Campus

Een keuken vol jongens

Het studentenhuis op de Oude Delft 35 bestaat 120 jaar. Ter ere van dit 24ste huislustrum nodigden de twintig bewoners vorige week alle oud-huisgenoten uit. Pieter Snoeck (24), student Bouwkunde: “De oudste oud-bewoners zijn ergens in de tachtig en hebben de oorlog meegemaakt.”

De studenten beweren na eigen onderzoek in het oudste studentenhuis van Nederland te wonen, maar helemaal zeker weten ze dat niet. “We hebben de almanakken van de studentensteden doorzocht, maar we konden geen ouder studentenhuis vinden dan het onze,” zegt Snoeck. Dat betekent dat ‘Omega Ksi’, zoals de bewoners het huis noemen, in elk geval één van de oudste corpshuizen is. Behalve hond Butch, zijn alle bewoners lid van het Delftsch Studenten Corps (DSC).

120 jaar, dat is een hoop geschiedenis voor een studentenhuis. Merk je daar veel van? Niet echt, op het eerste gezicht. Maar gedurende de rondleiding komen de tradities aan het licht. Sommige kamers hebben namen: de Duiventil, de Portier.  Foto’s van oud-huisgenoten en krantenknipsels hangen aan de muren. Er is een ‘Stripotheek’, een indrukwekkende collectie stripboeken die vrijwel niet gelezen wordt. “Alleen de Rooie Oortjes-sectie is nog populair”, zegt Snoeck. 

De studenten weten maar weinig over de geschiedenis van het huis. “Dat is het leuke aan dit lustrum”, vindt Snoeck. “De oud-huisgenoten hebben zoveel verhalen. De oudste oud-bewoners zijn ergens in de tachtig en hebben de oorlog meegemaakt.” Over de rol van het studentenhuis in de oorlog doen verschillende verhalen de ronde. “Er wordt gezegd dat het hele huis in het verzet zat, volgens anderen waren dat maar een paar huisgenoten. Veel van de verhalen worden door oude mannen aan de borreltafel verteld en moeten misschien met een korreltje zout genomen worden”, vindt Snoeck. En: “We zouden eigenlijk moeten beginnen met de aanleg van een archief.”  

Vroeger kende het huis ook een nestor en een nestrix; een inwonend stel dat een aantal verantwoordelijke taken had, zoals het beheren van de huisrekening. Nu doen de jongens dat zelf en is de nestorwoning deels een gemeenschappelijke ruimte met televisies en heel veel banken. Ook de keuken, de bar en de tuin zijn gemeenschappelijk. “We zitten bijna nooit op onze kamer”, zegt Snoeck.  De keuken is inderdaad vol met jongens; ze zijn aan het opruimen voor het feest morgen. Het zwembad in de tuin heeft donkerbruin water. “Het is nog te koud om te zwemmen, maar met mooi weer is het schoon.” Gelukkig ligt er een deksel op. 

Als je net wordt ingestemd in een huis waar negentien andere jongens wonen, kan dat overweldigend zijn. Maar de scheiding tussen het voorhuis en het achterhuis, maakt het behapbaar, vindt Snoeck. In het voorhuis worden ruime kamers gedeeld door de bewoners. Dat is volgens Snoeck nog ‘goed te doen’. Als er een meisje mee naar huis komt, wordt er creatief naar oplossingen gezocht. “Er is altijd wel ergens een bed leeg.” 

In het achterhuis wonen de oudere studenten, met allemaal een eigen kamer. “Zij zijn al serieuzer met hun studie bezig en hebben geen behoefte meer aan de chaos en het keren.” Het keren, het omdraaien van de matras van de huisgenoten die al slapen na een nacht drinken, kennen meerdere Delftse studentenhuizen. Vaak is dat verworden tot ‘slechts’ wakker maken. 

De achterhuisbewoners kennen een aantal privileges, volgens Snoeck. Terwijl voorhuisbewoners een aantal keer per week op ‘de zaak’ (het DSC) moeten eten, blijven de jongens van het achterhuis thuis. “Het is te druk om elke dag te koken voor twintig man. En het is belangrijk dat je als jongerejaars op de zaak bent,” zegt Snoeck. “Je leert daar mensen kennen, dat maakt de studententijd veel leuker.” 

Na afloop van het lustrumfeest rapporteert Snoeck een geslaagd lustrum. “Het ging tot ’s ochtends door. Er waren honderd oud-huisgenoten, de oudsten woonden hier in de jaren zestig.” En verder? “Er hing een ‘tranquilo’ sfeertje.” Tot over vijf jaar.  

“Peer-to-peer technologie kennen de meeste mensen van downloaden”, zegt dr.ir. Jacco Taal, oprichter van de Delftse technostarter Bitnomica. Bij ‘P2P’ fungeert iedere computer die een bestand heeft binnen gehaald ook als bron voor verdere verspreiding. De bekendste applicaties zijn populaire downloadsites als Limewire en Bittorrent. 

“Wij gaan dat nu streaming doen”, zegt Taal. “Je kunt het programma al bekijken terwijl de download nog bezig is.” Daarvoor is wel een speciale speler nodig, een op de TU ontwikkelde UG (Uitzending Gemist) player van het type ‘swarmplayer’.

De technologie steunt op het onderzoek van de afdeling softwaretechnologie van Prof.dr. Henk Sips (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) en in het bijzonder op de P2P technologie van dr.ir. Johan Pauwelse van dezelfde afdeling. 

Dr.ir. Jacco Taal promoveerde er in 2007 en begon in 2009 als kleine zelfstandige bij YesDelft om de voorgenomen test van de technologie in samenwerking met de publieke omroep te realiseren. 

De NPO (Nederlandse Publieke Omroep) is in de technologie geïnteresseerd omdat het de datastroom vanaf de omroepservers kan verlichten en daarmee kosten besparen.

Voor Bitnomica (ook actief onder de handelsnaam Bombykol) is het een gelegenheid om de P2P streaming videotechnologie in praktijk met duizenden beoogde gebruikers te testen en om te ervaren in hoeverre de datastroom van de centrale server verminderd wordt doordat bij gebruikers de content vanuit andere aangesloten players binnenkomt. 

Om de proef succesvol te laten verlopen zijn minimaal vijfduizend gebruikers nodig die enkele malen per week de aangeboden programma’s via de UGplayer bekijken. 

De programma’s zijn afkomstig uit het aanbod van Uitzending Gemist, maar de kwaliteit is volgens Taal twee maal beter. Bovendien biedt de UGPlayer de mogelijkheid de programma’s ook offline te bekijken. Maar na tien dagen worden ze automatisch gewist.

Hoe loopt het tot nu toe?
“De proef is vorige week dinsdag gestart en vrijdag was de player al 3.500 keer gedownload. Daarmee zijn tot nu toe 6.000 video’s bekeken. Publicaties op blogs hebben tot aardig wat dataverkeer geleid. Dat gaf wel wat hickups, maar het netwerk is overeind gebleven.”

Op die blogs is er veel opschudding over DRM, digital rights management. Bloggers schrijven dat je volledige vrijheid moet hebben over bestanden die je hebt binnen gehaald. Jullie wordt verweten naar de pijpen van het grootkapitaal te dansen. Hoe zie jij dat?
“Voor een gebruiker zijn de beperkingen, zoals die houdbaarheid van maximaal tien dagen, niet fijn. Dat begrijp ik. Aan de andere kant zitten we nu dichter bij het vuur en we zien dat er vaak kwesties met rechten zijn. Voetbal bijvoorbeeld kan niet worden aangeboden omdat de Fifa daar geen rechten voor geeft. Dan houdt het op omdat er niet voor betaald is.”

Vind je DRM-activisten naïef?
“Wat betreft commerciële content zoals voetbal wel. Wat de eigen programma’s van de publieke omroep betreft hebben ze gelijk, want die zijn met belastinggeld gemaakt. Maar daar geeft een externe producent vaak niet de rechten vrij voor vertoning via internet. De rechtenstructuur bij de omroep is nog erg ouderwets en niet ingericht op internet.”

Ik heb jullie player geprobeerd op mijn Mac met OS-X, maar dat liep erg gebrekkig.
“De player voor Mac werkt inderdaad niet goed. Ik nodig je uit om het met Windows nog een keer te proberen.”

Komt er ook een player voor Mac?
“Uiteindelijk natuurlijk wel, maar waarschijnlijk niet tijdens de proef.”

Verdere info en uittesten:

Bitnomica

Tweakers net: Uitzending Gemist start proef met distributie via torrents

Torrentfreak: Dutch Public Television Tries BitTorrent Downloads

Omroep.nl – testlab: Programma’s downloaden via torrent

Testsite met UGplayer download

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.