Campus

Een console met een drol erop

Het kunstbezit van Nederland is versnipperd over vele musea. De tentoonstelling ‘Pop Art’ in de Kunsthal is het eerste initiatief van Nederlandse musea om delen van hun collecties gezamenlijk aan het publiek te tonen.

De expositie biedt een fraai overzicht van Europese en Amerikaanse topstukken.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog was Parijs het onbetwiste kunstcentrum van de wereld. Met de na-oorlogse opkomst van het Abstract Expressionisme, die in Willem de Kooning, Barnett Newman en Jackson Pollock zijn voornaamste vertegenwoordigers had, nam New York de leidende rol over. Die hegemonie bereikte een hoogtepunt in de stroming die als reactie op het Abstract Expressionisme door de Brit Lawrence Alloway ‘Pop Art’ werd gelabeld.

Pop Art is een verzamelnaam voor verschillende kunstwerken die gemeen hebben dat ze voorwerpen uit het alledaagse leven tot onderwerp hebben. Pop-kunstenaars putten inspiratie uit moderne mediabeelden en produkten van de welvaartmaatschappij. Typerend is dat de objecten uit hun context worden gelicht en vanuit een ongewoon perspectief, emotieloos worden weergegeven.

Als de tentoonstelling in de Kunsthal iets duidelijk maakt dan is het wel dat de bloeiperiode van Pop Art, ruwweg tussen 1955 en 1970, een enorme diversiteit aan werk heeft opgeleverd. Gewoonlijk denken we bij Pop Art allereerst aan de gereproduceerde mediabeelden van Andy Warhol. Daarvan zijn een aantal prachtige voorbeelden te zien, zoals de fameuze reeks zeefdrukken van Marilyn Monroe uit 1964. Overbekend zijn ook de uitvergrote striptekeningen van Roy Lichtenstein. Het is echter vooral het werk van minder bekende kunstenaars dat de expositie zo bijzonder maakt.
Assemblage

Bij binnenkomst wordt de bezoeker meteen getroffen door ‘The Beanery’ van Edward Kienholz. Een complete bar die normaliter staat opgesteld in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Het bruine café is levensecht nagebootst met alle attributen die we gewoonlijk aantreffen in een horeca-gelegenheid. Achter de bar zitten keuvelende mensen aan hun drankje te nippen. Onder andere doordat hun hoofden zijn weergegeven in de vorm van een klok heeft deze assemblage op de bezoeker een vervreemdende uitwerking.

Er zijn nog meer van dergelijke assemblages opgesteld. Zo staat er van George Segal ‘Woman in a doorway’. Een houten hok met aan de voorkant en aan de zijkant twee half openstaande deuren. In de opening van één ervan staat het beeld van een vrouw. In ‘Couple at the stairs’ heeft hij een kamer met een trap nagebootst met ernaast een man en een vrouw die elkaar omhelzen. Opvallend is ook ‘The Car’ van Marisol. Een houten auto waarvan de hoofden van de inzittenden zijn vormgegeven door maskers en foto-fragmenten.

Hoewel de bekendste pop-kunstenaars uit Amerika kwamen, lieten ook Europeanen zich niet onbetuigd. Zo ligt de oorsprong van Pop Art in Engeland waar Francis Bacon in het begin van de jaren vijftig foto’s en filmstills in zijn werk gebruikte. Ook Richard Hamilton’s ‘Just What is it that Makes Today’s Homes so Different, so Appealing?’ uit 1956 – en helaas niet inNederlands bezit – is een vroeg werk dat onmiskenbaar tot de Pop Art kan worden gerekend.
Betrokkenheid

Verschil met de Amerikaanse pop-kunstenaars was dat de Europeanen maatschappelijke betrokkenheid in hun werk ventileerden. Dat valt vooral op bij bijvoorbeeld de Nederlander Woody van Amen. Van hem is ‘Checkpoint Charley’ tentoongesteld. Een assemblage van de bekendste Berlijnse grensovergang met tal van absurde elementen, zoals een strook knalroze vitrage aan de onderkant en een reeks hamer en sikkels aan de bovenzijde.

Uiteraard ontbreekt ook Wim T. Schippers niet op deze expositie. Al vanaf begin jaren zestig werkte hij in de traditie van Pop Art. Ook toen de stroming al lang over zijn hoogtepunt heen was, maakte hij assemblages die er min of meer in thuishoren. Zo plaatste hij in ‘Stationnement Genant’ uit 1982 aan de onderkant van een houten vlak een console met een drol erop. Over alledaagsheid gesproken. (M.v.d.L.)

‘Pop Art, Topstukken uit de ‘Collectie Nederland’ is te zien in de Rotterdamse Kunsthal t/m 12 november.

Mannus van der Laan


‘As I opened fire …’ (1963) van Roy Lichtenstein (
Klik voor grotere foto)

Het kunstbezit van Nederland is versnipperd over vele musea. De tentoonstelling ‘Pop Art’ in de Kunsthal is het eerste initiatief van Nederlandse musea om delen van hun collecties gezamenlijk aan het publiek te tonen. De expositie biedt een fraai overzicht van Europese en Amerikaanse topstukken.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog was Parijs het onbetwiste kunstcentrum van de wereld. Met de na-oorlogse opkomst van het Abstract Expressionisme, die in Willem de Kooning, Barnett Newman en Jackson Pollock zijn voornaamste vertegenwoordigers had, nam New York de leidende rol over. Die hegemonie bereikte een hoogtepunt in de stroming die als reactie op het Abstract Expressionisme door de Brit Lawrence Alloway ‘Pop Art’ werd gelabeld.

Pop Art is een verzamelnaam voor verschillende kunstwerken die gemeen hebben dat ze voorwerpen uit het alledaagse leven tot onderwerp hebben. Pop-kunstenaars putten inspiratie uit moderne mediabeelden en produkten van de welvaartmaatschappij. Typerend is dat de objecten uit hun context worden gelicht en vanuit een ongewoon perspectief, emotieloos worden weergegeven.

Als de tentoonstelling in de Kunsthal iets duidelijk maakt dan is het wel dat de bloeiperiode van Pop Art, ruwweg tussen 1955 en 1970, een enorme diversiteit aan werk heeft opgeleverd. Gewoonlijk denken we bij Pop Art allereerst aan de gereproduceerde mediabeelden van Andy Warhol. Daarvan zijn een aantal prachtige voorbeelden te zien, zoals de fameuze reeks zeefdrukken van Marilyn Monroe uit 1964. Overbekend zijn ook de uitvergrote striptekeningen van Roy Lichtenstein. Het is echter vooral het werk van minder bekende kunstenaars dat de expositie zo bijzonder maakt.
Assemblage

Bij binnenkomst wordt de bezoeker meteen getroffen door ‘The Beanery’ van Edward Kienholz. Een complete bar die normaliter staat opgesteld in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Het bruine café is levensecht nagebootst met alle attributen die we gewoonlijk aantreffen in een horeca-gelegenheid. Achter de bar zitten keuvelende mensen aan hun drankje te nippen. Onder andere doordat hun hoofden zijn weergegeven in de vorm van een klok heeft deze assemblage op de bezoeker een vervreemdende uitwerking.

Er zijn nog meer van dergelijke assemblages opgesteld. Zo staat er van George Segal ‘Woman in a doorway’. Een houten hok met aan de voorkant en aan de zijkant twee half openstaande deuren. In de opening van één ervan staat het beeld van een vrouw. In ‘Couple at the stairs’ heeft hij een kamer met een trap nagebootst met ernaast een man en een vrouw die elkaar omhelzen. Opvallend is ook ‘The Car’ van Marisol. Een houten auto waarvan de hoofden van de inzittenden zijn vormgegeven door maskers en foto-fragmenten.

Hoewel de bekendste pop-kunstenaars uit Amerika kwamen, lieten ook Europeanen zich niet onbetuigd. Zo ligt de oorsprong van Pop Art in Engeland waar Francis Bacon in het begin van de jaren vijftig foto’s en filmstills in zijn werk gebruikte. Ook Richard Hamilton’s ‘Just What is it that Makes Today’s Homes so Different, so Appealing?’ uit 1956 – en helaas niet inNederlands bezit – is een vroeg werk dat onmiskenbaar tot de Pop Art kan worden gerekend.
Betrokkenheid

Verschil met de Amerikaanse pop-kunstenaars was dat de Europeanen maatschappelijke betrokkenheid in hun werk ventileerden. Dat valt vooral op bij bijvoorbeeld de Nederlander Woody van Amen. Van hem is ‘Checkpoint Charley’ tentoongesteld. Een assemblage van de bekendste Berlijnse grensovergang met tal van absurde elementen, zoals een strook knalroze vitrage aan de onderkant en een reeks hamer en sikkels aan de bovenzijde.

Uiteraard ontbreekt ook Wim T. Schippers niet op deze expositie. Al vanaf begin jaren zestig werkte hij in de traditie van Pop Art. Ook toen de stroming al lang over zijn hoogtepunt heen was, maakte hij assemblages die er min of meer in thuishoren. Zo plaatste hij in ‘Stationnement Genant’ uit 1982 aan de onderkant van een houten vlak een console met een drol erop. Over alledaagsheid gesproken. (M.v.d.L.)

‘Pop Art, Topstukken uit de ‘Collectie Nederland’ is te zien in de Rotterdamse Kunsthal t/m 12 november.

Mannus van der Laan


‘As I opened fire …’ (1963) van Roy Lichtenstein (
Klik voor grotere foto)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.