgaande jaren met zijn gedichten in Londen was doorgebroken. Het RO Theater heeft dit in één van de vele komische toespelingen uitvergroot, door vlak na het begin van de voorstelling beelden van het echte dorp op een videoscherm weer te geven. Acteur Geert Lageveen geeft als de plaatselijke schoolmeester met een stok een rondleiding langs de markante bijzonderheden van het dorp dat ‘onder het melkwoud’ ligt.
Dat we een echt dorp betreden is niet meer dan een effectvolle, overdreven suggestie. Al vanaf de opening, ingeleid door een verteller die optreedt als een soort gids, is duidelijk dat het stadje enkel bestaat uit klankrijke woorden. ,,Het is lente, nacht zonder maan in de kleine stad, zonder ster en bijbelzwart, de stille straten en het gekromde vrijers- en konijnenwoud hinken onzichtbaar naar de sleezwarte, trage, kraaizwarte, sloepdobberende zee… Het is stil. Zacht fluistert een man in het donker.”
Gedichten zijn in principe onvertaalbaar, maar de vertaling van Hugo Claus uit 1957 overtuigt nog altijd. Nu staat de taal ook niet op zichzelf. Gedurende de hele voorstelling worden er beelden op het videoscherm geprojecteerd, een collage van allerhande vormen en kleuren, gemaakt door de Belgischevideokunstenaar Walter Verdin. Verder zorgde het duo Paleis van Boem voor de muzikale omlijsting. Toch houdt het hier niet mee op, want laten we vooral niet de twaalf acteurs vergeten die het hoorspel stem en geluid geven.
Die acteurs zitten in een halfronde cirkel op stoelen naast elkaar, voor op het toneel. Ze dragen hun gewone kloffie, zijn niet geschminkt en hoeven geen gekke bekken te trekken. Als volleerde hoorspelartiesten zijn ze doorlopend bezig om met de meest ongewone voorwerpen de meest gewone geluiden te produceren. Een vogel in het bos, het traplopen, het schrobben van de straat, het koken van een pot eten, het wordt allemaal prachtig nagebootst. Het is een vorm van visuele poëzie die de woorden ondersteunt, soms ook overvleugelt, zodat de tekst in de lucht blijft hangen, maar dat is onvermijdelijk bij zo’n multimediale aanpak.
Wat we feitelijk zien en horen is een dag uit het leven van het dorp, zonder dat er een rotsvaste logica aan ten grondslag ligt. Volgens de regisseur is Thomas vertrokken uit de woorden en heeft hij er een dorp uit laten ontstaan. De personages die worden opgevoerd staan niet voor concrete mensenlevens, maar voor flarden ervan. ,,Met dit gedicht maakt hij een mooi portret van zichzelf”, verklaarde regisseur Guy Cassiers. ,,In wezen heeft hij zichzelf vergroot tot dat dorp. Als die honderd figuren samen zijn Dylan Thomas als persoon.”
Niet dat we daardoor veel wijzer worden van de auteur. Zijn leven was al legendarisch toen hij er nog was. Hij hield zich staande door zich over te geven aan de drank, gaf roemruchte lezingen in de Verenigde Staten, schreef filmscripts, had altijd geldgebrek en zo kunnen we nog wat biografische weetjes te berde brengen. Zelf vond hij zich in ieder geval een ramp. En dat was allesbehalve een gevolg van zoiets als een moeilijke jeugd. Als kind was hij namelijk de lieveling van het gezin en werd hij mateloos verwend. ,,Er is maar één ding erger dan een ongelukkige jeugd”, zou hij later zeggen, ,,en dat is een te gelukkige jeugd.”
‘Onder het melkwoud’ in de regie van Guy Cassiers is nog t/m vr. 12 sept. te zien in het RO Theater, William Boothlaan 10 te Rotterdam. Tel. 010-4118110
Het hoorspel ‘Onder het melkwoud’ van Dylan Thomas is een poëtisch wereldwonder. Al vrij snel na het verschijnen ervan in 1953 maakte het ook furore als toneelstuk. Regisseur Guy Cassiers heeft er bij het Rotterdamse RO Theater een visueel hoorspel van gemaakt. Wegens groot succes in reprise.
Foto: Leo van Velzen
Er zijn weinig toneelvoorstellingen die zo bijzonder zijn als ‘Onder het melkwoud’ van het RO Theater. De ervaring lijkt op een roesdroom die je meevoert naar Atlantis. Je waant je in een onwezenlijk landschap. Plompverloren loop je door de straten van een eeuwenoud dorp. De mensen zijn onzichtbaar, maar je voelt hun aanwezigheid en hoort hun gesprekken. Hun stemmen voeren je mee naar hun dagelijkse beslommeringen, het verleden waar ze prat op gaan, de toekomst die ze vrezen, de haat die hen vergiftigt, de liefde waarnaar ze verlangen. Even word je ondergedompeld in dit mysterieuze schimmenrijk.
‘Under Milkwood’ van Dylan Thomas is een unieke tekst, beeldend, duister, vol associaties, rijk aan klank, vaak onwerkelijk, meer dan eens geestig. Het is niet verbazend dat het hoorspel, geschreven en uitgezonden in hetzelfde jaar dat hij aan zijn drankzucht ten onder ging, immens populair was. Vlak voordat de televisie het venster op de wereld zou worden, zaten miljoenen mensen aan de radio gekluisterd om zich te laven aan zijn verbeeldingskracht. Het was een gepaste zwanenzang voor iemand die zijn gedichten ooit karakteriseerde als ‘statements on the way to the grave‘.
Het universum dat Thomas creëerde in de vorm van Llaregyb was gemodelleerd naar het plaatsje Laugharne in Wales. Daar waren hij en zijn echtgenote voor de oorlog gaan wonen nadat hij in de voorgaande jaren met zijn gedichten in Londen was doorgebroken. Het RO Theater heeft dit in één van de vele komische toespelingen uitvergroot, door vlak na het begin van de voorstelling beelden van het echte dorp op een videoscherm weer te geven. Acteur Geert Lageveen geeft als de plaatselijke schoolmeester met een stok een rondleiding langs de markante bijzonderheden van het dorp dat ‘onder het melkwoud’ ligt.
Dat we een echt dorp betreden is niet meer dan een effectvolle, overdreven suggestie. Al vanaf de opening, ingeleid door een verteller die optreedt als een soort gids, is duidelijk dat het stadje enkel bestaat uit klankrijke woorden. ,,Het is lente, nacht zonder maan in de kleine stad, zonder ster en bijbelzwart, de stille straten en het gekromde vrijers- en konijnenwoud hinken onzichtbaar naar de sleezwarte, trage, kraaizwarte, sloepdobberende zee… Het is stil. Zacht fluistert een man in het donker.”
Gedichten zijn in principe onvertaalbaar, maar de vertaling van Hugo Claus uit 1957 overtuigt nog altijd. Nu staat de taal ook niet op zichzelf. Gedurende de hele voorstelling worden er beelden op het videoscherm geprojecteerd, een collage van allerhande vormen en kleuren, gemaakt door de Belgischevideokunstenaar Walter Verdin. Verder zorgde het duo Paleis van Boem voor de muzikale omlijsting. Toch houdt het hier niet mee op, want laten we vooral niet de twaalf acteurs vergeten die het hoorspel stem en geluid geven.
Die acteurs zitten in een halfronde cirkel op stoelen naast elkaar, voor op het toneel. Ze dragen hun gewone kloffie, zijn niet geschminkt en hoeven geen gekke bekken te trekken. Als volleerde hoorspelartiesten zijn ze doorlopend bezig om met de meest ongewone voorwerpen de meest gewone geluiden te produceren. Een vogel in het bos, het traplopen, het schrobben van de straat, het koken van een pot eten, het wordt allemaal prachtig nagebootst. Het is een vorm van visuele poëzie die de woorden ondersteunt, soms ook overvleugelt, zodat de tekst in de lucht blijft hangen, maar dat is onvermijdelijk bij zo’n multimediale aanpak.
Wat we feitelijk zien en horen is een dag uit het leven van het dorp, zonder dat er een rotsvaste logica aan ten grondslag ligt. Volgens de regisseur is Thomas vertrokken uit de woorden en heeft hij er een dorp uit laten ontstaan. De personages die worden opgevoerd staan niet voor concrete mensenlevens, maar voor flarden ervan. ,,Met dit gedicht maakt hij een mooi portret van zichzelf”, verklaarde regisseur Guy Cassiers. ,,In wezen heeft hij zichzelf vergroot tot dat dorp. Als die honderd figuren samen zijn Dylan Thomas als persoon.”
Niet dat we daardoor veel wijzer worden van de auteur. Zijn leven was al legendarisch toen hij er nog was. Hij hield zich staande door zich over te geven aan de drank, gaf roemruchte lezingen in de Verenigde Staten, schreef filmscripts, had altijd geldgebrek en zo kunnen we nog wat biografische weetjes te berde brengen. Zelf vond hij zich in ieder geval een ramp. En dat was allesbehalve een gevolg van zoiets als een moeilijke jeugd. Als kind was hij namelijk de lieveling van het gezin en werd hij mateloos verwend. ,,Er is maar één ding erger dan een ongelukkige jeugd”, zou hij later zeggen, ,,en dat is een te gelukkige jeugd.”
‘Onder het melkwoud’ in de regie van Guy Cassiers is nog t/m vr. 12 sept. te zien in het RO Theater, William Boothlaan 10 te Rotterdam. Tel. 010-4118110
Comments are closed.