Campus

Een herinnering aan Bert Mouris

Op vrijdag 8 mei is volkomen onverwacht overleden Bert Mouris. Hij is 64 jaar geworden. Zijn loopbaan binnen de TU Delft heb ik gedurende een kleine 30 jaar meegemaakt.

Toen hij indertijd bij de afdeling der Scheikundige Technologie solliciteerde naar de functie van bedrijfsingenieur/wetenschappelijk hoofdmedewerker, voldeed hij niet aan de eisen. Hij had namelijk geen academische opleiding. Om dan toch te kunnen worden aangesteld, moest de sollicitant verschijnen voor een commissie uit het college van decanen, waarvan ik als vertegenwoordiger van de centrales van overheidspersoneel was toegevoegd.

De zitting van deze commissie duurde aanzienlijk langer dan gepland, omdat de commissie steeds meer geïnteresseerd raakte in het onderwerp. Bert vertelde op indringende wijze over zijn wetenschappelijke en technische ervaringen in de suikerindustrie. Dat maakte indruk. Hij kende zijn zaken en beschikte, mede door zijn natuurlijke charme, over een groot netwerk op dit terrein. De commissie bracht een positief advies uit. Dat was mijn eerste contact met Bert.

De contacten werden na verloop van tijd verstevigd toen hij begin van de jaren ’80 directeur werd van de Centrale Werkplaats. We werkten in hetzelfde gebouwencomplex en ontmoetten elkaar regelmatig op de informele en formele beheerdersvergaderingen. In die vergaderingen illustreerde hij zijn betoog regelmatig met voorbeelden die hij ontleende aan de suikerindustrie. Een discussie was eigenlijk niet goed afgerond als Bert niet zijn eigen specifieke bijdrage had geleverd.

Naast zijn werk op de TU rondde hij in ’79 in Engeland zijn studie af met de titel Master of Science. In 1988 maakte Bert de overstap naar de faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek. Bij de sectie Industriële Organisatie heeft hij colleges verzorgd en vele studenten begeleid in hun afstudeerfase, zowel in het binnenland als in het buitenland. Hij was zo aan dit onderwijs en de contacten met studenten verknocht dat ook na zijn vertrek in 1995 van de TU hij bij deze begeleiding betrokken bleef.

Studenten deden nooit tevergeefs een beroep op hem. Hij wist hen altijd de weg te wijzen en voorzag hen van literatuur uit zijn immense voorraad ‘papier’. Hij bezat de meest uitgebreide en unieke bibliotheek op het gebied van suikerwinning, productie, enz. Naast zijn werk voor de TU Delft, waarvoor hij informeel een soort ambassadeursfunctie bekleedde, had hij nog een aantal maatschappelijke functies.

Terugkijkend ben ik mij ervan bewust dat de contacten met hem, mijn leven verrijkt hebben.

De TU Delft kan er trots op zijn Bert Mouris tot haar medewerkers te hebben mogen rekenen.

Op vrijdag 8 mei is volkomen onverwacht overleden Bert Mouris. Hij is 64 jaar geworden. Zijn loopbaan binnen de TU Delft heb ik gedurende een kleine 30 jaar meegemaakt. Toen hij indertijd bij de afdeling der Scheikundige Technologie solliciteerde naar de functie van bedrijfsingenieur/wetenschappelijk hoofdmedewerker, voldeed hij niet aan de eisen. Hij had namelijk geen academische opleiding. Om dan toch te kunnen worden aangesteld, moest de sollicitant verschijnen voor een commissie uit het college van decanen, waarvan ik als vertegenwoordiger van de centrales van overheidspersoneel was toegevoegd.

De zitting van deze commissie duurde aanzienlijk langer dan gepland, omdat de commissie steeds meer geïnteresseerd raakte in het onderwerp. Bert vertelde op indringende wijze over zijn wetenschappelijke en technische ervaringen in de suikerindustrie. Dat maakte indruk. Hij kende zijn zaken en beschikte, mede door zijn natuurlijke charme, over een groot netwerk op dit terrein. De commissie bracht een positief advies uit. Dat was mijn eerste contact met Bert.

De contacten werden na verloop van tijd verstevigd toen hij begin van de jaren ’80 directeur werd van de Centrale Werkplaats. We werkten in hetzelfde gebouwencomplex en ontmoetten elkaar regelmatig op de informele en formele beheerdersvergaderingen. In die vergaderingen illustreerde hij zijn betoog regelmatig met voorbeelden die hij ontleende aan de suikerindustrie. Een discussie was eigenlijk niet goed afgerond als Bert niet zijn eigen specifieke bijdrage had geleverd.

Naast zijn werk op de TU rondde hij in ’79 in Engeland zijn studie af met de titel Master of Science. In 1988 maakte Bert de overstap naar de faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek. Bij de sectie Industriële Organisatie heeft hij colleges verzorgd en vele studenten begeleid in hun afstudeerfase, zowel in het binnenland als in het buitenland. Hij was zo aan dit onderwijs en de contacten met studenten verknocht dat ook na zijn vertrek in 1995 van de TU hij bij deze begeleiding betrokken bleef.

Studenten deden nooit tevergeefs een beroep op hem. Hij wist hen altijd de weg te wijzen en voorzag hen van literatuur uit zijn immense voorraad ‘papier’. Hij bezat de meest uitgebreide en unieke bibliotheek op het gebied van suikerwinning, productie, enz. Naast zijn werk voor de TU Delft, waarvoor hij informeel een soort ambassadeursfunctie bekleedde, had hij nog een aantal maatschappelijke functies.

Terugkijkend ben ik mij ervan bewust dat de contacten met hem, mijn leven verrijkt hebben.

De TU Delft kan er trots op zijn Bert Mouris tot haar medewerkers te hebben mogen rekenen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.