Wetenschap

Een plek onder de zon

Het huis van morgen. En dan als architecturaal hoogstandje, duurzaam en met state-of-the-art bouwtechniek. De Solar Decathlon Europe is een universitair bouwdorp op hoog niveau. Maar waar is de TU?


Campo de Lago, het stadspark in het westen van Madrid, was in september een van de weinige plekken in Spanje waar nog gebouwd werd. En hoe. Trucks en containers kwamen hier vanuit alle hoeken van Europa naartoe om in een mum van tijd achttien huizen te doen verrijzen. Variërend van een min of meer traditionele datsja (Russisch buitenhuis) via een Japans huis met eigen rijstveldje tot het visionaire dakterras Canopea dat de bekroning moet vormen van een kleine appartemententoren. Aan verbeeldingskracht geen gebrek hier op de ‘Villa Solar’.


De Solar Decathlon Europe daagt universiteiten uit met ontwerpen te komen die scoren op het gebied van architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid. Tegelijkertijd is het een kijkje in de huizen van de toekomst.


Immense machinerie


De meeste huizen stonden op Campo de Lago binnen enkele dagen overeind. De resterende tijd van de twee weken bouwperiode besteedden studenten en begeleiders aan het aanbrengen en afregelen van de installaties. Kijk in de technische ruimte van deze huizen en je ziet een immense machinerie die het modernste op het gebied van klimaatbeheersing, energiebesparing en zonnecellen combineert. De huizen zijn duurzaam gebouwd, produceren ruim twee maal meer elektriciteit dan ze gebruiken en handhaven een aangenaam binnenklimaat.


Projectmanager dr. Sergio Vega, die vijf jaar geleden het team van de technische universiteit van Madrid (UPM) in de van oorsprong Amerikaanse competitie aanvoerde, is vooral trots op het smartgrid op het terrein. Bij de vorige editie in 2010 werd het teveel aan opgewekte zonne-energie nog weggesluisd naar het elektriciteitsnet. Nu bepaalt een slim lokaal netwerk (smartgrid) of het handiger is de zonnestroom op te slaan in accu’s en elektrische auto’s voor eigen gebruik, of dat de prijs gunstig genoeg is om het te verkopen aan het openbare net. Dit is een van de weinige plekken waar het publiek kan zien hoe zoiets in de praktijk werkt.


Kennisuitwisseling


Vorige keer, in 2010, telde de Solar Decathlon een kleine 200 duizend bezoekers. Maar het evenement is niet alleen bedoeld om het grote publiek kennis te laten maken met de energieproducerende huizen. Ook stimuleert de organisatie de kennisuitwisseling tussen teams en specialisten door gerichte rondleidingen te organiseren voor professionals, en forumdiscussies over architectuur, bouwtechniek, industrialisatie, communicatie, duurzaamheid en energierendement. Aan het eind van de vorige competitie bracht de organisatie een boek uit waarin alle inzendingen in detail beschreven zijn, samen met de bevindingen van de jury en de prestaties tijdens de competitieweken.


Gevraagd naar verrassende ontwerpen noemt Vega het Revolt House, de inzending van de TU Delft: “Ik vond het idee van een drijvend huis dat meedraait met de zon een interessant nieuw concept.”


Zichtbaarheid


“Het is aantrekkelijk voor universiteiten om hieraan mee te doen”, stelt projectmanager Sergio Vega. “Dan kunnen ze prototypes maken van bijzondere gebouwen. Zoiets stimuleert de samenwerking tussen verschillende afdelingen en faculteiten. Verder is het voor studenten een vormende ervaring om mee te doen aan zo’n internationale competitie. Bovendien is deelname belangrijk voor de zichtbaarheid van een universiteit. Alle teams zijn zichtbaar op onze website die wereldwijd door honderdduizenden mensen bekeken wordt.”


Maar wie nu op de website van Solar Decathlon kijkt, zoekt tevergeefs naar een Delftse bijdrage. Afgezien dan van een bericht van 13 maart over de terugtrekking van de inzending (‘Revolt House se retira’). Vorig jaar was een tentversie van Revolt House nog een publiekstrekker op Llowlab, de wetenschappelijke appendix van het Lowlandsfestival in Biddinghuizen. Amper een half jaar later wordt het project, waar op dat moment meer dan dertig studenten uit verschillende faculteiten bij betrokken zijn, beëindigd.


Waar is Delft?


“Ik vond het een waanzinnig moeilijke beslissing,” zegt Bouwkundedecaan prof.ir.

Karin Laglas. “Het Revolt House was er juist zo’n goed voorbeeld van dat comfort en duurzaamheid niet strijdig zijn. Maar het was heel moeilijk voor het team om de sponsoring voor elkaar te krijgen.”


Promovendus Florian Heinzelmann bevestigt dat. Hij was projectleider van het Revolt House vanaf september 2010 onder verantwoordelijkheid van hoogleraar bouwtechnologie prof.dr. Patrick Teuffel. De totale begroting bedroeg 880 duizend euro, vertelt Heinzelmann. Begin dit jaar, toen beslist moest worden over de voortgang, was daarvan 422 duizend binnen. Grote bouwondernemingen waren weliswaar geïnteresseerd in het project, maar schrokken ervoor terug zich eraan te committeren.


Karin Laglas denkt dat de crisis het project parten heeft gespeeld. Die maakte het erg moeilijk om sponsoring voor elkaar te krijgen. Afgelopen februari moest een besluit vallen. “Toen er nog steeds onzekerheid heerste over de sponsoring heb ik na consult met een aantal mensen besloten ermee te stoppen”, zegt Laglas. Wel spreekt ze haar waardering uit voor wat de studenten tot dan toe bereikt hadden.


Op de vraag of hij begrip voor die beslissing heeft, antwoordt Teuffel dat hij er liever mee was doorgegaan. Hij ontkent dat zijn vertrek uit Delft met de annulering te maken heeft. Het heeft zijn besluit naar de TU Eindhoven te gaan hooguit bespoedigd.


Tim Hilhorst, student bouwtechniek die vanaf het begin in september 2010 bij het project betrokken was, heeft een analyse gemaakt van wat er is misgegaan. Dat begon volgens hem met een te kleine bezetting van het team in het begin: één promovendus voor alle taken. Teuffel en Heinzelman bevestigen dat. Maar, zeggen ze, dat was een voorwaarde die we geaccepteerd hebben. Het was de bedoeling dat studenten verantwoordelijkheid zouden nemen voor alle aspecten van het project. Maar Hilhorst constateert dat het zoeken naar sponsors te laat op gang is gekomen. Ook zijn relevante netwerken van bekende hoogleraren zoals Van Hal, Van

Gameren, Van den Dobbelsteen en Patijn pas op een laat tijdstip (oktober 2011) benaderd.


Hilhorst denkt verder dat het project beter in samenwerking met sponsoren uitgewerkt had kunnen worden. Dat beaamt ook de Deense ploeg in Madrid. Het gaat misschien te ver om te zeggen dat hun inzending Fold een demoproject van Rockwool is, maar de sponsor heeft er wel uitdrukkelijk zijn stempel op kunnen zetten. Anderen wijzen op de luxueuze keuken in de Italiaanse villa; Villa Solar is natuurlijk ook een fijn duurzaam podium voor sponsoren om zich aan de wereld te presenteren. Capice?


Basisfinanciering


In 2014 wordt de derde Europese Solar Decathlon in Frankrijk gehouden. Het is de vraag of de TU dan van de partij is. De huidige projectmanager Sergio Vega hoopt van wel; hij wil het draaiende huis wel eens in het echt zien. De Delft Energy Club wil ook wel en kijkt uit naar een hoogleraar en studenten om het project op te starten. Architect prof.ir. Thijs Asselbergs raadt aan in elk geval een bestemming voor het huis te zoeken voor na de competitie: “De campus, een stad, een bedrijf of een museum. Je hebt een partij nodig die zich eraan committeert.” Tim Hilhorst vindt het ook niet gek als de TU of een ministerie met een basisfinanciering zou komen. Zo werken de meeste andere teams, weet hij inmiddels. Daar kwam hij achter toen hij de organisatie vertelde dat Revolt House zich terugtrok. Die zeiden toen: “Hebben jullie al sponsoring overwogen?”

Fold
Fold

Fold


De inzending van de Deense technische universiteit DTU staat aan de kop van het park en trekt de aandacht door de hoge strakke vorm en de ongenaakbare grijze wanden met vreemde hoeken. Ze noemen het Fold, vertelt economiestudente Philippa Taul, omdat de vorm ontstond tijdens het vouwen met vellen papier. De wanden zijn super isolerend gemaakt met lagen van het experimentele isolatiemateriaal ‘air wool’ van Rockwool, de hoofdsponsor. Hoeken en afmetingen van de wanden zijn zo uitgekiend dat de zon nooit door de ramen naar binnen schijnt. Dat beperkt de behoefte aan koeling. Ook bijzonder zijn de zonnepanelen; niet alleen zijn die verzonken in het dak – steeds meer teams integreren de panelen liever in hun ontwerp dan ze er later op te schroeven – maar ze leveren naast elektriciteit warmte. De DTU-studenten doen dat door de zonnepanelen aan de achterzijde met een vloeistof te koelen. Dat verbetert het rendement van de PV-installatie en levert warmte op voor de douche. Trots zijn de studenten ook op een onopvallende centrale draagmuur van gelamineerd hout die de hele scheefstaande constructie overeind houdt.

Canopea
Canopea

Canopea


De Franse inzending Canopea heeft de competitie gewonnen. Anders dan de andere teams gaan de Fransen niet uit van een zelfstandige tweepersoonswoning, maar van een gemeenschappelijke ruimte voor de bewoners van kleine flats die ze ‘nanotowers’ noemen. Hun inzending gaat uit van de beperkte ruimte in Grenoble, en wil bewoners een aantrekkelijke leefomgeving bieden zonder terug te vallen op losstaande huizen. In een nanotoren van acht verdiepingen herbergt iedere verdieping een woning. De bovenverdieping biedt een gemeenschappelijke ruimte met wasmachine, een zomerkeuken en een loungegelegenheid. De groengekleurde zonnecellen in het glas en de wind door de jaloezieën moeten de indruk versterken dat je hier als in de boomtoppen leeft. ‘Canopea combineert de beleving van de ruimtelijke kwaliteiten van een eigen huis met het wonen in een dichtbevolkt stadscentrum en het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap’, aldus de toelichting.

Odoo
Odoo

Odoo


“Mensen zijn 95 procent van de tijd binnen”, zegt Bálint Bakos, constructeur van het Hongaarse team. Daarom heeft het team van de universiteit van Boedapest een huis ontworpen dat de bewoners naar buiten lokt naar het trapezevormige terras tussen het kleine winterhuis en de lange zomermuur. De zomermuur, die het terras over de hele lengte afsluit, is aan de buitenkant (zuidzijde) bedekt met grote glazen panelen met 1,9 kWp aan dunnefilm zonnecellen. Aan de terraszijde is een buitenkeuken geïnstalleerd en binnenin de muur bevindt zich een reservoir met regenwater dat gebruikt wordt voor koeling en verwarming van het huis. Het water zelf wordt gekoeld door het ’s nachts over de zonnepanelen op het dak te laten lopen en weer op te vangen. Het terras van het strakke zwart-wit uitgevoerde huis kijkt vanuit Villa Solar prachtig uit op het koninklijk paleis. Over een maand wordt het zogeheten Odoo-project opnieuw opgebouwd op de campus in Boedapest.


Website solar decathlon:


www.sdeurope.org


Boek over SD 2010:


WWW.bit.ly/report-SD-2010 


Videogalerij:


DTU Denmark Fold op WWW.bit.ly/S75G42

RWTH Duitsland Counter Entropy House op WWW.bit.ly/S77ABT

ODOO project Universiteit Boedapest, Hongarije op WWW.bit.ly/S77UR5

Chiba University met Omotenashi House op WWW.bit.ly/S789eP

Universiteit Baskenland met EKI House op WWW.bit.ly/S78VIZ


Of via www.delta.tudelft.nl onder de rubriek ’In beeld’.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.