Campus

‘Een compleet belachelijke vakantie’

De veertiende editie van de Studenten Zeezeilrace (ZZR) wordt komende week gehouden voor de kust van Kroatië. Er zijn twee trofeeën te winnen: de klassementsbeker en de borrelbokaal.

“Het is heel verslavend”, weet Frank Jockin die voor de derde keer meegaat. Vorig jaar zat hij op het Griekse Levkas. “Het is een compleet belachelijke vakantie, op ontzettend mooie plekken. Heel onwerkelijk. De ene avond lig je in een stille baai naar de sterrenhemel te kijken. Op de andere avond zuip je de voorraad van een heel eiland leeg en moeten er met kleine bootjes fusten en rare flesjes bier worden aangeleverd vanaf een naburig eiland. Hilarisch.”
De ZZR was ooit een initiatief van Leukotheia, de zeilondervereniging van Sint Jansbrug. Aanvankelijk vormden de koude Nederlandse wateren de wedstrijdpiste, maar sinds een aantal jaren heeft het warmere klimaat van het Middellandse Zeegebied de voorkeur. Nog steeds wordt de race georganiseerd door TU-studenten, ondergebracht in een stichting. Hoewel de inschrijving landelijk is, blijft het Delftse aandeel – dit jaar twaalf van de twintig teams – groot. Die teams, van elk zes à acht personen, varen vanaf vrijdag een week lang verschillende trajecten voor de kust van Murter in Kroatië. Dat gebeurt in twee typen boten: de Bavaria 46 en de Vector 361. Elke dag is een ander havenstadje of baai einddoel. Slapen gebeurt op de boot en halverwege is een rustdag gepland. “Dat is wel nodig, want een hele dag zeilen sloopt je redelijk”, zegt ZZR-commissaris Jonas Bähr. “Niet elke deelnemer is even ervaren.”
Weliswaar is de gezelligheid een belangrijke factor, maar volgens Bähr is er wel degelijk sprake van een wedstrijdelement. “Overdag wordt fanatiek gezeild. Onder meer een olympische baan, plus een aantal langeafstandraces. Toch kun je het inderdaad ook wel een beetje zien als een vakantie met wedstrijdelement. De borrelbokaal is ook belangrijk. Die win je door zo prominent mogelijk aanwezig te zijn op de borrelavonden.”
Het team Red Blur, bestaande uit bewoners van het aan sociëteit De Bolk verbonden huis, heeft volgens waarnemend schipper Peter Moolenaar wel degelijk serieuze voornemens: “Vorig jaar zijn we met een kleinere boot derde geworden. We hadden net iets te veel tegenslagen.” Het team richt zich tegelijkertijd op de borrelbeker, die ze – volgens Moolenaar – vorig jaar ook maar net misliepen. “Hoeveelste we geworden zijn, weet ik niet. Voor de borrelwedstrijd wordt niet echt een rangschikking vastgesteld. Ik heb ze vorig jaar althans niet op een gedegen puntensysteem kunnen betrappen. Op de eerste avond zaten wel juryleden met blocnootjes te noteren wie er goed integreerde.”
Moolenaar dicht zijn boot kansen toe. “Het team is nu wat groter en gevarieerder. Daardoor hoeft niet iedereen elke avond voor de borrelbeker te gaan. Of we ons voorbereiden? Het bier drinken gaat heel goed. We hadden gepland om een paar keer samen te gaan zeilen, maar het is niet gelukt om met zijn achten tegelijkertijd af te spreken. Gelukkig zitten er enkele heel ervaren zeilers bij.”
Jockin zegt met zijn team ’t Vatt, naar het gelijknamige Sint Jansbrug-gilde, niet voor de prijzen te gaan. “Zelf ben ik een fanatieke zeiler, maar de rest van de bemanning ziet het vooral als een vakantie. Als je wilt winnen, moet je een op elkaar ingespeeld team zijn. Heel sporadisch slaat het fanatisme toe, als er een andere boot in de buurt komt, maar dat duurt altijd maar even. Daarna halen we de pivo’s naar boven en wat te eten. Dan wordt het gezellig.”
De lang gezochte wedstrijdcommissaris is inmiddels ook gevonden. Bähr: “Die is nu bezig alle regels uit zijn hoofd te leren, want dat zijn er een hoop. Er zijn altijd heel veel geschillen na elke wedstrijd, dus dat is hard nodig.”

www.zeezeilrace.nl

Ik zal het maar meteen opbiechten: ik was ooit een kraker. Weliswaar niet in de jaren tachtig, het was nog in deze eeuw, maar toch. Ik woonde in een leegstand pand dat van iemand anders was. Ik begon in een houten hut zonder gas, licht of water. Dat was niet bepaald comfortabel, maar voor je idealen wil je best een beetje lijden. Later verhuisde ik naar een pand met iets meer luxe, alhoewel een vriendin van me beweert dat we de smerigste wc hadden die ze ooit heeft gezien. Ik deel haar mening niet, want ik heb ook nog een paar andere kraakpanden van binnen gezien. Ach, romantiek en Glorix gaan nu eenmaal niet samen.
Het kraaktijdperk lijkt een einde te naderen. Heel krakend Nederland wordt in de val van Duyvendak meegesleurd, nu een verbod op kraken op een Kamermeerderheid kan rekenen. En daar blijft het niet bij. Ook milieuorganisaties zoals Milieudefensie liggen onder vuur omdat ze eenzijdige informatie zouden verspreiden. Sites als Geen Stijl en kranten als De Telegraaf roepen om het hardst dat de linkse milieumaffia nou eindelijk eens haar bek moet houden. HP de Tijd publiceerde alvast een overzicht van ‘namen en daden’ van actievoerend links. Vissers betichten Greenpeace van criminele acties omdat ze met stenen de visvangst tegengaan. VNO-NCW-voorzitter Wientjes wordt ‘doodziek’ van de linkse actiebeweging die ieder nieuw initiatief, zoals een nieuwe Maasvlakte, traineert.
Ik heb ook nog voor Milieudefensie gewerkt, als freelance journalist. En ik heb zeker mijn portie actie gehad. De antiglobaliseringsdemonstraties horen tot de mooiste en tegelijkertijd de meest beangstigende ervaringen uit mijn leven. Veel van die demonstraties liepen volledig uit de hand omdat (een deel van) de demonstranten slaags raakte met de ME. We werden beschoten met traangas en waterkanonnen. Mededemonstranten werden voor mijn ogen keihard in elkaar geslagen door de politie. Letterlijk vechten voor je ideaal heeft iets bedreigends en opwindends tegelijkertijd.
Idealisme en geweld liggen soms dicht bij elkaar. Ieder ideaal heeft een kern van onderdrukking in zich, omdat zienswijzen die niet passen bij het ideaal niet getolereerd worden. Soms roept een ideaal gewelddadige reacties op bij anderen. Soms wordt een ideaal zo allesomvattend, dat al het andere er ondergeschikt aan gemaakt wordt, bijvoorbeeld overwegingen als respect voor andere mensen. Momenteel doet de suggestie de ronde dat milieubewust links haar idealen niet in toom kan houden. Politici die eenmaal hun groene kleur hebben bekend en voor die idealen gevochten hebben, blijven voor altijd verdacht.
Wat de tegenstanders van de ‘linkse milieumaffia’ echter vergeten, is dat in hun reacties hetzelfde soort geweld doorklinkt waar ze tegen ageren, maar dan in nog veel ergere mate. De Telegraaf en Geen Stijl eisen van linkse bewindspersonen en Kamerleden onbesproken gedrag. Subsidie voor tegengeluiden moet worden stopgezet. Maar een samenleving die haar eigen tegengeluiden organiseert, maakt de meeste kans om politiek geweld te voorkomen. Een ideaal wordt pas echt gevaarlijk, als dat het enige ideaal is, dat nog een podium krijgt.

Lotte Asveld is onlangs gepromoveerd bij de sectie filosofie van de faculteit Techniek, Bestuur en Management en werkt bij het Rathenau Instituut.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.